Blad 14 Verslag van de raadsvergadering van 18 oktober 1999 tiefnota. Ik moet u zeggen dat ik erg verrast was over de aanval van de PAL/GroenLinks-fractie op deze sociale pijler en op de formulering die het college naar voren bracht. Ik vind juist dat die zeer evenwichtig is. Ik heb alleen de kanttekening er bij gemaakt dat ik vond dat ten aanzien van de allochtonenproblematiek wellicht onorthodoxe methoden van stal gehaald zullen moeten worden. Wij hebben aanstaan de donderdag in de Commissie Welzijn een eerste verkenning. Ik betreur het in hoge mate dat de allochtonennota er nog niet is. Refererend aan de woorden van de heer Stoker. Ik denk dat je moet proberen de balans te vinden in wat hij signaleert als een soort tegenstelling. Ik zie die tegenstelling min der, ik zie daar meer een balans in. Ik heb de sociale pij ler ook evenwichtig genoemd. Die balans zal voortdurend wijzigen. Daar zal je politieke voorkeur ook iets mee te maken hebben, denk ik. Ambities, heel veel ambities. Ik denk dat het daarvoor van belang is dat je intern de zaak goed op orde hebt. Ik heb gezegd dat de passages over het personeelsbeleid mij op zich uit het hart gegrepen zijn. Intern moet de zaak op or de zijn voordat je die ambities ook daadwerkelijk kunt uit voeren, anders ontstaat het gevaar van een reus op lemen voeten. Die zakt daar doorheen, zoals u wellicht weet. Dat moeten we niet hebben. Modern personeelsbeleid, dat past ook bij modern belonings beleid. Ik heb van wethouder Bilker begrepen, vorige week, dat hij zich daar sterk voor zal maken in het College van Arbeidszaken. Ik stel dat op prijs. Ik hoop dat wat dat be treft de nota Personeelsbeleid, die wij nog aan eind van het jaar voorgeschoteld krijgen, in ieder geval daarvan een doorkijkje zal geven. Ik wacht met de reactie nog even daar op. De heer Roekiman: Het MOP is een nadere uitwerking c.q. verdere verdieping van de Perspectiefnota 2000-2003 tot 2010. Het ligt in de bedoeling dat het MOP wordt ingezet voor interne en externe doeleinden. Enerzijds moet het MOP fungeren als instrument om extra financiële rijksmiddelen te generen volgens de daarvoor geldende voorwaarden, ander zijds moet het MOP als instrument dienen om actieplannen en uitvoeringsplannen te realiseren, die van belang zijn voor de vitaliteit van de stad. Als we kijken naar het MOP dan valt ons het volgende op. Op de eerste plaats vindt de PAL/GroenLinks-fractie dat het MOP teveel nadruk legt op de economische ontwikkeling van Leeuwarden. Het versterken en het aantrekkelijk maken van het vestigingsklimaat voor bedrijven en op het gebied van Blad 15 Verslag van de raadsvergadering van 18 oktober 1999 woningbouw vindt de PAL/GroenLinks-fractie uiteraard ook belangrijk. Maar we blijven vinden dat dit in goed even wicht moet staan met een sterke sociale infrastructuur en het voorzieningenniveau. Dan denken we bijvoorbeeld aan voldoende maatschappelijk werk, maatschappelijke opvang, jongeren werk, het verbeteren van incentivebeleid voor men sen in de bijstand, de buurtschool, allochtonenbeleid etc., etc. Daarnaast dient milieu in het totale de nodige aan dacht te krijgen. Als we kijken naar de toekomstschets, vermeld op pagina 10 van het MOP, dan hebben we het over hoe Leeuwarden in 2000 er uit wil zien. Dan moeten we helaas vaststellen dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met het gegeven dat Leeuwarden ook een multiculturele stad is of aan het worden is. Uit diverse informatiebronnen blijkt dat een kwart van de Nederlandse bevolking in 2030 bestaat uit een groep et nische minderheden. Leeuwarden zal, of je het wilt of niet, ook voor een bepaald percentage bestaan uit etnische groe pen. In de toekomstschets Leeuwarden wordt deze onontkoom bare ontwikkeling finaal gediskwalificeerd. De PAL/Groen Links-fractie vindt dat niet terecht. Wat ons betreft moet Leeuwarden zich ook sterk maken voor de positieverbetering van etnische groepen. Leeuwarden is het aan zichzelf ver plicht om in de toekomstschets aan te geven op welke wijze de stad als multiculturele samenleving gestalte zal krij gen Bij de sociale pijler kan worden aangegeven op welke wijze nieuwkomers en vluchtelingen in staat kunnen worden gesteld om te kunnen integreren en te participeren in een stad als Leeuwarden Bij de fysieke pijler kan op het gebied van het woningaan bod aandacht worden besteed aan maatwerk. Denk bijvoorbeeld aan de behoefte van ouderen uit de Surinaamse gemeenschap voor een ander soort woningaanbod en wel in de vorm van een woon- of leefgemeenschap. Een belangrijke randvoorwaarde om het MOP succesvol te la ten zijn is dat de gemeentelijke organisatie goed toegerust moet zijn dan wel ingesteld moet zijn op de extra taken. Het ambitieniveau van Leeuwarden is hoog, daar is niks mis mee. Maar om hier enigszins aan te kunnen voldoen, zal er geïnvesteerd moeten worden in het personeel, de capaciteit, de kwaliteit en de continuïteit in het personeelsbestand moet gewaarborgd zijn. Met de subsidiejagers zijn we er nog niet. Rijksmiddelen binnenhalen zal niet een grote kunst zijn, maar veeleer de subsidies goed benutten. Recente voorbeelden waar rijksmid delen onbenut bleken te zijn: de taakstelling om zestien personen door stichting STAM te plaatsen in begeleid werken en de uitvoering van het MUP. In beide gevallen zijn rijks-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 8