Blad V& 38 Verslag van de raadsvergadering van 20 december 1999 lijke vragen en standpunten verwijs ik kortheidshalve naar de desbetreffende verslagen. Het ligt niet in onze bedoeling om vanavond de commissie vergadering dunnetjes over te doen. In hoofdlijnen wel het volgende Mijn fractie kan in grote lijnen akkoord gaan met de nota Stedelijke Vernieuwing. We willen op een tweetal punten een aantekening maken. Ten eerste, mijn fractie kan zich op dit moment niet binden aan het aantal te slopen woningen, zoals vermeld in de no ta. Wat ons betreft moet de sloop tot het minimum beperkt worden. Er zal zeker gekeken moeten worden naar de nieuwe behoeftevraag in de toekomst bij de bewoners, dan wel bur gers. In de Leeuwarder Courant van 9 december jl. stond vermeld dat er groot tekort is aan woningen in Friesland voor ouderen en alleenstaanden. Mijn fractie vindt dat Leeuwarden hier sterk op moet inspelen. Bij de beoordeling van het uitvoeringsplan zal mijn fractie aangeven in welke mate sloop noodzakelijk is en op grond daarvan finale besluitvorming nemen, niet eerder dus. In de tweede plaats wil mijn fractie aangeven dat wij tegen stedenbouwkundige ontwikkelingsplannen zijn in het natuur gebied de Bullepolder. Op pagina 6 wordt dit vermeld in de Kadernota. Wij willen de aantekening hebben dat wij hier tegen zijn. Mevrouw Inberg: Wij hebben in de commissie een voorbehoud gemaakt, omdat er nog een paar onduidelijkheden waren. In de laatste commissievergadering over het Kaderplan Stede lijke Vernieuwing is de wethouder, de heer Bilker, begonnen met de mededeling dat het overleg was opgeschort met de wo ningbouwcorporaties BWL/Patrimonium in verband met de moei lijkheden. Wij hebben gevraagd wat de beweegredenen waren en zicht te krijgen op de voortgang van het proces van de stuurgroep, sinds die mededeling van de heer Bilker. Het blijkt dat dit heel moeilijk is. Wij hebben daar een visie op ontwikkeld. Ons uitgangspunt is dat corporaties en ge meente elkaar moeten vasthouden om ongewenste ontwikkelin gen tegen te gaan. Op dit moment lijkt ons dat er een span ning over de rolverdeling in het geheel bestaat. Corpora ties worden enerzijds aangespoord als projectontwikkelaar op te treden, anderzijds worden zij aangesproken op hun verantwoordelijkheid om buurten leefbaar te houden en daar geld en energie in te steken. Dat is iets wat de gemiddelde projectontwikkelaar niet als eerste doelstelling ziet. Daarnaast wordt in dit proces van de gemeente een actieve regierol gevraagd. Dat betekent naar ons idee niet alleen technisch voorzitter zijn, maar ook aan grondbeleid, ver werving etc. actief deelnemen. Deels is dit een onderhande- lingsrol waarbij altijd geldt 'voor wat, hoort wat' Op dat onderdeel hebben wij geen inzicht. Het is ook niet de be Blad *93 Verslag van de raadsvergadering van 20 december 1999 doeling dat de raad mee aan de onderhandelingstafel zit. We willen als D66-fractie wel meegeven dat wat ons betreft de samenwerking met alle corporaties voorop staat en daar zwaar op ingezet moet worden, met een actieve regierol van de wethouder, die daar ook de mogelijkheden toe geboden moet worden. Het gevaar dreigt namelijk dat bij een niet actieve regieopstelling andere projectontwikkelaars, niet gebonden aan een of ander convenant, hun gang gaan. We heb ben een voorbeeld van Bokma in Bilgaard, niet dat dat rampzalig is, maar dit gaat toch buiten convenantafspraken om Dan de sloop- en nieuwbouwcijfersWe hebben daar naar ge vraagd bij de gewijzigde raadsbrief over de bijstelling van de nieuwbouwcijfersOok in gesprekken met de corporaties blijken deze cijfers moeilijk te duiden. De marges in de sloopcijfers zijn redelijk ruim. In de raadsbrief wordt voorgesteld de marges in de nieuwbouwci]fers te versmallen. De bandbreedte in het ontwerpplan Kaderplan Stedelijk Ver nieuwing was 1200 stuks. Nu is dat versmald tot 700 stuks. We hebben weinig mogelijkheid om dat nog bij te stellen. De motivering daarvoor hebben we nog steeds niet kunnen vin den. Graag willen we die vanavond nog eens van de wethouder horen. Wat ons betreft zijn ruimere marges hanteerbaarder. Er moet een goede mogelijkheid zijn tot bijstelling, want er zijn veel onzekere factoren. We hebben dat in de commis sie al eerder gezegd. De evaluatie van de huursubsidie is een erg gewichtig stuk, vooral voor de behandeling van het Kaderplan Stedelijke Vernieuwing. Vooral nu Remkes het advies heeft gekregen om huursubsidie af te schaffen denk ik dat in het landelijke politieke veld wel wat verschuivingen op til zijn. De evaluatie van de huursubsidie voor Leeuwarden. In ver band met matiging van huursubsidie is de uitvoering van de Wet huursubsidie naar de gemeente overgeheveld. Het is dus de bedoeling dat er soberder met huursubsidie wordt omge sprongen. Leeuwarden zit ontzettend hoog. De eerste die in de buurt komt met de uitkering van huursubsidies, is Gro ningen. Die zit op 30%. Bij ons krijgen 50% van de huurwo ningen huursubsidie. (Mevrouw W. de Jong: Wij hebben het vanavond helemaal niet over huursubsidie. Het gaat over het Kaderplan Stedelijke Vernieuwing.Dat weet ik, maar ik heb in de commissie steeds gezegd dat dit onzekere factoren zijn, waardoor wij die brandbreedte graag zo breed mogelijk willen houden, omdat je moet kunnen bijstellen. Dat wordt ook in het Kaderplan gezegd. Daarom snappen wij niet waarom het nu versmald moet worden tot een uitwijkmogelijkheid van 700 stuks. Ik wilde graag de motivering daarbij aangeven. Er zitten nogal wat overschrijdingen in de toekenning van de huursubsidie. Het is de vraag wie die boetes moet beta len. Wij hebben in het Kaderplan die risicofactor niet om schreven gezien. We weten ook niet wat de toekomst voor de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 10