Blad 26
Verslag van de raadsvergadering van 12 juli 1999
De heer Drewel en de heer Feddema hebben gesproken over de
integrale visie die nu wordt voorbereid. Dat het nu een
keuzemoment is, ook vanwege die datum, dat we dit hebben
moeten inleveren. Ik heb inderdaad nu ook gesprekken inmid
dels met inspectie, puur om de situatie uit te leggen. Op
30 augustus, dat is onderhand wel bekend, komt Staats
secretaris Remkes naar Leeuwarden en staat dit al op de be-
spreekagenda. We zullen echt ook aantonen dat een andere
procedure van werken zeer onverstandig zou zijn. Dat bent u
hoop ik met mij eens.
De heer Boorsma: Ik verbaas me hier een beetje over. Toen
ik de vorige keer in de commissie die 55 woningen aankaart
te, was de wethouder verbaasd en een aantal mede commissie
leden ook, dat het in elk scenario naar voren stond. Ik
meende, als ik me goed herinner, dat toen is gezegd: wij
weten niet goed hoe dat zit, dat gaan we even uitzoeken. Ik
vind het een beetje verbazingwekkend, ik heb het idee dat
ik een beetje in het niet wordt gestuurd, als ik nu hoor
zeggen dat het in die visie ook wel weer terugkomt. Dan
komt er heel wat in.
Mevrouw Inberg: Ik vind het niet zo erg dat ons een keer de
oren gewassen wordt over wat we in de commissie hebben ge
zegd en we hier wensen te herhalen. Het is toch zo, meneer
Bilker, dat met het hele tumult over de sloop van die flats
juist is gezegd: we gaan niet nog een keer de fout in en we
sturen een aanvraag voor een rijksbijdrage weg, zonder dat
er met de bewoners is overlegd en gekozen is voor een sce
nario. Nu herhaalt zich dit toch, ondanks dat u, daar ben
ik echt van overtuigd, van goede wil bent en de wijk onder
hand platgegooid wordt met overleg. Maar nu ontstaat toch
weer dezelfde situatie en is er wat geschuifel over welke
datum dan van kracht zou zijn. Maar 1 juni is een datum die
altijd gespeeld heeft. Wij hadden daar rekening mee moeten
houden. Nu gaan er toch weer drie scenario's heen, waar de
buurt zich niet over heeft uitgesproken en waar de raad
zich niet over heeft uitgesproken. Daar blijven wij dan
over van mening verschillen. Ik wil dat toch nog eens bena
drukken
Ik heb in de commissie ook al gezegd dat wij er mee instem
men, want er is geen andere weg meer. Dan moeten we weer
helemaal gaan spitten naar hoe dat zat met die datum. Het
wordt een hele vervelende kwestie. De datum van 1 juni was
wel bekend en 1 november was als een mogelijkheid van uit
loop bekend. We hadden er rekening mee moeten houden dat
het eerder ingediend moest worden.
Blad 27
Verslag van de raadsvergadering van 12 juli 1999
De heer Roekiman: Wij wensen totaal niet in herhaling te
treden. Wat mij betreft heeft de wethouder in ieder geval
duidelijk aangegeven wat het probleem is van de termijnen.
Aanvankelijk was dat 1 november. Hij heeft keurig uitgelegd
dat het nu anders ligt. Wat mij betreft is dat een afdoende
antwoord. Wij wachter de uitvoeringsplannen af. Dat staat
ook in de stukken. Dan zullen we inhoudelijk ingaan op het
totaal. Wat mij betreft is dit voldoende en akkoord.
De heer Bilker (weth.): De 55 woningen is een toezegging
over gedaan. Dat wordt uitgezocht op dit moment hoe dat er
precies in zit wat dat precies voor woningen zijn. Er is
trouwens niet alleen sprake van 55 woningen. Er is een hele
serie per scenario waar het over kan gaan.
Mevrouw Inberg, ik geef eigenlijk een beetje de moed op om
het weer uit te leggen, want kennelijk begrijpen we elkaar
niet. Dan heb ik zelf het idee aan wie het zou kunnen lig
gen.
De gedoogruimtes zijn nog opmerkingen over gemaakt. Ik kijk
wat dat betreft naar mijn collega.
Mevrouw De Haan (weth.): Misschien in het kort de stand van
zaken. De gedoogruimte of gebruikersruimte, hoe je het ook
zeggen wilt, is een laagdrempelige voorziening die vooral
in het kader van overlast her en der in het land zijn waar
de bewijst. Wij zijn daar voorstander van. Praten daar over
met politie, met verslavingszorg en met de opvangvoor
zieningen om te kijken hoe we dat kunnen realiseren. De
vraag voor mij is nog, gaan wij toe naar één gedoogruimte
in de stad? Zo ja, waar moet die dan komen? Is de binnen
stad dan het meest aangewezen of gaan we toe naar een aan
tal gedoogruimtes in de stad om, zoals in de nota van de
CDA-fractie staat, de overlastproblematiek zoveel mogelijk
te verspreiden. Voor mij is zeer de vraag of je een aantal
kunt bemannen.
(De heer Jacobse: Mag ik vragen wat de relatie is met deze
projectaanvraag? Dat is mij niet helemaal helder
Ik reageer alleen maar, omdat een aantal mensen de gedoog
ruimte noemt en ik bereid ben te vertellen hoe de stand van
zaken is. Meer is het niet.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemmening wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.