Blad 36 Verslag van de raadsvergadering van 13 september 1999 een overlast buiten op straat. Zij zeggen alstublieft, doe mij dat niet aan, die oostkant. Heel bewust hebben wij ge zegd, jammer voor de exploitant, u heeft gehoord in zijn inspraak dat hij aan een huurcontract zit enz. Dat zijn private zaken, daar treed ik niet in, maar voor het beleid zeggen wij ten stelligste: die oostkant niet. Daar zijn wij heel duidelijk in. Vijf jaar krijgt hij de tijd, dat moet juridisch, want men moet de tijd hebben om het af te bou wen. Hij kan naar de westkant, hij hoeft niet. Ook in de vijf jaar dat hij daar mag blijven zitten, zal hij moeten voldoen aan de voorwaarden die wij stellen aan de exploita tie, zowel als aan de inrichting. Dat geldt ook voor de Groningerstraatweg, dat geldt ook voor de Heerestraat. Al leen bij Escortbedrijven is wel sprake van een exploitatie vergunning, daar is geen kwestie van een inrichting van 5 m2, dat is daar niet van toepassing. Dus even voor de dui delijkheid, ook degene die in die vijf jaar zit, zoals de oostkant van de Weaze, zal moeten voldoen aan de voorwaar den die wij vanavond hier stellen. Zo niet, dan gaan ze dicht en is de vijf jaar niet meer van toepassing. Als dus de Groningerstraatweg of de Heerestraat zeggen dat zij dat niet willen, dan zijn ze dicht. Laat ik daar volstrekt dui delijk in zijn. Want ook de verhalen doen de ronde dat men wellicht alleen een escortbedrijf wil. Dan moet men aan de voorwaarde voldoen voor die exploitatie, niet voor de in richting. Maar ik moet aan private partijen overlaten wat men wil. Men kan naar de Weaze, daarom heb ik een zekere mate van uitbreiding nodig, maar meer is er niet en men hoeft niet. De heer Boorsma heb ik beantwoord in het kader van de hand having, daar heeft hij terecht vrij zwaar op gezeten. Hij heeft het over de maatschappelijke kant van de zaak. De een heeft dat meer benadrukt dan de ander. De PAL/Groen- Links-fractie heeft het treffend gezegd, een van de doel stellingen van de hele discussie om de prostitutie en de bordelen - wij hebben het over de vrijwillige prostitutie - uit het Wetboek van Strafrecht te halen, is om de positie van de prostituees te verbeteren en niet alleen om de zaak qua openbare orde en veiligheid te regelen. Dat is ook een groot goed, maar alstublieft die maatschappelijke kant van de zaak. Dat is de reden waarom het college heeft gezegd, wij redden het nu niet in tijd. De meningen zijn nog ver deeld over wat dat zou moeten zijn. Maar hoe dan ook, die GGD/volksgezondheid, moet er op. Dat kost wel een centje meer, want wij hebben ons verbonden op een basispakket, dit reikt wat verder. Dan kunt u zeggen, zoals de CDA-fractie, dat moeten ze allemaal maar zelf betalen. Het zou mij een groot goed zijn als de bordeelhouders net als iedere werk gever verplicht worden om de dames te verzekeren, waardoor zij ook met een Ziekenfondsplaatje overal naar toe kunnen. Maar dat is landelijk nog niet geregeld, daar is nog dis Blad 37 Verslag van de raadsvergadering van 13 september 1999 cussie over. Dat is niet geregeld en dan zeg ik, wij hebbe geen open situatie van de bedrijfstak dat het allemaal wel loopt. Wij hebben toch met een bedrijfstak te maken die nu ook moet wennen aan de situatie dat het legaal wordt. Het zal de exploitanten er aan gelegen zijn aan alle voorwaar den te voldoen, omdat zij anders hun vergunning kwijt zijn Een vergunning kwijt zijn wil zeggen je inkomen kwijt. Dus wij hebben goede reden om aan te nemen dat men zich aan de zaken houdt. Maar als wij die prostituees uit het verdom hoekje (sorry voor het woord) willen halen - het is een kwetsbare groep en er mankeert nog heel veel aan qua posi tie en qua acceptatie - dan is het een hele goede zaak dat wij daar als raad ook aandacht aan besteden. Een vorm van maatschappelijke dienstverlening, hulpverlening, gezond heidszorg daar omheen te organiseren vind ik een groot goed. Vraag mij niet hoe het er uit moet zien en wat het moet kosten, dat krijgt u allemaal nog gepresenteerd. Daarmee kom ik bij de PAL/GroenLinks-fractie Ik constateer bij die fractie, daar hoeft zij het niet mee eens te zijn, toch een tegenstrijdigheid. Als u zo bena drukt dat het om het belang van de prostituees zou moeten gaan - daar gaat het om, daar heeft u volstrekt gelijk in, zo zit ook de wetgeving in elkaar, dat is ook één van de doelstellingen, het Ministerie van Justitie noemt dat ook nog een keer - dan begrijp ik niet dat u op hetzelfde mo ment voor een tippelzone bent. Wij zeggen op grond van de analyse dat het een adhoc-fenomeen is in Leeuwarden, dat doet zich niet avond aan avond bij tientallen voor, dat komt een keer voor en dan gaat het om vier-vijf, daarna we ken/maanden niks, dan weer wel, dan is er weer overlast. Bij overlast treden wij op. Het illegale bordeel Weaze 23- 23a, gaf met name voor de buurtbewoners een geweldige over last, omdat dames vanuit een andere cultuur nogal wat la waai maakten en nogal indringend de heren aan de arm namen zodat die bijna niet meer weg kwamen. Dat is dusdanige overlast, dan heb ik het over extreme overlast, dan treden wij op. De bewoners hebben ons gemeld dat er op dit moment geen overlast meer is. Er is dus, zo vindt het college, geen reden om een tippelzone in het leven te gaan roepen, terwijl de ervaring is - en in de toekomst zeker - dat er veel illegalen zullen gaan komen. Dan kan niet in uw op tiek, want het kan nooit van zijn leven de bedoeling zijn om illegalen te stimuleren dat ze aan het tippelen gaan. Dat is de slechtste vorm van bedrijfsvoering die nu juist door die nieuwe wetgeving tegengesproken en tegengewerkt wordt. Er kan niet getippeld worden, bij overlast treden wij op, illegalen mogen niet meer in de prostitutie. Wat gaan wij doen aan die adhoc-overlast en tippelzone? Mijn informatie, ik heb dicht bij Heerlen gewoond, daar was een tippelzone, ik weet dat dat gigantisch veel overlast geeft Als u zegt: ik doe dit voor de vrouwen, ik wil niet dat ze

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 19