Blad Vi Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1999 in informatieve zin met elkaar nog een keer over gesproken. Bij ons was de indruk ontstaan dat daar ook vanuit de kant van het college de nodige sympathie voor was en de bereidheid om daar verder serieus naar te kijken. Het college doet dat nu af. Ik heb daar begrip voor vanuit de argumentatie die het college daar voor aanvoert. Dat laat onverlet dat het voor ons wel altijd het punt blijft. Het liefst het brede waterspoor. Ik heb in de commissie gezegd dat de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat experimenten heeft aangekondigd. Die worden nog een keer bevestigd in het verhaal van Wetterskip Fryslan zoals dat voorligt. De wethouder heeft gezegd dat je altijd nog weer terug naar het waterspoor kan, als we eerst maar meegaan met het collegevoorstel. Ik heb de angst dat we met een soort jojobeleid bezig zijn. Niet een consistent beleid. Dat je het ene jaar zus en het andere jaar zo, en dan weer terug moet. Ik denk dat dat niet verstandig is; dat dit moeilijk uit te leggen is richting burgers. Alles afwegende, begrijpen wij dat er op dit ogenblik in deze raad geen meerderheid te vinden is voor de invoering van het waterspoor. Ik heb heel goed geluisterd naar de opmerkingen en de overwegingen die door de heer Krol in zijn motie zijn verwoord. Hij heeft daar in de commissie ook over gesproken. Ik heb gezegd dat wij ons daar voor een belangrijk deel in kunnen vinden. Je hebt dan het verhaal dat je nog eens goed kunt kijken naar de effecten van de hertaxatie. Je kunt ook daarmee de discussie over het waterspoor nog een keer goed voeren. Alles afwegende - wat is minder slecht - is de D66-fractie tot de gedachte gekomen dat het verstandig is om, in dit geval, te kiezen voor een jaar uitstel. In die zin zullen wij de motie die de heer Krol heeft ingediend gaan ondersteunen en uiteindelijk besluitvorming plegen. Dan hebben we èn de hertaxatie, de effecten daarvan (de groepen waar de heer Krol naar verwijst), maar ook de mogelijkheid om nog eens goed het hele waterspoor door te akkeren, wellicht de experimenten die aangekondigd worden daarin mee te nemen. De heer Boorsma: Een aantal fracties ziet deze twee punten als één pakket. Wij zien dat niet als zodanig. Wij zien dit gescheiden Ik wil eerst een opmerking maken over de Zalmsnip. Wij hebben in het verleden altijd gepleit om de kamerbewoners die ook uit te keren. Hierin werden wij gesteund door de nodige landelijke correspondentie, circulaires, kamervragen etc. De boodschap is altijd geweest, kamerbewoners dus inclusief studenten, ook uitkeren. Voor ons zijn mogelijke restricties als fraudegevoeligheid en andere argumenten om dit niet te doen niet van toepassing geweest. In andere Blad 1-3 ipS, Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1999 gemeenten bleek het ook mogelijk. Wij hebben in ons standpunt echter altijd alleen gestaan. Wij hebben één keer het idee gehad dat er een serieuze poging is gedaan. Helaas is dat nu niet het geval. Wij vinden dat jammer. Helemaal als in het voorstel ook nog voorbij wordt gegaan aan kwijtscheldingsgerechtigden. Gelukkig heeft de Commissie Bestuur en Middelen in meerderheid een ander geluid laten horen. Ik vind het, en ik vind het op zich goed, nu wel een beetje jammer maar ook bemoedigend, dat de PvdA-fractie zich nu iets meer openstelt voor de groep studenten/kamerbewoners. Ik hoop dat we er volgend jaar wat meer uit kunnen halen op dit gebied. Zoals gezegd hebben wij eigenlijk altijd alleen gestaan in ons standpunt om ook kamerbewoners uit te keren. Voor ons is dat reden om nu niet met een motie te gaan zwaaien. Ons standpunt is altijd duidelijk geweest. De commissie is duidelijk geweest richting college om ook de kwijtscheldingsgerechtigden uit te keren. Dat is voor ons wel het minste wat we kunnen doen. Wij gaan met de motie van de PvdA-fractie akkoord. Dit schuift in de richting van ons eigen standpunt, dus dat is altijd goed. Volgend jaar zullen we dezelfde insteek nemen als dit jaar. Kom ik bij de rioolproblematiek. Ik denk dat samen met de stedelijke vernieuwing dit onderwerp het meest besproken is in de afgelopen raadsperiode. Wij hebben ons steeds uitgesproken voor alternatief 3, waarbij de WOZ-waarde wordt betrokken met als alternatief second best. Waarom alternatief 3? Omdat het voor de huurders, voor ons een belangrijke groep, het minst negatief is. Daarmee schieten we in wezen meteen het waterspoor min of meer af, omdat voor die doelgroep het waterspoor immers flink uit de portemonnaie gaat happen. Aan de andere kant sluiten wij onze ogen niet voor de politieke haalbaarheid van één en ander. Een zeer belangrijke, wellicht zeer doorslaggevende, rol. Indien u moet kiezen voor alternatief 3, kan dat betekenen dat het de gemeente nog meer geld gaat kosten dan ons lief is. Het zal immers toch betaald moeten worden. Uitstellen is voor mijn fractie niet een goede optie. In dat geval worden er juridische en dus financiële risico's gelopen. Dat is één van de redenen die voor ons erg zwaar weegt. Als uitstellen voor de fracties een serieus alternatief gaat worden, dan is alternatief 3 voor ons dat weer. Hoe je het wendt of keert in dit geval, er zal een bepaalde verschuiving van lasten plaatsvinden. Bovendien kan de discussie over het waterspoor nog altijd gevoerd worden en zelfs kan het waterspoor ingevoerd worden, indien men in meerderheid in deze raad daartoe beslist. De heer Roekiman: Voor wat betreft de Zalmsnip is mijn fractie van mening dat alle zelfstandige huishoudens recht

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 7