Blad 28 Verslag van de raadsvergadering van 18 oktober 1999 het kan natuurlijk, naar de bijzondere bijstand. Dat ge beurt zo nu en dan ook. Het belangrijkste punt, het personeelsbeleid, wil ik nu op ingaan. Verschillende hebben daarover gesproken. LIS- evaluatie, ik heb in de commissie gezegd, en ik herhaal het hier, de eerste evaluatie is in de directieraad geweest, er is nu een feedback met de meest betrokkenen, dus leidingge venden, teamleiders, sectormanagers, enz. Die resultaten kunnen er elk ogenblik liggen. Dat betekent dat we in no- vember-december resultanten kunnen verwachten. Overigens is ook gevraagd naar de financiën. De financiële verantwoording, meenden wij, is al in de commissie geweest. Toen het ging van LIS naar ORION, is er een presentatie ge geven. Ik meende dat er toen ook gesproken is over de fi nanciën. Er zijn heel duidelijk ook linken gelegd door ver schillende uwer met de op te stellen nota Personeelsbeleid. Mevrouw Waanders vraagt: is het nu ook aan te geven, als je dit MOP-verhaal leest en de organisatie ook in je opneemt, hoofdstuk 7, of dat ook extra inzet tot gevolg heeft. Op zich is dat natuurlijk niet te kwantificeren, maar dat kan ook niet, dat is niet de bedoeling. Het is natuurlijk wel zo dat wij steeds meer werken naar, daar spreekt het MOP- verhaal ook over, mobiliteit, flexibiliteit, en noemt u de hele rij maar op, maar dat de cijfers ook kunnen variëren. Dat wij veel meer, zo net is daar al over gesproken, pro jectorganisaties doen en ook tijdelijke werken. Neem Stede lijke Vernieuwing, ook een soort gezamenlijke projectorga nisatie, in dit geval met corporaties. Maar dat zal in de toekomst met andere partners ook kunnen, dus via een wbs- constructie???Dat is ook het antwoord op: hoe zie je in de toekomst je organisatie met uitvoeringskwesties die hier aan de orde worden gesteld? De heer De Jong heeft nog weer eens gewezen, naar aanlei ding van de discussie in de commissie, op hoe ga je nu zelf je personeelsbeleid vormgeven, als het gaat om die flexibi liteit, om het belonen, het verschillend belonen, adequaat belonen. Toen heb ik gezegd en ik herhaal dat, dat wij als gemeente dat zelf inderdaad moeten oppakken. Maar daar schuilt een gevaar in, want als je per gemeente dat zelf invult, wat eigenlijk in de CAO-afspraken is geregeld, dan zou je wel eens hele grote verschillen kunnen krijgen. Wij hebben eigenlijk als standpunt ingenomen: geacht College van Arbeidszaken, geef eerst een raamwerk aan waarbinnen je kunt opereren, waarbinnen de vrijheid van gemeenten je het beleid kunt formuleren. Anders heb je hele verschillende onderhandelingstrajecten met de bonden en dat moeten we onszelf en wellicht de bonden en zeker het personeel, be sparen Blad 29 Verslag van de raadsvergadering van 18 oktober 1999 Mevrouw Hafkamp (weth.): Er zijn wat opmerkingen gemaakt door verschillende partijen over Leeuwarden Waterstad. Vo rige week is dat ook al een paar keer aan de orde gekomen. De heer Jacobse wijst op het gevaar van water, onder andere in Camminghaburen. Er staat in het MOP al het een en ander opgenomen over de Blauwe Diamant, dat de raad daar nog wat meer informatie over krijgt en er ook een presentatie over zal komen. Ik wil er toch wel even op wijzen, wat er ook in het MOP staat over het water, dat er niet alleen gekeken wordt naar het ruimtelijk element, maar dat ook de economi sche betekenis van water van groot belang wordt geachtWe hebben het over de transportfunctie, het watertoerisme, maar ook kennis en technologie. Ik zou willen voorstellen dat u toch afwacht wat precies de plannen zullen zijn als het gaat over Leeuwarden Waterstad. Ik zal in ieder geval erop wijzen, dat bij deze nota de opmerking van de heer Ja cobse wordt meegenomen als het gaat om de risico's die wa ter met zich meebrengt. Verder is er ook een opmerking gemaakt over de breedte sport. Daar heb ik vorige week ook al iets over gezegd, binnen afzienbare tijd krijgt de commissie over het hele sportbeleid informatie. De heer Stoker maakte nog een opmerking over het geluid, dat het gedecentraliseerd is naar de gemeente. Hij verwacht dat het een bezuinigingsmaatregel zal zijn. Ik ben nog niet zo ver, meneer Stoker. Ik zou hem willen vragen om met mij toch de toekomst wat zonnig tegemoet te zien. Ik heb nog geen enkele aanleiding om nu te veronderstellen dat dit een verkapte bezuinigingsmaatregel is. (De heer Stoker: Ik blijft in wonderen gelovendus je weet maar nooit. De heer Stoker vroeg ook naar middelen voor de autoloze zondag. Volgend jaar zal er ongetwijfeld wel weer een ver zoek van de landelijke verenigingen binnen komen. Ik stel voor dat het dan opnieuw aan de orde zal komen. De Voorzitter: Dan nog even naar aanleiding van de vraag van de heer Jacobse over het handhavingsbeleid. Recent in de commissievergadering hebben we het daar ook over gehad. Hij stelt dat er maar matig aandacht voor is en dat het op starten en de uitvoering daarvan op zich laat wachten. Wij hebben het recent opgestart door de Kadernota, de uitgangs punten en de doelstellingen, vast te stellen in deze raad. Dat is niet eenvoudig, daar hebben we ook over gesproken, omdat het toch een immense omvang heeft, waar je het dan over hebt. Dat betekent dat het in ieder geval zo gediffe rentieerd is en zo in alle portefeuilles zit, dat alleen al de inventarisatie heel veel werk vraagt. De Paraplunota, de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 15