Blad 2-2 7V
Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1999
buitengewoon aan. Wij zullen dus die motie voor uitstel
steunen. Daar wil ik het bij laten.
De heer Jacobse: Mevrouw De Haan heeft gelijk als ze zegt
dat ze verbaasd is dat mijn fractie voor uitstel zal
stemmen straks. Wij zijn ook verbaasd en teleurgesteld dat
het zover heeft moeten komen. Wij realiseren ons de
risico's die wij daarbij lopen en dat wij daar de politieke
verantwoordelijkheid voor dragen. Echter, diezelfde
politieke verantwoordelijkheid zouden wij dragen als wij
voor een voorstel zouden stemmen dat niet degene belast die
er het meest van profiteren en ook nog eens een keer de
lasten op een onevenwichtige wijze verdeelt. Dus in zoverre
is het voor ons niet kiezen voor één goede maar kiezen uit
twee kwaden. Ik constateer ook dat er van onze kant de
afgelopen weken handreikingen zijn gedaan. We hebben dan
helaas ook moeten constateren dat dit niet geleid heeft tot
een voorstel dat een breder draagvlak heeft. Ik zeg alleen
maar dat het naar mijn mening niet aan ons heeft gelegen.
De wethouder heeft gesproken over het afrondingsgeld. Ik
begrijp niet hoe
f 450.000,- afrondingsgeld kan zijn. Ik denk dat het wel
degelijk op een andere manier het tot stand is gekomen, dat
het wel degelijk een som is die enige zoden aan de dijk
zet. Nu weet ik best dat wij heel vaak afspreken dat als er
van een bepaalde begrotingspost een overschot is, dit naar
de algemene reserve gaat. Echter, wij wijken daar ook zeer
frequent van af. Dit geld hebben wij van het Rijk gekregen
met het doel het te besteden aan lastenverlichting. In die
lijn lijkt het mij ook juist het daarvoor te gebruiken. Dan
kun je het tenminste hebben over in welk fonds je het dan
stopt. Ervan uitgaande dat wij de afgelopen jaren het via
de afvalstoffenheffing hebben uitgekeerd, heeft mijn
fractie ervoor gekozen om net in het Egalisatiefonds
afvalstoffenheffing te storten.
In de eerste termijn is er verder eigenlijk weinig gezegd
wat nog niet bekend was. Wij hebben gezegd dat wat de
Zalmsnip betreft, het zo zou moeten kunnen zijn dat het
systeem, zoals wij dat de afgelopen jaren hanteerden, zou
moeten blijven. Ik constateer dat daartoe geen voorstel
ligt en dan ligt de motie van de PvdA-fractie het dichtst
bij datgene wat wij voorstaan.
Wij zullen die dan ook steunen.
De heer P. De Jong: Een paar korte opmerkingen. Ik heb uit
de eerste termijn van het debat ook de indruk gekregen dat
de standpunten zoals die in de commissie ingenomen zijn,
zoals die vanavond ook in eerste termijn zijn verwoord,
niet meer aan verandering onderhevig zijn. Daarom kan ik
Blad 23-^5
Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1999
mij ook beperken tot een soort stemverklaring bij de moties
en amendementen zoals die voorliggen. Wat betreft het
amendement dat ingediend is door de heer Jacobse namens de
NLP-fractie, wil ik zeggen dat de D66-fractie de motie zal
steunen. Het doel daarvan is inderdaad de lasten ten
aanzien van de afvalstoffenheffing beheersbaar te maken.
Wij hebben vanavond, als we er aan toekomen, hier nog een
voorstel over liggen. Ik denk dat het om meer dan een
centenkwestie gaat. We wijken er inderdaad vaker vanaf, dat
is ook al opgemerkt. We zien geen enkel probleem om het
budget dat overschiet toe te voegen aan het Egalisatiefonds
afvalstoffenheffing, de motie van de PvdA-fractie. Ik heb
in eerste termijn gezegd dat wij vinden dat in ieder geval
ook de bewoners van verpleeghuizen en verzorgingshuizen,
alsmede de kwijtscheldingsgerechtigden zoals de mensen die
echt aan de onderkant zitten, de f 100,- het komend jaar
moeten kunnen ontvangen. De discussie over de kamerbewoners
is gevoerd in de commissie. Ik ben op zich wel ontvankelijk
voor de argumenten die het college ook in de commissie
gegeven heeft en er ligt nu een iets ander voorstel voor.
Ik heb het in eerste termijn ook al gezegd dat wij het
voorstel van de PvdA-fractie ten aanzien van de Zalmsnip
zullen ondersteunen.
Dan de laatste motie van de CDA-fractie, die zegt dat het
voor elk wat wils is. Het gaat uiteindelijk ook om het
resultaat, om het besluit dat voorgelegd wordt, als ik kijk
naar de intenties die daarin liggen, ten aanzien van
verschuivingen van lastendruk maar ook ten aanzien van de
mogelijkheid die geopend wordt voor de nadere bestudering
van het brede waterspoor. Ik vind dat het verstandig is als
we ervoor kiezen om dat in één keer te doen en niet middels
een jojo-achtig beleid. Dan geldt voor onze fractie
uiteindelijk maar één oplossing. Dat is instemmen met de
motie zoals die voorligt, omdat wij het voorstel van het
college, de rioolrechten opnemen in de OZB, ten enenmale
niet aanvaardbaar vinden. Ik heb daar de argumenten voor
eerder in de commissie gegeven. Ik denk dat ik het daar bij
kan laten.
De heer Stoker: In gemeenten waar men met het waterspoor
werkt, zijn geen problemen met de juridische kant van de
zaak. Wij blijven dus vanuit het oogpunt van milieu en het
principe Me gebruiker betaalt' voor de invoering daarvan.
Dan de motie van de NLP-fractie en in feite ook die van de
PvdA-fractie, die gaan beide over de Zalmsnip. In het kader
van LIS zijn er mijns inziens duidelijke afspraken gemaakt
over het terugstorten van overschotten in de algemene
middelen. Daarom is het collegevoorstel mijns inziens
terecht. Dus beide moties zullen door mij niet gesteund
worden