Blad KJ bl
Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1999
dat alleen de woningen met de hoogste WOZ-waarde iets
minder in waarde zullen stijgen, dat er verder sprake zal
zijn van een grote, deels gelijke verhoging van alle
waardeklassen. Dat betekent dat het omslagpunt, dus het
punt waarop het collegevoorstel negatief uitpakt voor
huurders en eigenaren, navenant zal stijgen. Correctie
binnen de categorie woningen is niet of nauwelijks
mogelijk. De lastendrukverdeling zal er na de hertaxatie
nauwelijks anders uit komen te zien. Dus levert uitstel in
die zin niets op. We weten in grote lijnen wat de
uitkomsten zullen zijn van die hertaxatie. Het zal
nauwelijks grote veranderingen teweeg brengen. Het is wat
ons betreft geen goede optie. Bovendien bestaat er
communicatief een groot probleem als na de hertaxatie
uitgelegd moet worden op welke wijze de hertaxatie en de
opheffing van de rioolheffing hebben geleid tot de
verschillende tarieven. De wethouder is daar in commissie
uitgebreid op ingegaan.
Voorzitter, deze overwegingen en, maar dat terzijde, de
wetenschap dat eigenaren van duurdere woningen dankzij het
rijksbeleid ten aanzien van de hypotheekrenteaftrek in
absolute en relatieve zin beter af zijn dan eigenaren van
goedkope woningen, maken dat de PvdA-fractie graag het
collegevoorstel steunt. (De heer Jacobse: Mevrouw Paanders
zegt dat de totale lastendruk gelijk blijft, terwijl de
gemiddelde lastendruk daalt. Volgens mij blijft het aantal
woningen gelijk. Die redenatie klopt niet. Zij gaat echt
uit van een andere redenatieZij gaat uit van de
belastingwaarde van de gemiddelde woning.).
Mevrouw T. de Haan: Over de rioolheffing heb ik heel veel
overleg gehad met de heer Stoker, daar laat ik hem straks
het woord over voeren. Ik wil het hebben over de Zalmsnip.
De Zalmsnip is bedoeld voor lastenverlichting. Het Rijk
heeft tevens aangegeven dat het een inkomenspolitieke
maatregel is. Volgens mijn fractie bedoela voor zowel
belastingplichtigen als de minima. De mensen die verblijven
in verzorgings- en verpleegtehuizen vallen volgens mijn
fractie meestal ook onder de minima. Vaak moeten ze het
doen met wat zakgeld. Voor hen is het tevens een
inkomensondersteunend gebeuren. Mijn vraag hierbij is:
krijgen deze mensen het bedrag zelf uitgekeerd of wordt het
ergens anders naar toe gesluisd?
Kamerbewoners vind ik een heel ander verhaal. Ervan
uitgaande dat de kamerbewoners veelal studenten zijn die
aanzienlijk bij kunnen verdienen zonder dat ze
belastingplichtig zijn. Ook de fraudegevoeligheid bij deze
groep heeft onze zorg. Daarom vinden wij dat zij niet
meegenomen moeten worden met de Zalmsnip. Mijn vraag is:
kamerbewoners die tevens uitkeringsgerechtigd zijn, waar
Blad KL if3
Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1999
vallen die onder? Krijgen die het wel, of krijgen die het
niet?
Wij vinden dat het uitvoeringsoverschot niet mag afvloeien
naar de Algemene Reserve. Het zijn volgens ons min of meer
geoormerkte gelden, die horen daar niet thuis. In het
staatje op pagina 2 staat vervolgens: de
uitvoeringsverhogingen 1999 f 80.000,-. Vraag 1: wat is de
oorzaak van die verhogingen? Vraag 2: wat was in 1998 het
uitvoeringsbudget, als dat naar voren getoverd kan worden?
Wij vinden het uitvoeringsbudget vrij hoog. Als dit niet
het geval is dan stellen wij voor het overschot aan te
wenden voor een onderzoek om de uitvoeringskosten te
drukken
Onze voorkeur gaat uit naar alternatief 2.
De heer P. de Jong: Ik denk niet dat het verstandig is om
de hele bijdrage uit de Commissie Bestuur en Middelen nog
een keer over te doen. Daarom zal ik me beperken tot de
conclusies en een paar opmerkingen maken.
Ten aanzien van de Zalmsnip heb ik geconstateerd dat de
gemeente voor de eerste keer beleidsvrijheid heeft. Dat
staat een beetje op gespannen voet met de brief van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken, die nu voorligt. Ik wil
daar een reactie van het college op hebben, hoe ze daarmee
denkt om te gaan. Als je kijkt naar de conclusie die wij
trekken uit de discussie over de Zalmsnip, dan denk ik dat
het verstandig is, gezien de discussie die wij in deze raad
gevoerd hebben, dat vooral naar mensen aan de onderkant
gekeken zal moeten worden. Dat betekent dat de D66-fractie
kiest voor alternatief 2, zoals verwoord in de raadsbrief.
Dat is inclusief de mensen die in verpleeg- of
verzorgingshuizen wonen en kwijtscheldingsgerechtigden. Wij
hebben in de commissie de argumentatie gegeven. Het spoort
ook met de zorg die u als college voortdurend in allerlei
stukken uitstraalt naar de buitenwereld in het MOP, het
tegengaan van de tweedeling ook in de Leeuwarder
samenleving. Je hebt hier een prima kans om daar iets aan
te doen. Wij kiezen voor het alternatief 2.
Dan de rioolrechten. Er is al een uitgebreide discussie
geweest in de Commissie Bestuur en Middelen. Alle
argumenten zijn gegeven, de heer Jacobse heeft er een
aantal van genoemd en de heer Krol ook, ik herhaal ze niet
allemaal. Wij hebben als D66-fractie gezeten op de voorkeur
voor het smalle, maar eigenlijk het brede waterspoor. Wij
zijn gesterkt in onze opvatting door de brief die door het
Wetterskip Fryslan gister bij ons op de tafel is bezorgd.
Wij hebben vorig jaar in deze raad een zeer uitvoerige
gedachtewisseling met het college gehad. Ook vanuit de
PvdA-fractie was er veel sympathie voor de gedachte
richting waterspoor. Wij hebben daar in september-oktober