Blad 116 Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999 in nood was, gezegd dat het toch belangrijk is dat die vere niging blijft bestaan voor de stad en wij hebben geprobeerd daar de helpende hand aan te bieden. Aan de andere kant vindt mijn fractie dat dit soort zaken niet in de algemene beschouwingen thuishoort, want het is een heel fragmenta risch iets. Dit betekent dat mijn fractie er nog niet hele maal uit is en ik mij aansluit bij de vragen die de heer Krol in tweede termijn heeft gesteld. Dan merkt u straks wel wat mijn fractie daarvan vindt. De heer P. de Jong: Ten aanzien van de financiën. De reke ning is dit jaar wat later, ik ben tevreden met de uitleg die wethouder De Haan gegeven heeft. Zij heeft gesproken over de eerste keer een productbegroting enz. Ik ga ervan uit dat wij de rekening wel vaststellen voor de zomervakan tie. Maar heeft dit nog gevolgen voor het traject dat met de Commissie voor de Rekening is uitgezet? Dat is een informa tieve vraag, maar tegelijkertijd ook een hele praktische. Ik blijf het vreemd vinden als ik de wethouder hoor zeggen over het leerlingenvervoer, dat er een extern onderzoek ligt en dat wordt volgende week besproken in het college en dan gaan wij kijken of de bezuiniging haalbaar is. Hoe hebben wij het hier! Ik ga er toch vanuit dat het college komt met voorstellen die getoetst zijn voordat ze aan de raad voorge legd worden en dat ze dus haalbaar zijn. Ik begrijp niet waar deze opmerking vandaan komt, ik ben daar uitermate ver baasd over. Overigens wil ik wel zeggen dat ik het verstan dig vind om het initiatief van de heer Stoker er bij te be trekken Bagger, dat loopt als een zwarte draad door deze discussie. De moties nr. 4 en 5 van de CDA-fractie en WD-fractie lig gen geheel in onze lijn. Wij nemen ook de verantwoordelijk heid door te zeggen Skinkeskans, die discussie moet je nu eens een keer afhechten, dat moet je vanavond doen, daar willen wij helder in zijn. De derde motie die wij daarover hebben ingediend, het inven tariseren van urgente baggerstromen en ook het financiering plan, daar heb ik de wethouder niet over gehoord, ik ga er van uit dat dat er wel bij zit, ze sluiten in feite naadloos daarop aan. Dan de opmerking van de PvdA-fractie over al dan niet een referendum. Ik vind dat op zich een interessante gedachte. Wij maken nu wel een eind aan de discussie rond Skinkeskans, je kunt dat jammer vinden of niet, maar wij denken dat dat lang genoeg gespeeld heeft. Wij vinden het een interessante gedachte, maar ik vind het jammer dat u bij de Bullepolder niet met dit voorstel gekomen bent, want dat hadden wij mis schien ook een goede discussie kunnen voeren, maar misschien Blad 117 Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999 komt dat alsnog. Die suggestie geef ik dan maar mee. Maar aan het einde van het traject en de discussie over het bag gerslib willen wij dit nu verder laten uitkristalliseren met heldere standpunten. Wij komen daar ongetwijfeld nog een keer op terug. Het bouwstoffenbesluit, eerst incidenteel. Ik begrijp dat de deur naar een structurele financiering nog altijd open is. Dan de proef met het openbaar vervoer en de externe advise ring, het voorstel dat wij gedaan hebben. Ik heb begrepen dat het al meegenomen is door het college in allerlei stuk ken. De wethouder vraagt ons om de motie aan te houden, ik zou bijna zeggen dat is de kat op het spek binden, want wij hebben net een motie aangehouden en zeven maanden nadien toch maar weer ingetrokken. Dus ik heb niet veel vertrouwen in het aanhouden van moties. Wij zijn het er in deze raad allemaal over eens dat dit voorstel ten aanzien van de fietswagon of de fietsrunner in ieder geval verdere uitwer king verdient. Ik ga er vanuit dat het college op zeer korte termijn overleg heeft met de provincie. Dat betekent dat wij het verhaal dat wij vorige week hebben aangeboden aan het college, de motie die daarbij hoort nu eventjes aanhouden en dat wij zeer binnenkort verwachten van het college met nade re voorstellen te komen. Milieuvoorlichting. Mevrouw Hafkamp heeft gezegd dat zij moeite heeft met de incidentele dekking die aangegeven is bij de motie van de collegefracties. De moties van de colle gefractie en van ons kunnen nu ineen geschoven worden en de wethouder gaat verder zoeken naar structurele dekking. Zo heb ik het althans begrepen. Ik heb geen antwoord gehad op een voorstel dat ik heb gedaan om eens na te denken om het budget dat wij met elkaar hebben in deze gemeente voor particuliere lokale milieu-initiatie ven beschikbaar te stellen van de Commissie Duurzame ontwik kelingen. Ik zou toch, hoewel ik daar geen motie over heb ingediend, graag willen dat de wethouder daar nog op ingaat. De energiegemeente en het KGA hangt nauw met elkaar samen, dat hebben meerdere sprekers opgemerkt. Wij hebben de motie ingediend over het KGA. Het bereikbaar maken van de op brengst KGA is een probleem waar wij nu mee zitten. Wij den ken dat er systemen te bedenken zijn die veel goedkoper zijn maar veel meer milieurendement opleveren. Je zou kunnen kij ken naar de detaillisten, daar zit wel een probleempje met vergunningverlening, dat weet ik ook wel. Maar in feite moet je uiteindelijk zijn bij de rijksoverheid, want wat wij hier nu aan het doen zijn is een soort symptoombestrijdingdiscus- sie en in feite hoort deze discussie thuis in de Tweede Ka mer in Den Haag. Zo lang het daar niet goed opgelost wordt,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 59