Blad 32 Verslag van de raadsvergadering van 12 juli 1999 de helft van het Rijk daarvoor terug en wij hebben f 4.000,- aan eigen inkomsten. Ik ben het eens met de constatering in de nota, die door het college is overgenomen, dat de verantwoordelijkheid voor het schoolbezoek ten principale bij de ouders ligt. Wij als D66-fractie kiezen daar ook heel duidelijk voor. Er wordt gezegd, ouders moeten ook een aantoonbare inspanning hebben gepleegd om een beroep te kunnen doen op de tege moetkoming zoals die in de nota voorligt. Ik ben er van overtuigd dat je maatschappelijke problemen niet kunt op lossen door ze af te wentelen op de overheid, in dit geval door oplossingen te zoeken juist in deze nota leerlingen vervoer. Ik denk dat daar andere mogelijkheden voor zijn, maar die moet je niet hier vandaan halen. Daar is deze ver ordening voor. We hebben het hier over een tegemoetkoming in de kosten voor leerlingenvervoer. Als ik kijk wat de wettelijke ruimte is en kijk naar de ruimte die de rechter geeft, als ik kijk hoe zorgvuldig door de dienst en door het college gekeken wordt en omgegaan wordt met de bezwaar schriften, dan denk ik dat deze gemeente een acceptabel be leid voert ten aanzien van leerlingenvervoer en ten aanzien van de financiering daarvan. Ik denk ook dat het alleszins gerechtvaardigd is, als je dat laatste stukje wat je nog ter beschikking hebt, nu gaat inzetten. Dat is dus ook, wat betreft mijn fractie, de reden waarom wij zullen zeggen te gen u als college: gaat uw gang, wij gaan akkoord met de ophoging van dat afstandscriterium naar 6 km, kijkend ook naar de jurisprudentie. Ik denk dat ik daarmee voldoende gezegd heb. Ik hoef alle punten niet langs te lopen. Wij steunen het voorstel zoals dat door het college naar voren gebracht wordt. De heer Roekiman: Inzake de aanpassing van de Verordening leerlingenvervoer heeft de fractie van PAL/GroenLinks in de functionele commissie aangegeven akkoord te gaan met voor stel nummer 6, de invoering van een drempelbedrag en een financiële bijdrage. Wat betreft het optrekken van het afstandcriterium naar 6 km heeft mijn fractie een voorbehoud gemaakt. Wij hebben dit punt nader bekeken en komen tot de eindconclusie dat het geen goede zaak is om het afstandcriterium van 6 km in te voeren. De invoering van het afstandcriterium van 6 km zal als gevolg hebben dat ouders met kinderen, die in de stad wonen en naar school gaan, in de meeste gevallen niet meer in aanmerking zullen komen voor leerlingenvervoer. Wij zijn ons er van bewust dat het 6 km criterium een landelij ke richtlijn is, maar tegelijkertijd is de toepassing hier van niet als zodanig verplicht gesteld. Voor Leeuwarden heeft de toepassing van de 6 km grens een veel grotere con Blad 33 Verslag van de raadsvergadering van 12 juli 1999 sequentie als voor de grote steden, althans de stad Rotter dam. Zoals ik eerder gesteld heb zal de toepassing van het af standcriterium van 6 km als gevolg hebben dat een onverant woord groot aantal mensen niet meer gebruik kan en zal ma ken van het leerlingenvervoer, terwijl de noodzaak hiervan aanwezig is in verband met medische en sociale redenen. De fractie van PAL/GroenLinks stelt voor om de huidige syste matiek wat betreft het afstandcriterium te continueren. Derhalve gaat de PAL/GroenLinks-fractie niet akkoord met voorstel nummer 4 en heeft voldoende reden gezien om de mo tie, zoals de CDA-fractie heeft verwoord, mede te onderte kenen. Tot slot, voorstel nummer 3. Het college stelt voor om een fiets of bromfiets niet te beschouwen c.q. niet op te nemen als eigen vervoer. In de functionele commissie heeft mijn fractie aangegeven wel een fiets of een bromfiets op te willen nemen in de verordening voor het leerlingenvervoer. De argumentatie van het college dat de uitvoering van een vergoedingsregeling voor een fiets te arbeidsintensief is, deelt mijn fractie niet. In de commissie hebben wij name lijk een voorstel gedaan om tot een eenvoudige brede syste matiek te komen. Wij vragen het college nogmaals naar ons voorstel te kijken en deze alsnog mee te nemen in de bere- keningsystematiek, dan wel het opnemen van de fiets als ei gen vervoer. Kortom wij gaan niet akkoord met voorstel nummer 3. Mevrouw Van Ulzen: Wij hebben als Leeuwarden het probleem dat er veel leerlingen van buiten Leeuwarden naar scholen moeten voor speciaal onderwijs. Ik wil er wel op wijzen dat het gaat om een bedrag van f 1,3 miljoen en het moet toch mogelijk zijn om daar f 50.000,- op te bezuinigen. Wij be steden gemiddeld een bedrag van f 645,15. In Leeuwarden wordt er bijna 50% meer besteed per leerling zijnde f 6.546,67 (ik wil u de centen niet ontnemen). Wij vinden het een alleszins redelijk voorstel. Op dit mo ment wachten wij op een gezamenlijke aanbesteding. Ik weet ook dat mensen die er problemen mee hebben dat er een hard heidsclausule is, bezwaar kunnen aantekenen en dat daar door de dienst heel serieus naar gekeken wordt en heel se rieus mee wordt omgegaan. Als ik de motie bekijk krijg ik het gevoel, dat is hier al vaker vertoond, dan gaat het om CDA, SP (SP neem ik het niet kwalijk, want die jongens kun nen niet anders) en ook de heer Roekiman, spiegeltje spie geltje aan de wand, wie is er het sociaalste in dit land. Als wij ons maar kunnen profileren op deze manier. Wij wachten op dit moment op de gezamenlijke aanbesteding. Het kan zijn dat daar voordeel uit te behalen valt. Toch

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 17