Blad 68 Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999 moet ik eerlijk zeggen. Deze motie zullen wij als college niet ondersteunen. De heer Stoker over rioolrechten. Hetzelfde antwoord naar hem als naar de heer Van Mourik als het gaat om de discus sie die we binnenkort zullen hebben, met name ook over de rioolrechten. Wij hebben geen enkel bezwaar natuurlijk om richting rijk te zeggen: realiseert u zich op moment dat u allerhande milieuvoorschriften vaststelt dat dat consequen ties heeft voor bijvoorbeeld rioolrechten en wordt dat wel genoeg gecompenseerd? Wij denken van niet. De Zalmsnip is in feite daar een compensatie voor geweest, maar toch niet in de zin dat wij daar echt wat aan hadden. Dus akkoord om daar het rijk op te wijzen. Wat wij er aan toe willen voe gen is dat er zeker bij de rioolrechten met name heel veel juridische problemen voor de gemeenten zitten. Daar hebben we vorig jaar uitvoerig over gesproken. Dat overkomt ons, maar dat speelt in het hele land. Met name op de juridische aspecten willen we met de VNG en het rijk communiceren. Dat is wellicht nog een veel groter risico dan alleen het geld. Dat even ten aanzien van de financiën. Dan de portefeuille sociaal beleid. De PvdA-fractie en PAL/GroenLinks-fractie hebben gewezen op de prioriteit voor werk, dat werk alleen, één op één, niet garantie biedt voor ook welzijn voor mensen. Ik denk dat onze Perspectiefnota van nu nadrukkelijk de samenhang tus sen economische zaken, werkgelegenheid en sociaal beleid aangegeeft, beter dan ooit tevoren. De relatie die door ons ook gezien wordt, maar ook in prioriteitstelling in een be tere balans is gekomen tussen werkgelegenheidsbeleid en economische zaken en sociaal beleid. Ik ben daar blij mee, dus ik ondersteun dat verhaal. Versterking van sociaal be leid is noodzakelijk, zijn we inhoudelijk ook druk mee aan de gang op dit moment, dus laten we daar mee doorgaan. Vrijwilligersbeleid, er is gevraagd of de aangekondigde no ta nog voor de begrotingszitting komt. Het antwoord is ja, dat zullen we zeker proberen. Verder is er een vraag ten aanzien van het jongerenwerk, om de voorwaarde voor de uitbreiding van het jongerenwerk hel der te houden en zo dat het consequenties heeft voor het werk van het HWL. Mijn antwoord daarop is ook ja. Daarin zullen we de leerpunten van het pilotprojeetzoals dat in Huizum-West heeft plaatsgevonden, ook zeker meenemen. Verder wacht ik de activiteiten van de PvdA-fractie over de wenselijkheid van het stedelijk jongerencentrum eerst even a f Het leerlingenvervoer is over gesproken. De heer Stoker is er vrij uitvoerig op ingegaan. Ik wil het volgende met u Blad 69 Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999 afspreken. Morgen staat dit op de agenda van het college. Er ligt een onderzoek van een extern bureau, dat onderzocht heeft hoe wij op dit moment als gemeente het leerlingen vervoer uitvoeren, wat in termen van wetgeving op ons af komt en waar wij dan beleidskeuzes zouden kunnen maken. Daar ligt een groot verhaal over, dat komt naar de commis sie. Daar is het voorstel in de Perspectiefnota, het bezui nigingsvoorstel, wat vooral betrekking heeft op het verleg gen van de grens voor een bepaalde groep leerlingen (ook nog niet voor allemaal) onderdeel van. Ik stel voor om die nota in de commissie te bespreken. Daar de opmerkingen van de heer Stoker, die hij in een notitie heeft geschreven, in mee te nemen en dan het definitieve besluit te nemen of dit bezuinigingsvoorstel haalbaar is, ja dan nee. Ik zou willen voorstellen om de discussie op dit punt even aan te houden totdat wij de inhoudelijke discussie qua informatie hele maal bij elkaar hebben. Even nog over de brief. De heer Stoker gaf aan dat er een brief was van ouders van leerlingen die subsidie krijgen. Dat is mij ontgaan, moet ik zeggen, dus ik zal dat uitzoe ken. In ieder geval is één van mijn wensen om op een hele goede manier te communiceren met de ouders, ook eventueel over veranderingen die zich daarin voordoen. Wij moeten ook op tafel krijgen waar exact van de kant de gebruikers de knelpunten aangegeven worden. Dan de Wvg. Daar zijn verschillende fracties op ingegaan. Er is ook een motie over ingediend. We zijn daar heel uit voerig over geweest in de commissie. Ik wil nogmaals aange ven dat wij op geen enkele manier de intentie hebben om het niveau van dienstverlening voor Wvg-gebruikers aan te tas ten. Wij zien op dit moment geen aanleiding om te veronder stellen dat het budget van het rijk naar beneden gaat. Eer der naar boven dan naar beneden, omdat heel veel gemeenten tekorten hebben. Wij hebben geen reden cm aan te nemen dat het voorzieningenniveau zal worden aangetast. Eerder het omgekeerde. Wij zijn met een operatie bezig waarbij we bij voorbeeld in de vervoerskwestie proberen om gemeenschappe lijk een aantal dingen aan te besteden, een integratie na te streven van Wvg-vervoer, leerlingenvervoer en stadsver voer, waardoor we voordelen kunnen halen. Onze intentie is om die dienstverlening eerder beter te krijgen dan slech ter. Wij hebben geen aanleiding om te denken dat het slech ter wordt. Dat betekent dat wij gezegd hebben, dan moet je niet geld in het potje laten zitten, want dan wordt het dood geld. Dat moet je teruggeven voor de algemene afweging en de raad de afweging laten maken. Wij houden dat als col lege staande. Mocht zich dan toch onverwachts een aantal ontwikkelingen voordoen, die negatief zouden uitpakken voor het voorzieningenniveau zoals we dat nu kennen, dan is er een nieuwe situatie, dan is het opnieuw aan de raad om aan te geven hoe nu te handelen. Op het moment dat de raad

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 35