Blad 30 Verslag van de raadsvergadering van 14 juni 1999 betrekking tot de Verkeerswet. Ik heb mij laten vertellen, en dat vind ik vreselijk verleidelijk, dat je met een beste borrel op in die witkar kunt rijden, zonder dat er wat ge beurt. Misschien dat de moeder van het huis ons dan niet meer naar binnen laat, maar dat zien we dan wel weer. Mevrouw Mol: Onze fractie vindt het een sympathiek voor stel. Het vergroten van mobiliteit voor ouderen is een heel goed idee. Over de uitvoering ervan is voor ons nog wel enige onduidelijkheid en met name wat het gebruik in de praktijk betreft, want vijf witkarren is natuurlijk niet zoveel op het totale aantal bejaarden in de tehuizen. Het is al eerder genoemd en ook wij vragen ons af, dekt dat dan wel een beetje de behoefte? Wat de afschrijving betreft hebben wij ook wat vragen en willen we graag weten hoe dat zich verhoudt. We hoorden net al even een periode van vier jaar. Ik wil daar graag van de wethouders het antwoord op weten. Verder begrijpen we dat daar dus nog wel het een en ander te overleggen valt. Hoe valt het te continueren als het project wel een succes wordt, kun je dan verder gaan, want het is uiteindelijk een eenmalige financiering en wat doen we dan vervolgens? Dan wat betreft het onderhoud. Er wordt gesproken dat het onderhoud verzorgd zal worden door het Friesland College. Als ik goed ben geïnformeerd gaat volgend jaar de unit MBO Vervoer en Logistiek naar Heerenveen. Hoe komen we dan uit met het onderhoud door het Friesland College? Dus al met al wel wat kritische vragen. Op zich staan wij positief tegenover het voorstel, maar ik zou er nog wel aan hechten in de commissie het een en ander te door te spre ken De heer Stoker: Ik wou slechts opmerken dat wij het een goed plan vinden. Ik maak daar geen problemen van, ook geen 86. Dus wij stemmen hier van harte mee in. De heer Van Mourik: Even voor de goede orde mevrouw de voorzitter, het is een initiatiefvoorstel. Moet het college nu reageren of moeten de indieners het voorstel verdedigen, wat is verder de gang van zaken? De Voorzitter: Ik was bang dat een van u zoiets zou zeggen. Wat wij doen is tegen het protocol. We hadden schriftelijk het initiatiefvoorstel moeten beantwoorden en helaas is dat er niet van gekomen. Dat betekent dat, nadat de indieners Blad 31 Verslag van de raadsvergadering van 14 juni 1999 het woord hadden gevoerd, wij het woord krijgen en vervol gens u. Maar ik dacht: ach, u neemt het ons wellicht van avond, op deze zomerse avond, niet kwalijk. Mevrouw De Haan (weth.): U heeft het procedurele punt hier mee afgehandeld. Het ware beter geweest als er een pread vies had gelegen. Ik ben er vanuit gegaan, dat het bij Per spectief gewoon in het totaalverhaal werd meegenomen. Dan had ik mij voorbereid op een antwoord van de kant van het college. Dat zal ik nu geven. Wij hebben het idee bekeken en vinden het als college inte ressant, het doel sympathiek. Het past in het ouderenbeleid in die zin van, dat je probeert te stimuleren ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten zijn. Daar past het in. Het is een experiment wat ons betreft. Dat zeg ik ook nog eens naar de heer Van der Brug. Omdat natuurlijk nog moet blijken in hoeverre zo'n plan ook echt gaat slagen. We gaan er voorlopig vanuit dat er belangstelling voor is op basis van de signalen die we daarvoor gekregen hebben. Ik stel voor ons gewoon te laten informeren hoe het project verder loopt en dan komen we daar vanzelf achter. In die zin is het een kwestie van uitproberen. Ik denk dat het interessant is, omdat er een aantal kanten aan zitten die het project als zodanig een aantal combina ties geeft. Dan bedoel ik het leer-werkproject van het Friesland College, waardoor zo'n plan ook een betere basis krijgt. Voor ons is interessant het feit, dat niet wij het project gaan uitvoeren, maar dat iemand de volledige ver antwoordelijkheid daarvoor draagt. Dus ook voor alle verde re praktische vragen die u gesteld heeft. Het idee is de stichting 'Vrienden van daar is overleg mee geweest en die zijn daartoe bereid. Ik stel voor dat wij van de kant van de gemeente, als de raad hier vanavond ja tegen zegt, en ik begrijp dat de meeste daar positief over zijn, die stichting vragen dat te bevestigen. Daarmee moeten zij ook een contract met het Friesland College over het onder houd voor hun rekening te nemen, de regelingen hoe bewo nerscommissies omgaan met de verdeling van wie wanneer mag, afschrijvingsproblemen, enz. enz. Dat dat allemaal niet bij de gemeente ligt, maar dat een rechtspersoon daar de ver antwoordelijkheid voor neemt en wij niet meer zijn dan sub sidiegever en hooguit de stichting vragen ons te informeren over hoe het gaat. Er wordt gevraagd hoe het gaat als het een groot succes wordt? Dan neem ik aan dat wij ons moeten voorbereiden op de vraag of wij een heel succesvol project in het reguliere beleid zijn ingang kunnen doen laten vinden. Het is de bedoeling dat de witkarren bij bejaardentehuizen gestationeerd worden. Ik neem aan dat de bewoners van die

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 16