Blad 4
Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999
die nieuwe rol en positie van de gemeente. Maar ook de raad
moet de hand in eigen boezem steken, want het "Sturen op
hoofdlijnen" is nog niet veel meer dan een parool waarvan
velen nut en noodzaak inzien, vooral aan het eind van verga
deringen die behoorlijk uitliepen door, bijvoorbeeld, een te
veel aan technische vragen, het volgen van de ongeschreven
wet dat over ieder stuk, dat niet als hamerstuk is geagen
deerd, perse iets gezegd moet worden of omdat stukken of be-
handelingsvoorstellen niet voldoende duidelijk maken wat van
commissieleden wordt verwacht. De terecht geprezen ambitieu
ze koers van de gemeente Leeuwarden, de daarmee samenhangen
de veelheid aan vergaderingen en stukken in combinatie met
de wens van raadsleden om ook buiten het Stadhuis nog eens
van zich te laten horen als volksvertegenwoordiger, maken
het des te wenselijker om in september, tijdens "de dag van
de raad" niet alleen te praten over de positie van de raad
binnen de oprukkende gemeente Leeuwarden, maar ook afspraken
te maken over de daarbij behorende werkwijze van de raad.
Een gemeente die initiatieven neemt en die initiatieven met
steun van anderen wil en mede dankzij de middelen vanuit het
Strategische Investerings- en Ontwikkelingsfonds kan reali
seren, draagt dankzij de samenwerking met een veelheid van
wisselen partijen op een heel vanzelfsprekende manier bij
aan het overbruggen van de kloof tussen lokaal bestuur en
samenleving. Dat is een groot bijkomend voordeel van de ge
wijzigde positie van de lokale overheid. Dat neemt niet weg
dat de gemeente in al die samenwerkingsverbanden een specia
le verantwoordelijkheid behoudt: het algemeen belang. Niet
altijd zijn de belangen van partijen waarvan de gemeente in
meer of mindere mate afhankelijk is of waarmee de gemeente
bij voorkeur zou willen samenwerken, in overeenstemming met
het algemeen belang dat de gemeente voor ogen staat en moet
staan. Bij toenemende samenwerking met andere partijen bete
kent dat in de eerste plaats een zwaarder beroep op de raad
om de specifieke gemeentelijke verantwoordelijkheid te bewa
ken
"Sturen op hoofdlijnen" levert in die zin een versterking op
van de positie van de raad en houdt een zekere afstand in
tot alle belanghebbende partijen. De politiek moet bij het
maken van keuzes niet afgaan op het aantal decibellen dat
vanaf de tribunes wordt geproduceerd, maar voorstellen en
reacties daarop spiegelen aan het algemeen belang dat door
politieke overtuigingen is ingekleurd en niet hetzelfde is
als het gelijk of het belang van "de burger", want de burger
bestaat niet.
Wie wel bestaan zijn belangengroeperingen van wisselende om
vang en samenstelling en die, nadat zij hun, meestal legi
tieme, belangen hebben verdedigd, door de politiek tevreden
of teleurgesteld worden.
Wie ook bestaan en aan wie het lokaal bestuur zijn bestaans
recht ontleent, zijn de ruim 88.000 Leeuwarders. Dankzij de
Blad 5
Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999
Referendumverordening kan de raad besluiten om een kwestie
ter raadpleging aan de hele bevolking voor te leggen.
De PvdA-fractie is van mening dat het referendum een zinvol
bestuurlijk-vernieuwingsinstrument kan zijn bij kwesties
waarover besluitvorming nog op geen enkele manier heeft
plaatsgevonden, waarover in het Bestuursprogramma geen rich
tinggevende uitspraken worden gedaan, die voor de hele Leeu
warder samenleving van belang zijn en die de noodzaak veron
derstellen om uiteindelijk te kiezen uit twee of meer, dui
delijk van elkaar onderscheiden alternatieven met elk zijn
eigen voor- en nadelen.
De PvdA-fractie is van mening dat voorafgaand aan de be
sluitvorming over de oplossing van de baggerproblematiek van
Leeuwarden een referendum zinvol is, op voorwaarde dat uit
het onderzoek dat gestart wordt naar mogelijke locaties voor
de opslag van bagger, twee of meer alternatieve oplossings
varianten voortkomen, opdat er werkelijk iets te kiezen
valt. Aan de overige voorwaarden voor een zinvolle inzet van
het referendum voldoet ons inziens de baggerproblematiek.
Omdat het om baggerslibdepots gaat, is het voor de hand lig
gend dat de verschillen tussen oplossingsvarianten te maken
zullen hebben met locatiekeuze en/of financiële en/of mili
eu-technische voor- en nadelen.
Dat betekent ook dat onze fractie pleit voor een onderzoek
waarbij geen enkele locatie op voorhand wordt afgeschreven,
dus ook niet Skinkeskans en evenmin stortplaats De Wierde.
De bevolking keuzes voorleggen op basis van een onderzoek
waaruit een of meer uitkomsten niet mogen voortkomen omdat
een aantal partijen die niet blieven, achten wij sub-
optimaal! We zijn uiteraard benieuwd naar de reacties van
het college en de andere fracties.
Uit het grote aantal ambities, vertaald in de strategische
en operationele doelen van het Meerjarenontwikkelings-
programma, moeten voortdurend keuzes worden gemaakt. In dat
verband is een nuancering van een passage in de raadsbrief
op zijn plaats. Het college stelt op pagina 2: "Centraal
staat (in het MOP) het consolideren en uitbouwen van de gun
stige economische ontwikkeling in Leeuwarden. Het zorgen dat
mensen werk hebben is tegelijk zorgen dat sociale problemen
zoveel mogelijk worden voorkomen". Voorzitter, de een-op-een
relatie tussen werk en welzijn, die hier wordt veronder
steld, is om meer dan één reden overtrokken: de groei van de
werkgelegenheid in Leeuwarden betekent nog steeds voor een
groot deel werkgelegenheidsgroei voor niet-Leeuwarders en
nieuwe werkgelegenheid komt niet of nauwelijks ten goede aan
de groep langdurig werklozen. Bovendien is werk weliswaar
meer dan inkomen, maar werk is geen garantie voor welzijn.
Voor het stimuleren en behouden van sociale verbanden en het
vergroten van de kwaliteit van leven voor iedereen is ver
sterking en aanpassing van sociaal beleid noodzakelijk. Op