Blad 36 Verslag van de raadsvergadering van 12 juli 1999 bedrag, dan kiest u voor de bedragen die nu in de stukken ook staan. Ik ga er vanuit dat de meeste fracties voor het drempelbedrag kiezen. De meeste moeite zit in het afstandcriterium. Wij zeggen dat doorslaggevend voor ons is dat zowel de wet de ruimte laat tot 6 km te gaan, de VNG adviseert ons die 6 km in te voeren en heel veel gemeenten in het land al op de 6 km zitten. Dat zijn eigenlijk de argumenten voor ons om naar die 6 km te gaan. Wat ons betreft dachten wij redelijk, zij het dat voor een aantal mensen dat pijnlijk is. Er zijn een aantal heel concrete vragen gesteld door de PvdA-fractie, waarvan ik liever had gehad dat ze in de com missie waren gesteld, omdat ik hier de ambtelijke organisa tie niet achter mij heb om dat even door te rekenen. Die punten die aan de orde zijn geweest in de vergadering met de ouders en in vergadering met de commissie hebben we na gezocht. Maar er worden nu weer een aantal nieuwe dingen naar voren gebracht, waar ik niet meteen concreet het ant woord op weet. Maar ik zal kijken waar we komen. Het drempelbedrag is volgens mij per gezin. Dat in de eer ste plaats. Het tweede is de klachten bij het busstation. Ik heb toege zegd dat we dat zullen bespreken met de vervoermaatschap pij Dat zal ik doen, dat is overigens nog niet gebeurd. Ik zal hen er zeker op aanspreken dat wij daar klachten over ontvangen en vragen wat ze daaraan kunnen doen. De heer Boorsma heeft gezegd, ik maak verschil tussen ge wenst en noodzakelijk en bij gewenst denominatie. Het is een feit dat als je kijkt naar het totale bedrag, het al lergrootste deel daarvan gaat naar die kinderen die ver buiten de gemeente vervoerd worden, omdat hun ouders kiezen voor bijzonder onderwijs. Ik heb gezegd, dat is wat mij be treft absoluut niet ter discussie, want die keuze is in de wet geregeld en daar gaan wij niet aan tornen. Daar mag ie dereen van vinden wat hij vindt. Maar het is op dit moment niet aan de orde, dus willen we er ook niks aan doen. Verder heeft hij ook over het afstandcriterium gepraat en gezegd dat het Rijk maar met meer over de brug moet komen. Dat zit er, denk ik, voorlopig althans, niet in. De heer De Jong is het in grote lijnen eens met het verhaal en zegt: eigenlijk is het het laatste sluitstukje wat je in het kader van het leerlingenvervoer nog kunt doen. Ik denk dat dat waar is. Het is aan de raad om daar voor te willen kiezen, ja dan nee. De heer Wijmenga heeft gezegd dat er een kleine groep is die meer moet gaan betalen. Dat is inderdaad een feit. Als je kijkt naar het leerlingenvervoer en je kijkt naar waar Blad 37 Verslag van de raadsvergadering van 12 juli 1999 het geld aan uitgegeven wordt, dan kunnen wij in het groot ste gedeelte geen verandering in aanbrengen. Er is een hele klein groep, met name de groep die in het drempelbedrag om hoog gaat. Het overgrote deel van die groep zit met het in komen onder die f 39.000,- en betaalt geen eigen bijdrage. Het is een klein stukje wat daarboven zit. Dat is een klein groep De heer Roekiman. Nog even terugkomend op de fiets en de bromfiets waarvan hij zegt, wij zouden graag willen dat dat wel opgenomen wordt. Daar zitten wat ons betreft, heb ik uitgelegd in de commissie, puur pragmatische argumenten on der. Het is dermate ambtelijk intensief dat je in feite meer zou moeten uitgeven aan de ambtelijke kosten dan dat je er voordelen uit zou weten te behalen. Dat is de reden waarom wij gezegd hebben, daar beginnen we niet aan. (De heer Roekiman: Wilt u naar mijn voorstel kijkenwel licht biedt dat soelaas.) Mevrouw Van Ulzen heeft gesproken over de gezamenlijke aan besteding. Die zit er aan te komen. Wellicht zijn wij ook in staat een voordeel te behalen door die gezamenlijke aan besteding van leerlingenvervoer, Wvg-vervoer en stadsver voer. Dat staat los van de verordening. Je moet in je ver ordening regelen wat je wilt. Op het moment dat je nog een voordeel zou weten te halen, dan is dat in het kader van vervoer of in het kader van de gemeentebegroting, hoe je als raad daar ook over beslist later. Maar je moet nu je verordening regelen. Dan heeft mevrouw Van Ulzen een suggestie gedaan en gezegd zou je niet scholen wat meer vrijheid geven, zodat ze zelf hun voordeel kunnen behalen en hen zelf het vervoer laten regelen. Op zichzelf is dat wel een aardige gedachte, maar dan moet zij niet vergeten dat wij niet alleen praten over scholen hier in Leeuwarden, maar wij praten over scholen over de hele provincie verspreid. Ik weet niet of zij ook bedoelt dat wij bijvoorbeeld de scholen in Drachten en weet ik waar, als gemeente Leeuwarden allemaal eigen bussen zou den moeten gaan geven. Ik denk dat dat niet de bedoeling is. Zelfs al zou iedere school een eigen bus hebben, dan nog kan iedere school niet met één bus al zijn leerlingen op tijd in de klas hebben. Dan mogen ze wel 's morgens om halfzes beginnen. Mevrouw Van Ulzen denkt alleen aan de Leeuwarder kinderen, maar dan nog moeten we de verordening vaststellen voor al die andere kinderen, want dat is het gros Denominatie ben ik op ingegaan. Mevrouw Dikken vindt de km grens het grootste probleem. Zij heeft een aantal hele concrete vragen gesteld. Als je de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 19