Blad 94 Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999 termijn een antwoord kan geven op de vraag waarom dat be drag Ten derde, het referendum waarvan wij hebben gezegd als het gaat om de kwestie van de baggerproblematiek, het zinvol zou zijn om de bevolking van Leeuwarden daarover te raad plegen. Wij zijn niet zo gelukkig met het antwoord van de burgemeester, niet zo zeer omdat ze zegt dat ze er niet echt enthousiast over is, dat het college er niet echt en thousiast over is, dat mag. Het gaat ons om de argumenta tie. Ze zegt namelijk dat het niet getuigt van politieke moed om een kwestie voor te leggen waar de raad niet uit komt. Dat is, wat ons betreft, niet aan de orde. Het gaat hier om een onderzoek dat nog eerst gestart moet worden, dus wij lopen op de zaken vooruit, maar dat moet ook als je een referendum wilt starten. Een van de voorwaarden is juist dat je niet met de besluitvorming bezig moet zijn ge weest, voordat je een referendum uit gaat schrijven. Dat onderzoek moet nog plaatsvinden. Wij hebben als voorwaarde gesteld dat daar twee of meer duidelijk van elkaar te on derscheiden keuzemogelijkheden uitkomen. Waarom zou het niet van politieke moed getuigen om te zeggen: gelet op het feit dat het hier een belangrijke verantwoordelijkheid be treft, die in wezen de hele bevolking aangaat, zeker ook als het gaat om locaties en gelden die ter beschikking ge steld moeten worden, grote bedragen, gemeentelijke midde len, wat is er dan op tegen om dat voor te leggen aan de bevolking, want het voldoet aan allerlei voorwaarden die je aan een referendum zou kunnen stellen. Om te zeggen de raad komt er niet uit. Ik denk dat de raad er uiteindelijk wel goed zal uitkomen, ook als je de uitkomsten van het onder zoek alleen maar aan de raad voor zou leggen en verder niet. Dan valt er een besluit en dat zal ook een goede af loop hebben. Wij willen juist een stap verder gaan en dat wel aan de bevolking voorleggen. Ik sluit aan bij wat wethouder Hafkamp heeft gedaan, name lijk partijen die zeggen, Skinkeskans mag niet meedoen in het onderzoek, die partijen nog eens uitnodigen om dat te heroverwegen. Namelijk, als je vindt dat het onderzoek zo breed mogelijk moet zijn dat je de uitkomsten eventueel ook aan de bevolking voor wilt leggen, dat je niet van tevoren moet zeggen: één locatie mag daarin niet meedoen. Ik ben benieuwd naar de reacties van de andere fracties op ons voorstel. Dan de moties die zijn ingediend. Motie nummer 1 handhaven we. Motie nummer 2 van de CDA-fractie. Het doen van een onder zoek naar de mogelijkheden van de introductie van kwali teitswaarborgsystemen. Die steunen we. Blad 95 Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999 Motie nummer 3 steunen we uiteraard niet. Daarin wordt ge pleit om Skinkeskans buiten het onderzoek naar de locatie van een baggerdepot te houden. (De heer Krol: Heeft u daar naar gekeken?) Wij hebben daar heel goed naar gekeken. Motie nummer 4 van de CDA-fractie over de Wvg. Die is mede namens ons ondertekend en handhaven we. De wethouder zegt dat hij overbodig is, want er is geen enkele reden om aan te nemen dat de rijksmiddelen voor de Wvg-voorzieningen zullen afnemen. Het tegendeel lijkt eerder het geval te zijn. Mocht het toch zo zij.n dat op een gegeven moment die middelen wel afnemen, dan is er een nieuwe situatie en dan kan de raad beslissen of er opnieuw geld bij moet. Met name op dat laatste punt gaat deze motie wel iets verder. Die zegt bij voorbaat, wij willen dat voorzieningenniveau in stand houden. Die discussie hoeft wat ons betreft niet plaats te vinden, want wij hechten enorm aan dat niveau van de voorzieningen op dit moment. Daar zit nu net het ver schil, vandaar dat we de motie willen handhaven. Motie nummer 5. Een aantal verdere voorwaarden als het gaat om het onderzoek naar baggerdepotsDie steunen wij. Motie nummer 6 van de VVD-fractie. Het instellen van een project of werkgroep. Daar heeft wethouder Den Oudsten op gereageerd. Ik ga er vanuit dat de interpretatie die de wethouders daar aan geeft, daar niets op tegen is, het komt bovendien nog een keer terug in de commissie. Dan kunnen we ons er nog een keer over uitspreken of de manier waarop het college voorstaat om invulling te geven aan deze motie, of we daarmee instemmen. Wat ons betreft als het op die manier wordt overgenomen, zijn niet alleen wij, maar is het colle ge ook nog tevreden. Motie nummer 7. Geluid bij evenementen. Die hebben we on dertekend en die houden we overeind. De wethouder heeft toegezegd dat ze bereid is dat onderzoek, waarom gevraagd wordt, ook te plegen, de uitkomsten wachten wij af. Motie nummer 8 hebben wij ook ondertekend. Een motie waarin twee zaken gekoppeld worden, namelijk het niet stopzetten van de milieuvoorlichting en tot twee keer toe de helft van het voorgestelde budget voor de wielerronde, die koppeling hebben wij gelegd. De wethouder heeft wat moeite met de dekking, die koppeling, omdat het een koppeling is van structurele en incidentele middelen. Wij geven in ieder ge val voor die eerste twee jaar aan waar de dekking vandaan zou kunnen komen. Als het college blijft vasthouden dat het niet zou moeten, dan verwachten we dat het college daar in tweede termijn op terugkomt en dan zien we wel wat we uit eindelijk gaan doen. In ieder geval blijft voor ons beide

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 48