Blad 50
Verslag van de raadsvergadering van 13 september 1999
Mevrouw WaandersWij hebben in de commissie ervoor ge
pleit, zeker ook vanwege het belang van het handhavingsbe
leid, om de commissie ook een stem te geven als het gaat om
het maken van keuzes ten aanzien van categorieën overtre
dingen. Daar is in de stukken niets over terug te vinden.
Ook in de raadsbrief, die nu voorligt, wordt niet gesproken
over het betrekken van de commissie daarbij. Ik zou van u
graag te toezegging willen dat wanneer het college of de
burgemeester keuzes gaan maken van op te treden tegen over
tredingen dat dat gebeurt nadat de commissie in ieder geval
gehoord is. Die toezegging wilde ik graag.
De Voorzitter: Wij hebben hier in de commissie zeer uitvoe
ring bij stilgestaan, het is een zeer uitvoerig proces waar
wij heel veel uren in zullen steken. Dat heeft u ook gezien
in het programma wat er aan vast zit. Het is ongelooflijk
veel werk, wij nemen het zeer serieus. Dat is de reden
waarom de secretaris het in persoon trekt en het toezicht
er op houdt.
Wij hebben toegezegd december 1999 over het proces nadere
mededelingen te doen, de handhaving komt eerder. Het is
heel goed uitgeschreven, want ik heb het een en ander al
gezien. Als het gaat om politieke keuzes, dan is het lo
gisch dat wij op een gegeven moment de keuze maken, als wij
de inventarisatie hebben gemaakt, als wij de analyses heb
ben gemaakt, wel op grond van de uitgangspunten die wij
vanavond vaststellen. Want dat is ook een kwestie van waar
ga je je geld naar toebrengen, waar ga je je menskracht
naar toebrengen. Ga er maar rustig vanuit dat het meer en
beter en effectiever handhaven financiële consequenties
gaat hebben. Dan maakt u de keuze waar wij dat inzetten.
Dat zeg ik u toe.
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w., met inachtneming van de toezeg
ging van de voorzitter.
Punt 7 (bijlage nr. 108).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
Punt 8 (bijlage nr. 109).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w. (De heer Feenstra heeft niet
deelgenomen aan de stemming.)
Blad 51
Verslag van de raadsvergadering van 13 september 1999
Punt 9 tot en met 12 (bijlage nrs115, 110, 116 en 120).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
de voorstellen van b. en w.
Punt 13 (bijlage nr. 119).
De Voorzitter: Aan de orde is Aansluiting van raadsleden op
het gemeentelijk netwerk en Internet.
De heer Boorsma: In de tijd van de computertechnologie is
het eigenlijk niet meer dan normaal dat iedereen die een
beetje bij de tijd wil blijven een computer tot haar of
zijn beschikking heeft. De meeste raadsleden zullen dit
kunnen beamen. Maar ik acht het ook waarschijnlijk dat er
toch nog enkelen zijn die zonder een computer hun raadswerk
verrichten. Kennelijk kan dat ook. Persoonlijk bespeur ik
hier namelijk geen verschil in functioneren tussen compu
teronderlegden en niet-computeronderlegdenDan rijst de
vraag of een computer persé nodig is om het raadswerk te
verrichten. Het antwoord luidt in dat geval nee. Want als
het echt moet kan het met pen, papier, brievenbus en tele
foon. Maar dat zou ik niemand aan willen raden, een compu
ter maakt het werken heel wat gemakkelijker en ik raad ook
iedereen aan om een computer te nemen.
Degenen die menen dat een computer wel persé nodig is, heb
ben er natuurlijk al lang eentje aangeschaft. Is het dan
logisch dat er f 130.000,- voor de raadsleden wordt uitge
trokken om deze mensen een computer in bruikleen te doen
toekomen, terwijl de meesten er waarschijnlijk al eentje
hebben? Nee, vindt mijn fractie. Het valt sterk te betwij
felen dat degenen die nu nog steeds niet met een computer
werken dat wel zullen doen als zij eentje van de gemeente
in bruikleen tot hun beschikking krijgen. Bovendien zal een
computer ook voor andere dan gemeentelijke doeleinden ge
bruikt worden. In de praktijk is immers al gebleken dat wie
eenmaal de smaak van Internet te pakken heeft regelmatig
inlogt op het net, om maar eens een voorbeeldje te noemen.
Indien een raadslid van mening is dat een computer nodig
is, dan moeten daar volgens de SP-fractie raads- of onkos
tenvergoeding of andere financiële bronnen voor aangewend
worden. De alternatieve mogelijkheid, zoals in de raads
brief verwoord, komt ook dicht bij ons standpunt. Daarom
willen wij met betrekking tot dit onderwerp een motie in
dienen
(De heer Van Mourik: Een gedeelte van dit krediet is be
schikbaar gesteld bij Perspectief. De heer Boorsma keert
zich nu tegen het hele bedragterwijl hij bij Perspectief
voor beschikbaarstelling van een deel van het bedrag heeft