Blad 32 Verslag van de raadsvergadering van 18 oktober 1999 stuursperiode en we zien hier dat we volstaan met drie ex tra formatieplaatsen, dan vind ik dat ik mag zeggen dat wij dat mager vinden. Er is niemand die zegt wij willen dat GSB-beleid niet en wij willen geen convenant met het rijk en wij willen geen subsidie. Ook mijn fractie wil dat uiteraard. Alleen het moet helder zijn, die keuze maken we hier vandaag, dat als wij het MOP zouden hebben geschreven, een aantal prioritei ten, die voor ons heel belangrijk zijn, toch anders daarin verwoord zou zijn. Omdat dit toch één van de hoofduitgangs punten van beleid wordt, naast het Bestuursprogramma en LE VI 2030 krijgen we dan nu het MOP, dat zijn vertaling krijgt in het convenant met het rijk, vinden we toch dat we het als dusdanig ook moeten beoordelen. Mevrouw De Haan heeft ook gezegd: wij zijn wel voornemens dit uit te voe ren, dat is onze intentie. Dan zeggen wij op die integrale wijze, zoals het er nu ligt, vinden wij dat voor ons in ie der geval drie essentiële dingen volstrekt onvoldoende daarin zijn verwoord. Laat onverlet dat er natuurlijk heel veel dingen in staan waar wij het wel mee eens zijn, dat heb ik eerste termijn ook gezegd. Het is niet dat wij het hele stuk naar de prullenbak verwijzen. Dat moeten we ook niet doen, omdat we dan in ieder geval geen subsidie krij gen. Dat was de reden waarom ik zei dat het jammer was dat we èn het commentaar van de Ondernemingsraad niet hadden èn dat er maar weinig tijd zat tussen de discussies in commis sie en raad, zodat daar weinig mogelijkheden zaten om te kijken of we elkaar zouden kunnen vinden op een bepaalde manier. Maar nu is aan ons uiteindelijk de afweging of we het hier mee eens zijn ja of nee. We hameren als partij op drie punten (onderhoud, financiën van de gemeente en hand having) zoals iedereen weet al denk ik vijf, zes jaar. Dat zijn juist de punten die onvoldoende zijn vertaald in dit programma. Dan zeggen wij dus dat dat hier toch tot uit drukking moet komen in het feit dat wij daar op een andere manier tegenaan hebben gekeken. Mevrouw De Haan (weth.): Ik begrijp van de heer Jacobse dat hij zegt dat zijn partij eigenlijk vindt dat het stuk te ambitieus is, te veel wil. Dat zet de uitvoering onder druk en dat vinden zij niet goed. Het tweede wat hij zegt is, dat zij een aantal specifieke prioriteiten als partij hebben, zoals andere partijen dat ook kunnen hebben, en zij vinden dat daar te weinig aan ge beurt. Dat is in feite het dubbele in het verhaal, aan de ene kant doen we teveel, aan de andere kant doen we te wei nig (De heer Jacobse: Ik heb ook gerelateerd aan het Bestuurs programma De drie dingen die ik genoemd heb staan heel na drukkelijk ook als prioriteit in het Bestuursprogramma ge Blad 33 Verslag van de raadsvergadering van 18 oktober 1999 noemd. We hadden ook mogen verwachten dat dit hier zijn vertaling zou vinden) Ik denk, daar verschillen we dan van mening over, dat de zaken die hij noemt en in het Collegeprogramma staan, wel degelijk zijn vertaling in het MOP hebben gekregen. Zowel in termen van onderhoud leefomgeving als over lastendruk zou je kunnen zeggen daar hebben we beleid over afgespro ken. Dat is ook de discussie die afgelopen week in de com missie is geweest. Het beleid als zodanig heeft de heer Ja cobse in feite niet ter discussie gesteld, in de zin van OZB bevriezen, dat zit er ook in. De andere tarieven kos tendekkend maken, daarvan heeft hij gezegd dat de kosten dekkendheid wat hem betreft akkoord is. Ik denk dat we dat als zodanig uitvoeren. Als je kijkt naar de totale lastendruk, zeg ik dat dat ei genlijk meer dan beheersen is, dat is eigenlijk ook een da ling inzetten. Je ziet Leeuwarden wat dat betreft ook da len. Dus ik denk dat de punten die hij noemt lastendruk, ten aanzien van financiën je zou kunnen zeggen dat een ge zonde financiële huishouding één van de voorwaarden is om het beleid te kunnen voeren. Daarvan denk ik wel degelijk dat wij in dit programma daar aandacht aan besteden. (De heer Jacobse: Vertaal dat eens naar operationele doe len. Vertaal dat eens naar bijvoorbeeld een operationeel doel dat de kosten voor diensten die we bij de burgers in rekening brengen gemiddeld 5% lager zitten dan het gemid delde van Friesland. Ik noem maar wat. Dat moet kunnen. Wij hebben schaalvoordelen zeggen we altijd. Dat is een opera tioneel doel. Het tast de kostendekkendheid niet aan. Het feit dat iets kostendekkend is, zegt nog niets over de sa menstelling van die kosten en efficiency waarmee je dat be reikt) Ik denk dat dat wel wat over de kostendekkendheid zegt. Want als je nu zegt 5% naar beneden, dan zit daar de veron derstelling in dat je 5% efficiencywinst kunt halen. Dat is een onbewezen stelling op dit moment. (De heer Jacobse: Ik geeft maar een voorbeeld. Er staan heel veel doelstellingen in met 5%, waar je je van moet af vragen of dat gehaald zal worden. Maar het gaat erom dat je jezelf ook op financieel gebied voor het totale gemeente lijke beleid wel degelijk operationele doelen kunt stellen. Dat gebeurt keer op keer, dat hebben we de vorige keer in de commissie voor gevraagd, gewoon niet.) Het zijn twee dingen. Het is een gezonde financiële huis houding, waarvan ik denk daar doen we, naar mijn idee, een heleboel aan. Er hangt hier niet voor niets een investe ringsprogramma van f 2 miljard aan waarbij we andere mensen uitdagen enzovoort. Dat heeft met de gezonde financiële huishouding te maken. En er is een lastenverhaalDat las- tenverhaal is maar een deel van je algemene uitgangspunt op financieel beleid. Nogmaals ten aanzien van het lastenver- haal, denk ik, hebben we een helder beleid met de raad af-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 17