Blad 82 Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999 tie van de wijkaanpak moet wel zijn invloed hebben op het vervolg van de plannen. Ja, dat moet ook. De heer Krol heeft er toen naar gevraagd, anders zouden wij hier heel vreemd bezig zijn. De heer Krol heeft gesproken, als het over wijkbeheer gaat, over het fysieke onderhoud, dat je dat niet mag aantasten qua budgetten, omdat je daar misschien budgetten uithaalt naar de wijken toe. Anders zou het, zoals de wijken dat zelf formuleren, een sigaar uit eigen doos zijn en de CDA- fractie wenst dat niet. Ik denk dat we het in grote lijnen met de CDA-fractie eens kunnen zijn. Dat is op zich niet de doelstelling, dat is ook niet de bedoeling. Ook anderen hebben gevraagd hoe het nu met die wijkaanpak gaat. De heer De Jong heeft er nog naar gevraagd, hij is ongelukkig met de presentatie en zo. Daar hoef ik nu niet over te spreken, de 14e juli is dit gepland in de Commissie Bestuur en Mid delen. Dan komen wij er over te spreken, inclusief de even tuele dekking. De heer Brok (weth.): De heer Roekiman heeft gevraagd, naar aanleiding van de discussie over het Fonds Vluchtelingen hulp, of de middelen die overblijven van de naturalisatie terug kunnen vloeien naar het genoemde fonds. Dat is wat lastig, omdat op dit moment de kosten die gemoeid zijn bij de naturalisatie een tekort laten zien. Dat ziet u ook in het voorstel, dat een deel van het fonds, dan heb ik het over een omgekeerde redenering, gebruikt wordt om die natu ralisatie als zodanig ambtelijk te kunnen bekostigen. Het punt, zoals ik meen zoals hij het gesteld heeft in de eer ste termijn, doet zich niet voor. Mocht zich dat in de toe komst wel voordoen, dan moeten we daar opnieuw naar kijken. Tot dusver is een eventueel surpli van die naturalisatie niet ingezet om het fonds te voeden. Men heeft in de memo rie van antwoord kunnen zien waar in het verleden het fonds wel van is gevoed. De Popacademie heeft de heer Roekiman ook een aantal opmer kingen over gemaakt en ook over het beleid dat de gemeente voert ten aanzien van popmuziek als zodanig. De initiatief nemer, die graag een Popacademie wil realiseren in het noorden van het land, heeft ons onlangs te kennen gegeven het verstandig te vinden - dat standpunt delen wij als col lege - om een eventuele academie ook feitelijk in Leeuwar den te realiseren. Dat klinkt heel aantrekkelijk, dat is heel verstandig als men dat wil doen, maar zover is het nog niet. Op dit moment wordt gewerkt aan een concreet voor stel. Dat zal ons over een aantal maanden bereiken. In be ginsel staat het college daar niet afwijzend tegenover. Het lijkt ons verstandig om eerst het voorstel, zoals het er dan ligt, te bestuderen alvorens wij ook feitelijk alles op de rails gaan zetten, want er komt heel wat bij kijken. De Blad 83 Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999 organisatie en overigens de hele totstandkoming van de Popacademie ligt bij de Hanze Hogeschool in Groningen zelf. Op zich is het een hele interessante gebeurtenis die zich op dit moment voordoet. Want u weet toen destijds het con servatorium uit Leeuwarden verdween, het kunstvak onderwijs als zodanig in deze gemeente wel heel erg smal werd. We hebben onder andere nog de opleiding voor drama aan de Noordelijke Hogeschool. Als je ziet wat de gevolgen zijn geweest voor Leeuwarden, maar ook de gevolgen voor de on dersteuning van de amateuristische kunstbeoefening in deze provincie, in deze gemeente, is dat haast catastrofaal te noemen. Het is buitengewoon negatief geweest voor onze stad, voor onze provincie. Het erge er van is dat de stu denten, waarvan iedereen dacht dat ze de gang wisten te vinden naar Groningen, dat die gang zich helemaal niet heeft voorgedaan, die studenten zijn ook in Groningen weg gebleven. Dat houden we goed in de gaten in het voorstel. Ik denk dat we er over een aantal maanden in een breder verband met u over kunnen discussiëren. Voorts maakt de heer Roekiman een aantal opmerkingen over de NPI-status, die verkregen is door theater Romein. Het college is er erg mee ingenomen. We hebben er ook altijd van gezegd, het is goed als een organisatie, in dit geval theater Romein, die NPI-status kan krijgen. Men moet dat zeer zeker niet nalaten, omdat er ook gelden aan verbonden zijn, u heeft terecht een bedrag genoemd van f 12.500,-. Overigens het verkrijgen van de NPI-status is een zaak van de organisatie, in dit geval theater Romein zelf. Wij heb ben wel gezegd, mocht theater Romein daarin slagen, wij be reid zijn om bij het opstellen van de nieuwe Cultuurnota te kijken hoe we verder vorm kunnen geven aan het beleid ten aanzien van de popmuziek als zodanig. Op dit moment trekken wij als gemeente ruim f 40.000,- uit voor de popmuziek. Dat is vrij versnipperd. Dat wordt beschikbaar gesteld voor verschillende organisaties. Ik heb wel gezegd dat het mij in aanloop naar de voorbereiding van de nieuwe Cultuurnota, die discussie gaat na de zomer lopen, niet verstandig lijkt als de verschillende poporganisaties los van elkaar blijven werken. Als men erin slaagt om gezamenlijk meer smoel te geven aan de popmuziek in Leeuwarden en tevens er in slaagt met theater Romein om die fel begeerde NPI-status te krij gen, dan vind ik dat wij als gemeentebestuur er over na moeten denken om die subsidiestroom anders te laten lopen. Of dat allemaal in de vorm moet van faciliteit bieden, ex ploitatiesubsidie en dergelijke, dat weet ik niet. Het zal vooralsnog allemaal moeten binnen een begroting zoals we die op dit moment hebben, binnen het cultuurbeleid zoals het college dat ook voert, dat is ruim f 13 miljoen per jaar. Ik zou niet weten voorlopig waarom het college bereid zou moeten zijn om het budget uit te breiden voor het cul tuurbeleid als zodanig.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 42