Blad 28
Verslag van de raadsvergadering van 12 juli 1999
De Voorzitter schort om 20.50 uur de vergadering.
De Voorzitter heropent om 21.15 uur de vergadering.
Punt 18. (bijlage nr. 85).
De Voorzitter: Aan de orde is verwerving en vervreemding
van diverse onroerende zaken.
De heer BoorsaaIk heb één korte vraag. Dat betreft bij
verwerving punt 3. Daar is een post overige van f 14 mil
joen. Dat vind ik een beetje merkwaardig. Kunt u daar enige
toelichting op geven?
De heer Brok (weth.): Dat is inderdaad een aardig bedrag.
Dat heeft te maken met een aantal gronden in de gemeente
die we verworven hebben, waarvoor ik u gaarne verwijs naar
de stukken die daarover ter inzage hebben gelegen.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemmening wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
Punt 19, 20, 21, 22 en 23 (bijlage nrs95, 99, 94, 93 en
92)
Zonder hoofdelijke stemmening wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
Punt 24 (bijlage nr. 91)
De Voorzitter: Aan de orde is Aanpassing Verordening leer
lingenvervoer gemeente Leeuwarden.
De heer Wijmenga: Zonder dat wij de discussie in de commis
sie willen overdoen, wil ik kort stilstaan bij dit punt.
Wij hebben hij de behandeling van de Perspectiefnota iets
gezegd over de volgorde van behandelen. Eerst een bezuini
ging opvoeren en dan later nog inhoudelijk over het punt
spreken. Dat wil ik toch nog een keer in herinnering roe
pen, omdat ik denk dat als je kijkt naar het democratisch
gehalte van deze vorm van besluitvorming, wij van mening
zijn dat er toch wel een slecht signaal vanuit gaat.
Blad 29
Verslag van de raadsvergadering van 12 juli 1999
(De heer Jacobse: Ik wil u er wel op wijzen dat we dat na
tuurlijk heel en heel frequent doenmet uw instemming.
Ik wilde dat in dit verband toch nog een keer herhalen.
De wijziging van onder andere de Wet op het primair onder
wijs geeft de gemeente meer vrijheid bij het uitvoeren van
de regeling omtrent het leerlingenvervoer. In de considera
tie van de wetswijziging is opgenomen dat de wijziging is
bedoeld om de bijdrageregeling voor het leerlingenvervoer
te verruimen. De wijze waarop daar in Leeuwarden invulling
aan is gegeven pakt voor de burgers evenwel negatief uit.
Met name voor een groep die geen vrije keus heeft als hun
of kinderen naar het speciaal onderwijs gaan. Dit heeft
voor die gezinnen gevolgen. Vaak niet alleen emotioneel
maar ook financieel. Kijkend naar de beginselen waar wij
als partij voor staan, zal het u duidelijk zijn dat wij het
uitgangspunt, dat ouders hun eigen verantwoordelijk hebben
voor hun kinderen, onderschrijven. Ook als het gaat om het
van en naar school brengen en halen van kinderen. Ouders
moeten daar zoveel mogelijk zelf voor zorgen. De CDA-
fractie vindt het daarentegen ook reëel dat naar de bijzon
dere positie wordt gekeken waarin die ouders en hun kinde
ren zich bevinden. Een en ander moet tot uitdrukking komen
in de gemeentelijke regelgeving.
Tegen de achtergrond van deze overwegingen heeft de fractie
het voorstel van het college beoordeeld. Ik wil kort ingaan
op de beslispunten.
Wij zijn ingenomen met de bekostiging van vervoer naar het
tijdelijk verblijf, het opvanghuis. Ten aanzien van de cen
trale opstapplaatsen ga ik ervan uit dat wij op dit moment
daar geen uitspraak over hoeven te doen.
Wij zijn het eens met het college als het gaat om het niet
opnemen van de fiets en bromfiets als mogelijkheid voor ei
gen vervoer, waar een vergoeding voor zou kunnen worden ge
geven
Wij kunnen niet instemmen met de wijziging ten aanzien van
het afstandscriterium. Daar willen wij een motie voor in
dienen, die er eigenlijk kort gezegd op neerkomt de huidige
regeling te handhaven.
Punt 5 heeft onze instemming.
Punt 6 de invoering van een drempelbedrag en de financiële
bijdrage hebben we nog enkele vragen over. In het rapport
van BMC wordt ten aanzien van de invoering van een drempel
bedrag geconstateerd dat een zeer kleine groep verhoudings
gewijs aanzienlijk meer gaat betalen. Geldt die drempel-
bijdrage per gezin of per kind? Dit gegeven, dat op zijn
minst om uitleg vraagt, wordt in de stukken niet nader uit
gewerkt. Kan de wethouder aangeven wat de financiële conse
quenties zijn als wordt afgezien van de invoering van een
drempelbedrag?