Blad 6
Verslag van de raadsvergadering van 13 september 1999
kortom controle zoals u dat noemt, veel beter tot hun recht
zouden kunnen komen dan op de Weaze en omgeving, waar een
zeer oud woningbestand is, althans grotendeels. Daar zal
heel veel vertimmerd moeten worden en ik zou mij kunnen
voorstellen dat al het geld dat daarin gestopt wordt, ge
bruikt zou kunnen worden op een nieuwe locatie. Ik zou mij
zelfs kunnen voorstellen dat b. en w. tegen de achtergrond
van wat ik hier heb aangegeven zou kunnen overwegen finan
cieel te gaan deelnemen om dit plan van de grond te tillen.
Ik heb dit verwoord in eerdere berichten aan b. en w. Ik
heb in de nota van augustus geen reactie gezien op dit
schrijven. Ik heb zojuist begrepen dat u zo'n reactie bin
nen enkele weken zult laten toekomen aan belanghebbenden.
Maar ik zou er vanaf deze plek graag voor willen pleiten
datgene wat wij getracht hebben onder woorden te brengen en
op papier te zetten in overweging te nemen.
De Voorzitter: Ik stel het op prijs dat u meedenkt over dit
toch niet gemakkelijk onderwerp. Ik denk wel dat onze ana
lyse anders is. In het voorstel van het college dat straks
aan de orde komt, is het voorstel om te kiezen voor een
concentratiegebied plus nog twee andere panden elders, aan
sluitend zoveel mogelijk op de werkelijkheid. Dat betekent
dat de oostkant niet in het voorstel zit. Daar is nu net
het ZwitserswaltjeOns voorstel is om aan de oostkant geen
vergunningen te gaan geven voor prostitutiebedrijven
Uw brief wordt beantwoord na de raadsvergadering en uitge
breid zal dit onderwerp straks aan de orde komen bij
agendapunt 5. (De heer Lenos: Ik heb begrepen dat er op de
Weaze aan de oostkant wel een pand of meerdere panden zijn
die op dit moment als zodanig in gebruik zijn. Ik weet dat
de gemeente in discussie is met één of meerdere eigenaren
Wij hebben begrepen dat u het gedoogbeleid, wat straks op
de oostkant ontstaatvoor een langere periode dan vijf
jaar wilt laten ingaan. Ik zou straks graag van u daarop
een antwoord.) Aan de oostkant is één pand waar wij het
hier over hebben, dat is er en dat zal nog vijf jaar de mo
gelijkheid hebben om daar te blijven, mits ze voldoen aan
de voorwaarden. Dus dan moeten ze voor vijf jaar gaan ver
timmeren. Als ze dat niet doen, mogen ze geen vijf jaar
meer open zijn. Na vijf jaar zal er verplaatst moeten wor
den, dan gaat het sowieso dicht. Dat is het voorstel in de
nota. (De heer Lenos: Dat is het definitief beleid van b.
en w. begrijp ik?) Nee, want straks gaat de raad erover
praten of zij het ermee eens zijn. Dat kan ik niet voor
spellen
De heer Brinksma (namens groep huurders Canadezenlaan)Ik
zou graag uw aandacht willen vragen voor het feit dat er
sinds 1995 een dam is aangebracht bij ons in de vijverpar
Blad 7
Verslag van de raadsvergadering van 13 september 1999
tij. Wij hebben een grote vijverpartij voor ons liggen,
waar wij altijd hebben genoten van al het gevogelte etc.
wat er was. Die is sinds 1985 aangebracht omdat het Fries
Waterschap graag zou willen weten of er inderdaad beter wa
ter te verkrijgen was. Het schijnt dus inderdaad wel het
geval te zijn dat wanneer er zo'n dam aangebracht wordt dit
na een aantal jaren een bepaalde verbetering geeft. Die
proef is afgelopen op 31 december 1998. Ik heb daarna ge
vraagd aan de op dat moment op de afdeling Milieu zittende
ambtenaar wat men nu doet met die proef. xDe proef is ge
slaagd, maar verder doen wij er niets mee' Dat betekent
dus dat men jaar in jaar uit f 2.000,- minimaal mag uitge
ven voor het opruimen van de waterpest, van het kroos etc.
Er wordt mij aan de andere kant verteld dat om die dam er
uit te halen (het is een simpele houten dam van ongeveer 12
meter, 2,40 meter diep), ik heb bij deskundigen geïnfor
meerd, in de buurt van één duizend gulden kost.
Ik heb gevraagd of men dit onderzoek voor andere vijvers
gebruikt, er werd mij verteld dat daar geen geld voor is.
Als daar dan inderdaad geen geld voor is, waarom dan
f 2.000,- minimaal per jaar uitgeven als een eenmalige op
heffing van die dam plusminus f 1.000,- kost. Ik spreek
hier niet voor mij alleen, maar voor de bewoners van een
slordige honderd flats die daar uitzicht op hebben. U zou
dus, wanneer u de moeite zou willen nemen om het water nog
eens in ogenschouw te nemen, zien dat vanaf de Groninger
kant het rechter gedeelde van het water net zo helder is
als voorheen en het resterende stuk op dit ogenblik al weer
allemaal algen, kroos etc. vertoont. Met andere woorden, er
zal straks weer opnieuw het een en ander moeten gebeuren.
Ik zou dus graag willen dat daar op de een of andere manier
wat nadere aandacht aan wordt besteed. Ik heb hier een on
derhoud over gehad met de wethouder. De brief is beant
woord. Het resultaat daarvan was dat het Waterschap erop
tegen was. Dan zeg ik, als het Waterschap erop tegen is,
prima, maar laat men dan aantonen dat men daadwerkelijk
iets doet met het resultaat. Tot nog toe is men daar ver
bij in gebreke gebleven. Het komt er zelfs op neer dan men
zegt: wij doen er niets mee.
De heer Bilker (weth.): De heer Brinksma refereert aan het
feit dat hij op 14 juni j.l. bij mij op het spreekuur is
geweest. Dat was toen aanleiding voor mij om de zaak uit te
zoeken. In een persoonlijke brief in juli j.l. heb ik hem
van de bevindingen daarvan op de hoogte gesteld. Het is in
derdaad zo dat er vorig jaar een proef is gestart om te
kijken hoe het waterkwaliteitsbeheer is, dat in relatie na
tuurlijk met de 3e nota Waterhuishouding, dat is landelijk
beleid, zoals u weet. Er is geconstateerd in december, toen
de proef was afgelopen, dat het doel geslaagd was, namelijk
dat er een beter niveau is van de waterhuishouding in dat