Blad 112
Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999
Op dit moment zijn er reeds mogelijkheden om op individuele
basis en omstandigheden bijzondere bijstand te verlenen. Ca
tegoriale bijstand heeft als voordeel dat het effect op ar
moede niet vergroot, omdat je het gaat inzetten voor een be
paald doel, mensen die een groot risico hebben als het gaat
om de financiële omstandigheden. Wat dat betreft zullen wij
de motie van de SP-fractie niet steunen. Wij zetten in op
categoriale bijstandsverlening.
Motie nr. 19, wij handhaven onze steun.
Motie nr. 20 hebben wij ook medeondertekend.
Motie nr. 21 gaan wij mee akkoord.
Motie nr. 22 willen wij nog even overwegen, maar wij zien
daar geen problemen.
Motie nr. 23 doen wij niet aan mee.
Wij handhaven ons standpunt inzake de dienstauto.
De heer Jacobse: Mijn fractie vindt dat mevrouw Hafkamp de
vuurdoop goed heeft doorstaan.
In zijn algemeenheid is er in eerste termijn goed en inhou
delijk gediscussieerd en heeft het college goed en to the
point gereageerd. Ik denk dat wij op de goede weg zijn. De
tweede termijn vanuit de raad is wat minder interessant, het
is meer een stemverklaring, maar dat hoort nu eenmaal ook
bij het besluitvormingsproces.
De eerste termijn hebben wij een discussie willen aanzwenge
len over de maatschappelijke cultuur en de mogelijkheid cq.
onmogelijkheid dan wel wenselijkheid dan wel onwenselijkheid
van sturing daarvan door de gemeente. Wij hebben ook aange
kondigd dat wij met een discussienota daarover willen komen
en wij verheugen ons nu reeds op het debat.
In eerste termijn heb ik gevraagd naar de kosten van inte
rim-management, dat had te maken met het feit dat er een ar
tikel stond in het Friesch Dagblad waarin gesuggereerd werd
dat de gemeente wat te verbergen had op dat puntVolgens
mij hebben wij dat niet. Ik ben het er inderdaad mee eens
dat wij die kosten niet zomaar maken. Het is dan een kwestie
van uitleggen en daar zijn wij niet bang voor. Ik doe nog
maals de oproep om dat gewoon bekend te maken. Overigens is
hier in het verleden dikwijls over gesproken, dat ook deze
raad vindt dat wij daar toch heel zorgvuldig en heel terug
houdend mee om zouden moeten gaan en veel meer een beroep
zouden moeten doen op de eigen deskundigheid en de bevorde
ring daarvan.
Blad 113
Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999
De motie met betrekking tot de doelstelling van de lasten
druk in het MOP. Het college zegt dat als wij ons vastleggen
dan beknotten wij onze vrijheid in de toekomst. Dat klopt,
dat is de bedoeling ook. Desalniettemin gaan wij akkoord met
uw verzoek om dit soort zaken te betrekken bij de discussie
over de heffingen en tarieven en volgend jaar met nauwkeuri
ger omschrijving van het MOP te komen. Dat betekent dus dat
motie nr. 9 door ons wordt ingetrokken.
Motie nr. 10 over het handhavingsbeleid, daarover heb ik met
de heer Den Oudsten bij interruptie een klein woordje ge
sproken. Wij zijn het inhoudelijk eens en die toezegging is
voor ons op dit moment voldoende. Dat betekent dat ook motie
nr. 10 door ons wordt teruggetrokken.
Motie nr. 11 over de f 100,- aan burgers. In de fractie heb
ben wij daar uitvoerig over gesproken. De gemeente heeft
voor die gelden nobele en goede doelen. Ook wij zijn van me
ning dat daar niks aan mankeert. Aan de andere kant hebben
burgers ook zelf nobele en goede doelen om die f 100,- goed
te kunnen besteden. Dan moet je een afweging maken: dat geld
van 1998 komt in de algemene reserve, die komt boven de f 15
miljoen en wordt vervolgens gestopt in een aantal potten,
waarvan onder andere het investeringsfonds er één is. Daar
zit al f 75 miljoen in en je kunt dat natuurlijk ophogen tot
ieder bedrag in de toekomst dat je maar wenselijk acht. In
die afweging hebben wij er over gesproken. In die afweging
is dus uiteindelijk de conclusie getrokken dat het overschot
zo rond de f 8 miljoen is. Wij hebben inderdaad ingeschat
dat de kosten van het teruggeven van f 100,- per huishouden
aan de burger ongeveer de helft daarvan zou bedragen. Wij
vonden dat een aanvaardbare verdeling.
Motie nr. 12 over het sport- en cultuurfonds. Volgens ons
heeft dat toch even een iets andere betekenis dan de Raad
van Cultuur en de fondsen die wij op die manier doen. Het
gaat ons veel meer om de sociale aspecten voor de wijk, het
stadsdeel en het dorp van dit soort verenigingen. Aan de an
dere kant hebben wij gezegd toen Cambuur in nood was, dat
moeten wij toch overeind houden. Het college heeft gezegd
dat wij meer dat soort activiteiten als wielerronde zouden
moeten doen, omdat dat een bepaalde uitstraling voor de stad
heeft. Wij constateren dat ook veel kleine toernooien die
uitstraling zouden kunnen hebben. Ik zie niet in waarom het
Fries kampioenschap turnen bijvoorbeeld altijd in Franeker
moet zijn. Waarom zou je dat soort zaken, waar toch relatief
veel mensen uit de omgeving aan deelnemen en ouders en toe
schouwers mee naar toenemen, niet in Leeuwarden kunnen hou
den. Je zou met zo'n fonds kunnen stimuleren dat kleinere
verenigingen ook dat soort zaken kunnen organiseren. Dat
heeft een bepaalde uitstraling, dat past bij de centrumposi
tie van Leeuwarden.