Blad 36 Verslag van de raadsvergadering van 13 december 1999 Mevrouw Uiterwijk Winkel: Ik had voor de schorsing al aangegeven dat ik nog niet voldoende antwoord heb gekregen op een vraag. Wat dan ook het belangrijkste is, is dat het voorbereidingsbesluit, de tekening daarvan, afwijkt van die wij eerder in een commissie hebben gehad. Hij is zijdelings vorige week besproken. Mijn vraag is waarom dat gebied nu uitgebreid is tot aan de as van de Zuiderstraat/Achter de Beurs/Zaailand en dat het tevens tot aan het water van de Zuiderstadsgracht grenst. Ik wil nog even opmerken dat Monumentenzorg heeft verklaard dat in feite die blokken aangehouden moeten worden. Wat dat betreft snap ik al helemaal niet dat er hier nu een andere tekening ligt. Kunt u mij nog eens uitleggen waarom deze tekening is aangepast? De heer Sluiter: Misschien kan ik aansluiten bij mevrouw Uiterwijk Winkel. Het is in de commissie mijn voorstel geweest om een uitbreiding van het voorbereidingsbesluit te plegen. Het is wel duidelijk geworden, dacht ik, in de commissie destijds al en nu, zij vraagt een klein beetje naar de bekende weg, het is door de wethouder daarnet al aangeroerd, dat een uitbreiding overdwars de next-best oplossing is op die plek. Voor alle gevallen die zich voor kunnen voordoen, als een bouwplan niet afgegeven kan worden, is dat een voorzorg die we dan kunnen hebben. Het is sowieso een beetje onlogisch om een voorbereidingsbe sluit halverwege een straat in de lengte te laten lopen, dan breid je het gewoon uit tot de rand van het Waterlei dingbedrijf. Het is niet een loos gebaar, zoals u zei, een loze suggestie, het is een gebaar en verder niets meer en niets minder. Wat betreft het uitstel, de bedenkperiode waar mevrouw Inberg voor pleit, daar zijn wij geen voorstander van, dat zult u begrijpen. De minst belangrijke kwestie in dit verband is natuurlijk de herhaalde discussie over mooi en lelijk, waar mevrouw 7an UI zen mij toch weer toe uitdaagt. We steken onze kop in het zand als we die discussie met alle macht en formele middelen proberen te vermijden. We hebben het ook over mooi en lelijk als het gaat over de bescherming van het stadsge zicht, de bescherming van de oude gebouwen. Je kunt het ook doen ten opzichte van nieuwe gebouwen. Criteria zijn er genoeg te noemen. Ze moeten slank zijn, je kunt de bouw hoogte bekijken, de verhoudingen van de maat, het materi aalgebruik, de compositie van het geheel en noem allemaal maar op. Voor wat betreft dat alles moeten we ook als commissie ons licht niet onder de korenmaat blijven steken. We zitten jarenlang van alles wat dit betreft bij voorko mende plannen van elkaar te vergen en inzicht van elkaar te eisen. Dat leidt na verloop van tijd tot een zekere profes sionaliteit, die het ons heel wel mogelijk maakt op dit Blad 37 Verslag van de raadsvergadering van 13 december 1999 soort dingen een fatsoenlijke beoordeling te maken. Ieder een die zegt dat dat niet meetelt, zit zichzelf een beetje te bedriegen. (Mevrouw Van Ulzen: Ik ben de heer Sluiter ontzettend dankbaar dat hij mij zo professioneel acht. Ik ben het alleen in dit geval niet eens met hem. Ik heb daar niet voor doorgeleerd.) De heer Den Oudsten (weth.): Ik zou nog even kort willen reageren op wat mevrouw Inberg naar voren brengt. Want zij was degene die een schorsing aanvroeg. Ik denk dat we twee dingen goed uit elkaar moeten houden. Het ene is het advies van Hüs en Hiem, dat bevat twee onderdelen. Het eerste is een algemene indruk van of men vindt dat een dergelijk volume daar wel of niet kan. Zij heeft zelf een passage voorgelezen uit het Hüs en Hiemadvies die bijna naadloos overeenstemt met de passage in de raadsbrief. Ik zal die twee dingen nu maar niet oplezen. Het tweede is dat men een oordeel heeft geveld, daar ontstaat het negatief advies over, over een volumestudie die door de architect van de Friesland Bank aan Hüs en Hiem is voorgelegd. De raad heeft zelf ook kennis kunnen nemen van dat geheel, als ik me goed herinner is dat zo'n piepschuim geval, dat ook aan de basis heeft gelegen van de beoordeling of dergelijke vormen zouden kunnen. Daarop heeft Hüs en Hiem gezegd dat het wat hun betreft niet zou kunnen. Vervolgens is dat ding als het ware weer weggelegd. De Friesland Bank heeft zich beraden over op welke manier je daar tot topkwaliteit kan komen, zij heeft er een tweede architect naast gezet, die veel ervaring heeft met dit type invullingen. Er zal straks een nieuwe studie aan Hüs en Hiem worden voorgelegd, die op volstrekt andere uitgangspunten berust dan de oude. Dat advies moet je eigenlijk in tweeën knippen. Als het gaat om de inhoudelijke verwoording van het algemene gedeelte van het advies zult u zien aat dat naadloos m de raadsbrief is overgenomen. Er zit geen lucht tussen. Ik denk dat ik niks meer toe te voegen heb aan de opmerking van mevrouw Uiterwijk Winkel, die zegt dat zij toch iets meer wil weten van die tekening. De heer Sluiter heeft zijn redenen nog een keer neergelegd, die heeft het college overgenomen, dat vonden wij eigenlijk wel plausibel. Ik ben in eerste termijn ingegaan op de situatie rondom de claims, ik dacht vrij uitgebreid. Ik wil u voorstellen om hier niet meer op in te gaan. Dan nog één laatste opmerking. Mevrouw Inberg zegt enigs zins dreigend, we zullen alle informatie zodanig openbaar maken, of woorden van die strekking, dat burgers ook kennis kunnen nemen van het geheel. Die informatie is openbaar. Zij heeft daar vanavond, ik vind ook terecht, zelf gebruik van gemaakt. Daar is ook helemaal niks mis mee. Wij hebben

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 19