Blad 50 Verslag van de raadsvergadering van 13 december 1999 De Voorzitter: Aan de orde is Bestuurlijke fusie tussen de Buitenschool en de Professor Grewelschool. De heer Stoker: Eerder, tijdens de commissievergadering hebben wij gesteld tegen dit voorstel te zijn vanwege de voorgestelde stichtingsvorm van de nieuwe school. Wat er in de commissievergadering niet bij verteld is, is het feit dat de Buitenschool graag zelf die stichtingsvorm wenst, omdat zij nu ook al een stichting is. Verder is het zo, zo leert de informatie mij vanmiddag, dat een verband wordt aangegaan met andere scholen in Noord-Nederland, het zogenaamde REC, samen met verwante scholen uit Groningen en noordwest Drenthe, dat deze stichtingsvorm nodig gemaakt, omdat er van die kant ook een eis was. Dat betekent con creet dat, wil dit voorstel enige zin hebben, die stich tingsvorm er dus moet zijn. Dat betekent dat ik terugkom op mijn eerder ingenomen standpunt en voor dit voorstel ben. De heer Wijmenga: Wij hebben om dezelfde reden ook een voorbehoud gemaakt in de commissie. Ik hoef de argumentatie niet te herhalen. Wij stemmen ook in met het voorstel. Mevrouw De Haan (weth.)Ik denk dat ik kan volstaan met daar kennis van te nemen en daar blij mee te zijn. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: Ik zou de fractievoorzitters willen vragen even bij mij te komen, want waar ik bang voor was is gebeurd. Het is inmiddels half 11 geweest. Ik zou even willen overleggen. We beginnen morgen met agendapunt 26 en 27, dat is de evaluatie van de uitkering van de Zalmsnip en het voorstel tot aanpassen van de heffing van de rioolrechten. Dan ga ik nu over tot agendapunt 10. Punt 10, 11, 12 en 13 (bijlage nrs. 169, 170, 167 en 163). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van het college. Blad 51 Verslag van de raadsvergadering van 13 december 1999 De heer J. de Jong: In de commissie heb ik de opmerking gemaakt over de verdeling van het budget locatiegebonden subsidies voor 1999. Voorgesteld werd het bedrag mede te spenderen aan ontwikkeling woningbouwlocaties in de Potmar- gezone en aan woningbouw in het Rengerspark. Deze mogelijk omstreden plannen moeten echter nog behandeld worden. De wethouder zei in de commissie dat het hier uitsluitend om een reservering en niet om de daadwerkelijke toedeling van gelden gaat. Dat komt later nog ter besluitvorming terug. Als dit het geval is kunnen wij akkoord gaan. De heer Bilker (weth.)Hetgeen het geval is. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 17 (bijlage nr. 158). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 18 (bijlage nr. 162). De Voorzitter: Aan de orde is Kadernota Integraal Veilig heidsbeleid De heer P. de Jong: Ik hoef niet de loftrompet te steken over de gang van zaken rond de Kadernota, dat hebben we uitvoerig gedaan in de commissie. Ik snap dat het college daar wel behoefte aan heeft, maar het is een prima verhaal en het is denk ik een goed uitgangspunt voor de verdere notitie. Nu we hebben er al één gezien in het kader van Achter de Hoven/VegelinWij hebben in de commissie, daarom vraag ik het woord hier even over, een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de financiering, omdat het ons toen wat al te kort om de bocht ging met een aantal preprioriteiten die door ons college naar voren werd gebracht. Nader beraad in de fractie heeft ons tot het standpunt gebracht dat wij kunnen instemmen sowieso met de inhoudelijke kant van de zaak, maar ook met de financiële afhechting daarvan, waarbij het belang dat wij met elkaar ook hechten aan die veiligheid doorslaggevend is. Dat wou ik toch graag opgemerkt hebben. De heer Brok (weth.)Er is niet echt een vraag gesteld. De heer De Jong zegt dat hij over het punt, waar inderdaad een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 26