Blad 18
Verslag van de raadsvergadering van 18 oktober 1999
De heer Boorsma: Er is in de afgelopen tijd genoeg gespro
ken over de diverse pijlers uit het MOP. Je kunt je afvra
gen of een aantal onderdelen wel of niet voldoende in het
MOP naar voren komt, zoals enkele fractie hebben gedaan. Je
kunt vraagtekens zetten bij bepaalde percentages van opera
tionele doelen. Je kunt bepaalde accenten anders leggen of
helemaal niet leggen. Passages over verzelfstandiging zijn
bijvoorbeeld onderdelen die wij nou niet meteen zouden leg
gen. Opmerkingen over een te grote nadruk op de economie in
het MOP hebben ook in mijn fractie gespeeld. De sociale
pijler zou uitgebreid kunnen worden. Maar het raadslid dat
compleet nieuwe passages toe zou willen voegen, moet zich
wel stierlijk vervelen. Het is erg lastig om daaraan te be
ginnen. Wij doen dat dan ook niet.
Dit soort dingen heeft in mijn fractie ook gespeeld en hier
en daar zouden wij ons een andere insteek kunnen voorstel
len. Wij willen geen algemene beschouwingen houden en ons
beperken tot een paar van de schaarse keuzemomenten of be
slispunten uit het MOP.
Er wordt hier en daar een indicatie gegeven van verdelingen
van bedragen die nodig zijn voor diverse zaken. Voorbeelden
hiervan zijn: bijdrageregeling sociale integratie veilig
heid. Het is op dit moment echter onduidelijk hoeveel geld
hiervoor nodig is. Een andere keuze is dus moeilijk met
heldere financiële argumenten te onderbouwen.
Hetzelfde geldt voor de breedtesport.
Leeuwarden Waterstad is voor ons geen prioriteit, zoals wij
al eerder hebben gezegd in de commissie.
Verder willen we opmerken dat we ons in grote lijnen in dit
MOP kunnen vinden en ons zullen toeleggen op het beoordelen
van de concrete uitwerking en invulling van de voorstellen.
Als het gaat om de raadsbrief hebben wij ook vraagtekens
bij de opmerking op blad 6 dat incidentele en structurele
middelen worden ingezet om doelen van het MOP te realise
ren. Dat is voor ons niet een vanzelfsprekendheid. Die in
druk wordt een beetje gewekt. Ik ben het niet geheel met de
heer Roekiman eens, die daar al van uitgaat. Ik vind dat de
opmerking in de raadsbrief vrij duidelijk is, dat de inte
grale afweging wordt gemaakt bij Perspectief, maar ik hecht
er wel waarde aan om dat hier te melden. Volgens mijn frac
tie moet het MOP de verdere beleidsontwikkelingen niet com
pleet gaan afkaderen.
De heer Jacobse: Als een jongen van 18 jaar met een bij
standsuitkering zegt dat hij binnen 10 jaar directeur van
een multinationaal bedrijf wil zijn met een salaris van
Blad 19
Verslag van de raadsvergadering van 18 oktober 1999
meer dan een f 1 miljoen, wonend in een landhuis in Wasse
naar, een jaguar wil hebben en zijn eigen vliegtuig, dan
kun je drie soorten reacties verwachten.
Eén die zegt: die jongen heeft ambities. Eén die zegt: die
jongen is een dromer. Een één die zegt: die jongen is niet
goed bij zijn hoofd. Zo kun je ongeveer ook reageren op het
MOP, dat nu voor ons ligt.
Zoals u weet heeft mijn fractie het Bestuursprogramma aan
vaard als document zijnde een weergave van de wens van een
groot gedeelte van de raad. Omdat we uiteraard, gelet op de
getalsverhoudingen in de raad, voldoende van voor ons be
langrijke punten terug vonden, hebben we ingestemd het be
sluit het Bestuursprogramma te nemen als uitgangspunt van
beleid. Deze voor ons belangrijke punten waren en zijn het
handhavingsbeleid, onderhoud van de fysieke leefomgeving,
gezondmaking van de gemeentelijke financiën en verlaging
van de lastendruk.
Als ik kijk naar het handhavingsbeleid, één van de topprio
riteiten uit het Bestuursprogramma, dan constateert mijn
fractie dat daar slechts zeer matig aandacht voor is in dit
MOP. Opstarten en uitvoering laten op zich wachten en de
concrete uitvoering beperkt zich tot experimenten in be
paalde wijken. Juist handhavingsbeleid is een onderdeel dat
goed in het Grote Stedenbeleid is in te passen. Op grond
van het Bestuursprogramma hadden we hier meer van mogen
verwachten
Als ik kijk naar het onderhoud van de fysieke leefomgeving,
dan staat in het Bestuursprogramma als één van de topprio
riteiten (ik citeer) :- 'het merkbaar verbeteren van het on
derhoud van wegen, trottoirs en openbaar groen'Dit ver
houdt zich op geen enkele wijze met de beleidslijn in het
MOP, waarin staat: 'Leeuwarden zal vooreerst de structurele
onderhoudsbudgetten niet verhogen'.
Het beroep op incidentele overschotten, indien de Algemene
Reserve boven de f 15 miljoen uitkomt, is ook niet in lijn
met het Collegeprogramma. Want in dat programma staat daar
over 'indien de reserve stijgt boven dit minimum zal het
meerdere worden besteed aan verdere sanering van de gemeen
telijke financiën, overeenkomstig een door het college op
te stellen beleidsplan'.
In het Bestuursprogramma staat: 'in de komende periode zal
verder worden gewerkt aan de gezondmaking van de gemeente
lijke financiën onder gelijktijdige realisatie van lasten-
beheersing'Los daarvan staat de bevriezing van de OZB
vermeld. Realisatie van lastenbeheersing omvat namelijk
méér dan de bevriezing van de OZB, ondanks diverse verzoe
ken van ons daartoe. Onder andere bij het vorige MOP en nu
in de commissie bent u niet bereid operationele doelen op
te nemen die inhoud moeten geven aan dit bij de collegevor-