Blad 2-6 lolt?
Verslag van de raadsvergadering van 20 december 1999
dat de sloop min of meer eigen initiatief was van de wo
ningbouwcorporatie
Kortom, een Kaderplan waarin de visie voor de stedelijke
vernieuwing is aangegeven is sowieso nodig. Of de corpora
ties daar nu in meewerken of niet, nodig is het wel, want
het is de basis voor de verdere uitwerking van de deelplan-
nen. Ook de deelplannen moeten straks getoetst worden aan
deze Kadernota.
Enkele woorden over de totstandkoming van het Kaderplan.
Het duurde lang, daar hebben we zelf voor gekozen, namelijk
door intensief overleg met de bevolking door middel van
stedelijke stadsgesprekken. Dat dit voor de bevolking even
wennen was, is ons duidelijk geworden. Een andere factor,
die het plan vertraagt heeft, is het overleg met de corpo
raties. Dat overleg met de corporaties verliep en verloopt
moeizaam. De communicatie met de bevolking was en blijft
ook in de toekomst intensief. Wat onze fractie betreft kan
het gelopen communicatietraject de toets der kritiek door
staan, al valt er op onderdelen wellicht wat te verbeteren.
In die zin wil ik een paar opmerkingen maken over het in
teractieve proces. Deze woorden staan voor onder andere:
open planprocedures, inspraak, hearings, zeggenschap etc.
We noemen het te pas en te onpas. Zelfs voor de raadsleden
is het onduidelijk, laat staan dat wij van de burgers kun
nen verwachten dat die een helder inzicht hebben in de pro
cesgang. Laat staan dat ze begrip hebben als de voorkeuren
van de bevolking niet worden gehonoreerd.
Er blijven bij het interactieve beleid en bestuur nogal wat
vragen te stellen. Wanneer komt de raad zelf actief in
beeld? Wie zijn eigenlijk de doelgroepen? De deelnemers in
een interactief proces? Kunnen we groepen die tegengestelde
belangen hebben, met elkaar laten samenwerken? Concreet,
zit de gemeente als regisseur en uitvoerder, samen met Co-
menius en de werkgroep 'Behoudt de groene long aan de Pot-
marge' gelijktijdig aan tafel, of doen we dat juist niet?
De fractie pleit ervoor dat de gemeenteraad zich nog eens
actief in interactieve processen verdiept en in hoe we hier
mee om moeten gaan. Het is hopelijk duidelijk dat dit niet
alleen voor de stedelijke vernieuwing geldt, maar ook op
andere terreinen. In ieder geval zal duidelijk moeten zijn
waar de eindverantwoordelijkheid ligt, namelijk bij
raadsleden die daar voor gekozen zijn. Dan kan het anders
uitpakken dan belanghebbenden soms wensen. Maar ook die
spelregel zal aan de bevolking meer dan tot nu toe duide
lijk gemaakt moeten worden aan het begin van het traject.
Kortom, akkoord met het gelopen communicatietraject. Laten
we er van leren bij de volgende deelplannen en laten we ons
nog eens heroriënteren op het fenomeen 'interactief bestu
ren' in het algemeen.
Blad 2? 10}
Verslag van de raadsvergadering van 20 december 1999
Het ambitieniveau van het Kaderplan. De CDA-fractie vindt
dat wij zoveel mogelijk vast moeten houden aan dat ambitie
niveau en als het vanwege de middelen niet kan, dan maar
moeten temporiseren. Aan de mensen, wier woningen worden
gesloopt, zijn wij dit ook verplicht. Het stedelijke ver
nieuwingsproces loopt over een periode van minstens 10 jaar
en ik denk dat het zelfs een continu proces is.
Enkele woorden over de rol van de woningbouwcorporaties.
De rol van een corporatie is van cruciaal belang in het
proces van de stedelijke vernieuwing. Ze hebben door de
wetgever een eigen zelfstandige positie gekregen in de
volkshuisvesting. Het zijn hybride organisaties, private
instellingen met publieke taken. Gemeente en corporaties
spelen hun eigen rol. De gemeente heeft zelfs een dubbelrol
in het proces, regisseur en uitvoerder. Corporaties houden
zich bezig met de verhuur van woningen, met als belangrijk
ste opdracht het huisvesten van de minst-draagkrachtigen
De gemeente zit in een hachelijke positie. Zij heeft geen
dwingende wettelijke bevoegdheden om te investeren in de
stedelijke vernieuwing. Kortom, samenwerking tussen de ge
meente en corporaties is een belangrijke randvoorwaarde
voor het welslagen van de operatie. Niet voor niets heeft
de totstandkoming van deze Kadernota langer geduurd dan no
dig was. We kunnen dat voor een belangrijk deel op het con
to schrijven van de corporaties. Vorige week is helemaal
duidelijk geworden dat corporaties niet bepaald de handen
ineenslaan. Ze zijn duidelijk bezig met overlevingsstrate
gieën. Wat is de meerwaarde van de fusie met corporaties
buiten de stad? Wij zien de vruchten daar niet van. Intus
sen is wel duidelijk dat twee corporaties hun eigen weg
gaan. De onderhandelingen gaan met de individuele corpora
ties door, heb ik begrepen. Het consensusmodel wordt verla
ten, zei de wethouder in de commissie, nu twee corporaties
hebben afgehaakt. Je kunt wellicht op onderdelen zaken
doen, maar de gemeente is afhankelijk geworden van de be
reidwilligheid van de corporaties. Het gevaar bestaat bo
vendien, dat de plannen van de corporaties niet op elkaar
afgestemd zijn. Hoe kijkt het college hier tegenaan? Plan
nen kunnen wel gemaakt worden, maar samenhang ontbreekt of
dreigt te ontbreken. Er is een klein lichtpuntje. Bij de
Miljoenennota 2000 heeft de Staatssecretaris van Volkshuis
vesting opgemerkt dat in het kader van de regels over de
marktwerking, de positie van de corporaties kritisch wordt
beoordeeld. Eveneens wordt bekeken hoe de corporaties kun
nen komen tot een systeem waarbij sociale investeringen en
de financiële middelen van de huursector op elkaar worden
afgestemd. De CDA-fractie wacht af. Wat ons betreft grijpt
de staatssecretaris in. Gaat het niet goedschiks, dan maar
kwaadschiks
Met de strategische keuzes kunnen wij ons in grote lijnen
verenigen