Blad y< 114 Verslag van de raadsvergadering van 20 december 1999 bedrag van f 1,7 miljoen voor de tijdelijke regeling her structurering, de rijksregeling die er per 1 januari niet meer is, 1/3 naar de gemeente en 2/3 naar de corporatie. Aan die afspraak houden wij ons. Naar prestatieafspraken heeft de heer Feddema nog gevraagd. Die worden vastgelegd in een intentieovereenkomst. Met twee corporaties worden die prestatieafspraken op dit moment door middel van een samenwerkingsovereenkomst en intentie verklaring vastgesteld. De heer Stoker spreekt over de verhuisregelingenIk ben daar op ingegaan. Nogmaals, ik zou daar niet echt willen in treden De heer Drewel wijst op de gevolgen van het interactief proces, de positie van de raad daarin. Ik deel zijn analy se, die is inderdaad in een interactief proces anders. Het is trouwens de vraag of dit echt een interactief proces is, zoals wij op de dag var. de raad hebben besproken. Hier gaat het ook nog over PPS-ccr.structiesIk ben het met hem eens, de rol van de gemeente is natuurlijk een andere dan in de reguliere voorstellen. De gemeente is in die besluitvorming een actor. De heer Drewel heeft heel concreet gewezen op de positie van de corporaties, die misschien hier en daar inderdaad wat hybride is. Ze hebben verschillende posities. Ik deel zijn schets. Tot slot heb ik er toch behoefte aan om het volgende over de stedelijke vernieuwing te zeggen. We zitten ongelooflijk ruim in onze goedkope woningvoorraad. We hebben een woning voorraad die te sober is en te goedkoop. We hebben corpora ties die na de stedelijke vernieuwing weer een sterk be drijf moeten zijn. Daar moet inderdaad afslanking plaats vinden Het gaat ook om het doorbreken van trends, dat staat ook in de Kadernota, we zullen dus niet te voorzichtig moeten zijn. Het heeft met het ambitieniveau te maken, meer aanbod voor Leeuwarders die ook meer willen uitgeven. Dat maakt het totale aanbod ook minder sober. Steeds meer mensen moet je meer keuzes bieden, ook de doelgroep. U zult van mij moeten aannemen, ik heb dat ook in de commissie gezegd, dat ook de laagstbetaalden een fatsoenlijke woning in een fat soenlijke omgeving zullen krijgen. Dat hoeft niet altijd in dezelfde wijk te zijn, maar het is wel het uitgangspunt. Op het brede front gaat het gelukkig nog steeds om kansen. Ik wou het hier bij laten in eerste termijn. Mevrouw De Jong: Ik vind het wel heel vervelend, maar wij willen toch een schorsing aanvragen. Blad 33 HS Verslag van de raadsvergadering van 20 december 1999 De Voorzitter: Als u een schorsing vraagt, dan kan dat heel kort. Gaat uw gang. De Voorzitter schorst om 21.40 uur de vergadering. De Voorzitter heropent om 21.50 uur de vergadering. Mevrouw De Jong: We willen in ieder geval ingaan op de twee moties De motie van de SP-fractie zullen we niet steunen. De motie van mevrouw De Haan willen we ook niet steunen, omdat wij vinden dat de wethouder daarin wel een duidelijk een antwoord heeft gegeven, namelijk dat het geen directe invloed van de gemeente is, maar dat net een onderhande lingsresultaat is van WBL met de corporaties. Dat wilden we nog even verifiëren, wij zijn content met dat antwoord. Wij steunen daarin dan ook het advies van de wethouder om de motie niet te steunen. Wij hebben nog wel één punt, dat wij eigenlijk erg verve lend vinden. Er bereikt ons nu een brief van BWL, die ge richt zou zijn aan de Commissie Stadsontwikkeling en die naar de wethouder gestuurd zou zijn. Daar zijn wij niet van op de hoogte. De heer Feddema refereert wel enige malen aan deze brief. Wij hebben deze brief niet van tevoren onder ogen gehad, dat vind ik een vervelende situatie, want ik neem aan dat er meer fracties zijn, die hem niet kennen. Wat ik wel daarin vindt is dat de BWL aan de ene kant zegt dat zij de Kadernota ondersteunt, dat klopt wat de wethou der zegt, aan de andere kant, als het stuk doorgelezen wordt (nogmaals ik vind het vervelend om er uit te citeren terwijl anderen de brief niet kennen), zeggen zij wel: je kunt niet simpelweg slopen zonder dat er een financiële on derbouwing onder ligt. Dan denk ik, als je instemt met de Kadernota, accepteer je ook dat er nog een financiële on derbouwing moet komen als je het hebt over definitieve sloopaantallen, dat is geen reden om te zeggen dat je dat niet wilt. Het lijkt een uitspraak die in tegenspraak is met zichzelf. Dat maakt ons zo argwanend met betrekking tot de verdere samenwerking en het hebben van een regierol in toch een hele moeilijke situatie als deze. Ik wil opnieuw aan de wethouder vragen waarom wij deze brief niet allemaal eerder hebben gekregen, zodat we hem in hebben kunnen zien. Ten tweede vind ik het onjuist dat een aantal de mogelijk heid hebben om wel uit de brief te citeren en anderen dat niet kunnen doen, omdat ze hem niet hebben. Dat vind ik een lastige situatie. Eén ding wil ik nog noemen. In de Kadernota staat ook dat we heel voorzichtig zijn met aantallen, want wij houden nog behoorlijk wat woningen over. De Kadernota geeft ook aan,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 18