Blad 40 Verslag van de raadsvergadering van 12 juli 1999 al een paar keer over communicatie gehad - in de commissie aan de orde te stellen. (Mevrouw Van Ulzen: Dan wil ik toch de PvdA-fractie even in bescherming nemen. Want het gebeurt natuurlijk uitermate zelden dat men met zulke gedetailleerde vragen komt.) De heer Boorsma: Ik wil eerst ten aanzien van de motie nog een opmerking maken. Niet dat wij onze steun zullen intrek ken. Er staat een verkeerde datum boven, dat ten eerste. Ten tweede ben ik van mening dat de wethouder een fout heeft gemaakt net toen zij stelde dat het drempelbedrag per gezin is. Terwijl in artikel 23, lid 2 duidelijk staat dat het per leerling, per schooljaar is. Ik denk dat zij be doelt dat het gezamenlijk inkomen van de ouders wordt beke ken. Dat is, denk ik, wel een wezenlijk verschil waar het hier om gaat. Wij ondersteunen de motie nog steeds. Wat betreft de dek king wil ik het nog gemakkelijker maken. Wij hebben de af gelopen periode gezien dat er f 7 miljoen minder uit de al gemene middelen gaat dan dat we gehoopt hadden. Daar zou je het de komende 140 jaar voor kunnen dekken. Dat is wel erg gemakkelij k De heer Jacobse: In de Commissie Bestuur en Middelen, voor afgaande aan de Perspectiefnota, hebben wij geen voorbehoud gemaakt tegen de bezuiniging die hier ingeboekt is. Het zelfde hebben wij niet gedaan bij de behandeling van Per spectief. Dat betekent dat wij in principe bereid zijn f 50.000,- hierop de bezuinigen. In de commissie heeft collega Van de Brug, gehoord de dis cussie die daar is geweest over het afstandcriterium, een voorbehoud gemaakt om dat nog eens in de fractie te bespre ken. Dat hebben wij ook gedaan. Wij zijn van mening dat als ouders om hun moverende rede nen, dat kunnen diverse zijn, willen kiezen voor een andere dan een dichtstbijzijnde school, dan is het niet onredelijk dat die ouders hier in principe zelf de financiële conse quenties van dragen. Indien ouders om financiële redenen geen keuze vrijheid zouden hebben, dan geldt voor hen het inkomenscriterium. Met andere woorden, wij vinden het voor stel van het college niet onredelijk. Wij vinden dat er goede opvang is gecreëerd voor probleemgevallen. Wij vinden dat het afstandcriterium van 6 km uiteraard altijd een dis cutabele is, maar dat het niet onverstandig is om aan te sluiten bij landelijke regelgeving. Kortom wij vinden iedere bezuiniging uiteraard pijnlijk, want altijd is er iemand of een groep die er uiteindelijk voor op moet draaien. Wij vinden het voorstel van het col lege niet dusdanig onredelijk dat wij hiervan zouden moeten afzien. Wij steunen derhalve uw voorstel. Blad 41 Verslag van de raadsvergadering van 12 juli 1999 De heer Roekiman: Nog een aantal kleine dingen, met betrek king tot een eenvoudige rekensystematiek voor de fiets en bromfiets verwijs ik naar het verslag van de commissiever gadering. Daar heb ik nadrukkelijk een eenvoudige systema tiek voorgesteld. Ik wens, en ik hoop dat het college daar nogmaals naar gaat kijken, zodat dit alsnog meegenomen kan worden. Met betrekking tot de motie het volgende. Volgens mij, als ik me kan herinneren, heeft de wethouder in het kader van de behandeling van Perspectief gezegd, er komt een notitie. Laten we daar de finale bepaling dan maar doen. Laten we er dan inhoudelijk over spreken en dan nemen we alsnog een be sluit. Dus de reactie, wat is de dekking, vind ik een beetje flauw van een aantal fracties. Overigens zijn wij er niet vies van om pre-prioritering te doen. In het verleden is het meerdere malen gebeurd. Wat mij betreft wordt hier een pre-prioritering van gemaakt. Mevrouw De Haan (weth.)Ik begin met het laatste. Omdat ik net begon met het is een bezuinigingsvoorstel, daar staat f 50.000,- voor. Of je het bij de Perspectiefnota afschiet of nu, maakt natuurlijk in principe niet uit. Als de raad het afschiet, ligt er een gat van f 50.000,- en geldt na tuurlijk dat we dat gat weer moeten dichten. In die zin zijn de opmerkingen van mevrouw Van Ulzen terecht. Ik denk dat op het moment dat je zo'n bezuinigingsvoorstel af schiet, dat je dan op het bordje van het college - eigen lijk zou dat de raad onwaardig moeten zijn - een probleem legt, zonder aan te geven hoe we dat moeten oplossen. Ik ga er vanuit dat u dat weet. Op zichzelf wil ik graag de dis cussie, zoals mevrouw Van Ulzen hem hier aankondigt, rich ting raad terugsturen. Mevrouw Dikken heeft gezegd dat de motie voor een aantal leden van de PvdA-fractie in die zin te ver gaat, dat zij zeggen, wij willen het eigenlijk laten ingaan voor die men sen waarvan de kinderen naar het speciaal onderwijs gaan, omdat je daar geen keuze hebt. Bij het gewone basisonder wijs geldt dat niet. Dat is een standpunt, denk ik. De an deren gaan akkoord met het collegevoorstel. Er is nog eens gewezen op de uitzondering die het college kan maken. Ik kan u zeggen dat dat doorgaans is op sociale en financiële gronden. Die uitzondering wordt natuurlijk grondig onder zocht. Daarbij gaan we niet over één nacht ijs. Maar ik moet wel concluderen dat die uitzonderingen toenemen. In zijn algemeenheid geldt bij deze hele regeling, zo hebben wij daar tegenaan gekeken, dat je met de nieuwe wetgeving hier weer nieuwe regels gemeentelijk vastlegt. Wat dat be treft moet je de toekomst in de gaten houden en het niet

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 21