Blad 28
Verslag van de raadsvergadering van 13 december 1999
Vandaar dat wij toch akkoord kunnen gaan met het voorberei-
dingsbesluit, dat is, nog eens voor de duidelijkheid, nog
geen bouwbesluit.
De heer Stoker: Economische motieven worden op zich niet
door mij verafschuwd. Immers wij hebben onlangs bij de
vaststelling bij het Meerjaren Ontwikkelings Programma
afgesproken dat financiële dienstverlening speerpunt van
beleid is.
Nu is het wel zo dat bij de commissievergadering al door
mevrouw Inberg de aandacht is gevraagd voor het standpunt
van Monumentenzorg en het advies van Hüs en Hiem. Ook ik
heb dat hier liggen en daaruit concludeer ik dat de kans
heel groot is - laat ik me maar voorzichtig uitdrukken -
dat wat hier staat toch haaks staat op hetgeen in onze
stukken daarover vermeld staat. Dat is de reden waarom ik
nu niet, zoals in de commissie, al gelijk instem met wat
hier voor mij ligt, omdat ik toch graag eerst de beantwoor
ding van de wethouder over dat thema wil horen.
Mevrouw T. de Haan: Ik heb ook in de commissie gezegd dat
ik in feite tegen het bouwen op die plaats ben van een
toren, omdat ik het idee heb dat de Beurs vrij in zicht
moest blijven en nu gaan we er achter een grote toren
zetten. Dan krijgen we zoiets van een legohuisje tegen een
blokkendoos. Ik vraag me af of dat een mooi gezicht is als
u eerst zegt: *het Beursplein moet vrij, want vanaf de
overkant heb je dan eer. mooi gezicht op de 3eurs' Dan heb
je gelijk de omhoog gebouwde kolossale, zowel slank als
brede toren. Als hij heel slank moet worden kunnen we
altijd meneer Bonnema weer inhuren, dat is ook makkelijk.
Ik vind, ondanks de werkgelegenheid, dat de kantorencom
plexen vanaf het station naar het FEC moeten, daar hebben
ze nu kans voor. Ik zou zeggen laten we dat nu doen, dan
kan dat oude gebouw ergens anders voor gaan dienen. Het mag
van mij ook gesloopt worden, als het conciërgehuis maar
blijft staan.
Dus ik stem tegen.
De heer Den Oudsten (weth.Ik denk dat het goed is als ik
eerst inga op wat de heer Poelsma heeft aangegeven. Die
heeft een flink aantal vragen gesteld waar in de breedte
ook wat antwoorden op kunnen worden gegeven, die op opmer
kingen van leden van de raad slaan.
Laat ik allereerst de vraag beantwoorden of niet de conclu
sie moet worden getrokken dat binnen de stadsgracht geen
ruimte is voor bedrijven zoals de Friesland Bank. U zult
begrijpen dat het college die conclusie niet trekt. Dat een
binnenstad ook levendig is als je daar wonen, werken en
Blad 29
Verslag van de raadsvergadering van 13 december 1999
recreëren op een slimme en acceptabele manier combineert.
Dat laatste hebben we het nu precies over. Hoe kun je dat
op een zodanige manier doen dat die functies daadwerkelijk
samen met elkaar kunnen worden uitgeoefend. Het gaat
bovendien niet om een nieuwe invulling van het werken als
zodanig op die plek - ik kom daar zo nog even op terug
maar het is een bestaande situatie, die nog een zekere mate
van historische betekenis heeft. Uiteindelijk heeft de
Friesland Bank daar niet vanaf het begin van zijn bestaan
gezeten, ze zijn begonnen aan de overkant van de Willemska
de, maar hebben wel vanaf begin dertiger jaren daar hun
hoofdvestiging. Als zodanig heeft dat voor Leeuwarden meer
dan een feitelijke betekenis en maken ze onderdeel uit van
de geschiedenis van de stad als zodanig.
Een tweede punt wat de heer Poelsma heeft aangemerkt is,
zit je niet dingen te deen die precedentwerking kunnen
geven. Als ABN-AMRO wat wil, moet je dat dan ook toestaan?
Wij zijn van mening dat dat niet het geval is. We treffen
ook niet het voorbereidingsbesluit voor het hele gebied.
Wij zeggen, dat blijkt ook uit het publieke debat wat
gevoerd wordt over deze zaak, dat je verschrikkelijk
zorgvuldig moet zijn met dergelijke plannen. Misschien is
dit zelfs wel de enige plek binnen de stadsgrachten waar je
dit redelijkerwijs zou kunnen doen, waarbij je ook kwali
teit kunt realiseren zoals je die graag wilt. We denken
niet dat dat onmiddellijk aanleiding geeft tot precedent
werking
Een derde punt is de criteria die worden gesteld aan de
beoordeling of is iets mooi of lelijk is, door Hüs en Hiem
en uiteindelijk ook door de raad. Ik kom zo nog even op de
procedure terug. Op dit moment worden daar de criteria voor
gevolgd die vanuit het Hüs en Hiem-advies in de raadsbrief
terug zijn gekomen. Je praat over een bepaalde indicatieve
bouwhoogte. Je praat over begrippen als slank. Het zou best
kunnen zijn dat we daar nog een aantal criteria aan toevoe
gen. Maar dit is het kader waarbinnen op dit moment is
gesproken over de mogelijke bouw van de toren.
Dan, of wij ons er van bewust zijn dat Leeuwarden ongeveer
de enige stad is waar dit soort discussies wordt gevoerd.
Daar ben ik mij niet van bewust. Ik denk dat in heel veel
steden, niet alleen in Nederland en in Europa, dit type
discussies worden gevoerd. Overal zijn die situaties
natuurlijk weer anders. Het is absoluut niet zo dat Leeu
warden de enige stad is waar een discussie wordt gevoerd of
dit soort nieuwe ontwikkelingen wel of niet zouden moeten
worden toegestaan tegen of net binnen de rand van de oude
binnenstad. Dat gebeurt vrijwel overal. Ook in die steden
waar net zo'n bescherming op zit als op de binnenstad van
Leeuwarden