Blad 28 Verslag van de raadsvergadering van 13 september 1999 zeggen, kijk daar nog eens naar. Ik ben blij dat u dat in die zin ook heeft gedaan. Wij vinden de omvang van het concentratiegebied lastig. Daar spelen een aantal vraagpunten, maar ook dilemma's, duidelijk een rol. Wij blijven vinden dat als het concen tratiegebied tot aan de Peperstraat, een aantal panden te ver is. De uitwaaiering die daar dan gaat plaatsvinden, heeft de heer Jacobse ook op gewezen, daarbij ook nog de vraag of de laatste panden - 10, 12 en 14 - nu wel of niet bij het concentratiegebied horen. De andere panden zijn volstrekt helder. Maar hier is enige onduidelijkheid over. Laat er geen misverstand over bestaan, mijn fractie is in ieder geval tegen die laatste drie panden, want wij vinden dat daar een te negatieve uitstraling van _ou uitgaan. Ik zie dat het pand van de kapper al leeg is, wie weet wat daar op korte termijn gaat gebeuren. Graag daar duidelijk heid over. Wij snappen ook wel dat het marktmechanisme hier zijn werk doet. Wij snappen ook dat door allerlei inrichtingseisen, die wij nu met elkaar stellen, de 5 m2 en allerlei andere inrichtingseisen die wij nog gaan stellen, in de panden minder ruimte komt, zodat men wellicht behoefte heeft aan meer ruimte. Maar weegt dat op? Zijn dat de argumenten die het college alleen hanteert om het aan de westzijde te hou den. Wij hebben in de commissie ook nog eens gekeken of het misschien verstandig om toch nog eens naar die oostzijde te kijken aan het begin. Ik zou daar toch graag nog wat nadere toelichting op willen hebben. Wat ons betreft graag toch een beperking, omdat wij bang zijn voor een negatieve uit straling, in relatie met de argumenten. Ik hoop dat wij die gedachtewisseling nog kunnen voeren. Handhavingsbeleid, ook daar het dilemma. Feitelijk, is de constatering van mijn fractie dat wij straattippelen gedo gen, materieel gebeurt dat gewoon. U hebt gezegd in de com missie: bij excessen treden wij op. Ik denk dat het goed is om een keer helder te formuleren dat dat zo is. Ik lees en ik hoor ook dat politieagenten op zich de mogelijkheid heb ben om straattippelaars te doen verwijderen van de plek waar zij bezig zijn. Maar dan blijft het dilemma natuur lijk, waar gaat men dan naar toe. Ik denk dat het goed is en ik neig ook wel die kant uit, ik heb ook gespeeld met de gedachte van de tippelzone. Wij hebben daar in de commissie uitvoerig over gedebatteerd met elkaar. Ik denk dat het verstandig is, na de interventie van de heer Bangma, om die bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving in samenspraak in ieder geval een kans te geven. Daarbij wil ik niet zover gaan als de heer Jacobse en zeggen dat wij over twee jaar maar weer eens moeten kijken. Ik zou er voor zijn om u in het voorjaar van 2001, wij gaan ervan uit dat de nota dan een jaar in werking is, met de Commissie Openbare Orde daar nog eens goed naar te kijken. Zoals ik ook hoop dat wij op Blad 29 Verslag van de raadsvergadering van 13 september 1999 zeer korte termijn in de Commissie Openbare Orde het hand- havingarrangement, waar u over spreekt, eens kunnen bekij ken. Maar de feitelijke constatering is dat wij gedogen. Ik denk dat het goed is om dat dan maar eens helder te zeggen. De situatie op de Weaze stemt niet vrolijk, illegale pros tituees, een louche sfeer, overlast van straatprostitutie Het gebeurt ook dat tippelaarsters klanten oppikken en die notabene meenemen en bedienen in panden als Weaze 23 en de Ayttasteeg 6. Die panden zijn door de gemeente gesloten. Ik heb daar in de commissie naar gevraagd, ik heb geen ant woord gekregen, maar ik ga ervan uit dat dit nu definitief tot het verleden behoort De zwakten die er zijn in de Vreemdelingenwet, de herstruc turering rond de vreemdelingendienst, ik hoop van harte dat dat aangepakt wordt. Dat is meer een zaak van landelijk be leid Ik ben het eens met uw opmerkingen in de raadsbrief die voorligt ten aanzien van de GGD. Ik zou dit ook wel ietsje sneller willen hebben, maar ik snap dat dat enige tijd no dig heeft. Maar ik hoop dat bij de GGD, na alle perikelen rond fusieprocessen enz., nu weer een sfeer ontstaat dat men daar ook iets aan zou kunnen doen. Wij blijven u steunen op alle mogelijke maatregelen die voorgesteld worden ten einde ook het gezondheidsbeleid te bevorderen De leges zijn wat ons betreft, wij hoeven daar geen discus sie meer over, akkoord. Tot slot het concentratiegebied en de uitbreiding naar de Peperstraat. Ik zou graag willen dat u daar nog op terug zou komen. Mevrouw Uiterwijk Winkel: Met de nota over het prostitutie- beleid wordt een goede aanzet gegeven om dit beleid uit te voeren. Wij zijn blij dat deze nota er nu ligt, want het ziet er naar uit dat per 1 januari 2000 eindelijk het bor deelverbod zal worden opgeheven. Ik zeg eindelijk, omdat hierover al jaren wordt gesproken. De fractie van PAL/GroenLinks is altijd al een groot voorstander geweest van het opheffen van dit verbod, omdat daardoor de prosti tutie in bordelen gelegaliseerd wordt. In eerdere notities van ons, die in 1987 en 1998 verschenen over dit onderwerp, is dit standpunt ook al naar voren gebracht. Het prostitu- tiebeleid is voor mijn fractie meer dan een openbare orde probleem. Terecht wordt in deze nota opgemerkt dat met het vaststellen van het prostitutiebeleid de positie van de prostituees verbeterd wordt. Dat is voor de PAL/GroenLinks- fractie ook altijd het uitgangspunt geweest bij deze noti-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 15