Blad H 3H
Verslag van de raadsvergadering van 20 december 1999
De opmerking van de heer Van Mourik over de f 80.000,- is
mij zeer duidelijk, ik red mij daarmee.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de motie in
gediend door de heer Van Mourik namens de VVD-fractie, me
de-ondertekend door de heer Drewel namens de CDA-fractie,
mevrouw Waanders namens de PvdA-fractie, de heer P. de Jong
namens de D66-fractie, mevrouw De Haan namens fractie De
Haan, de heer Kalsbeek namens de SP-fractie en de heer Sto
ker namens de GPV/RPF/SGP-fractie
De motie wordt aangenomen met algemene stemmen.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 14.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. dn w., met inachtneming van de aangeno
men motie, met de aantekening dat de leden van de NLP-
fractie geacht willen worden tegen het voorstel te hebben
gestemd
Punt 15 (bijlage 176).
De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling Kaderplan Stede
lijke Vernieuwing.
Mevrouw W. de Jong: Het gaat vanavond over de Kadernota
Stedelijke Vernieuwing. Wij hebben daar tot twee keer toe
in de commissie uitgebreid over gesproken. Ik denk dat het
vanavond niet de bedoeling is om dat over te doen. Dingen
zijn gezegd, de wethouder heeft overal op gereageerd. Wij
hebben er wel behoefte aan om toch nog even te kijken naar
het traject hoe we gestart zijn tot waar we nu gekomen
zijn, namelijk de Kadernota. De visie waar we destijds ja
tegen hebben gezegd was naar aanleiding van 3 oktober 1997,
waarin wij raadsbreed hebben ingestoken op het meest verre
gaande scenario om ten behoeve van de kwaliteit van de stad
in te steken op forse maatregelen met betrekking tot het
slopen, het herinrichten, het verkopen van huurwoningen en
het nieuw bouwen van woningen. We hebben gezegd dat als je
dat niet doet, er problemen komen in de wijken, zoals die
er nu al beginnen te komen in de wijk de Wielenpölle. Er
komt leegstand. Er is geen sprake van dat die leegstand
weer opgevuld wordt. Je zit dan in zo'n wijk met een socia
le problematiek die zijn weerga op een gegeven moment niet
kent. Ik denk dat we iets moeten doen. Daar hebben we
raadsbreed op ingezet. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid
dat deze Kadernota er ligt. Er is ook gesproken over het
Blad P5$5
Verslag van de raadsvergadering van 20 december 1999
abstractieniveau van deze nota, dat vrij hoog ligt. We heb
ben het over een Kadernota, we hebben het niet over een
concrete uitwerkingsnotitie. Ik denk dat je er niet aan
ontkomt dat je wel eens in abstracte formuleringen blijft
steken. Toch is er een aantal dingen ons wel opvallen. Eén
is dat er veelvuldig gerefereerd wordt aan het convenant
dat is afgesloten tussen de corporaties en de gemeente. On
langs is gebleken dat twee van de corporaties zijn afge
haakt. Dat hebben we duidelijk kunnen lezen in de krant en
misschien wel kunnen horen ook. De wethouder heeft ons in
de commissie toegezegd dat het convenant absoluut overeind
blijft staan. Dat betekent de voortzetting van de uitwer-
kingsvoorstellen naar aanleiding van wat in de Kadernota
staat. Ik wil toch nu, want er zijn weer berichten in de
krant geweest die ons hebben doen twijfelen, opnieuw van de
wethouder weten hoe stevig dit convenant is. Wij gaan er
vanuit dat het de basis is en dat het absoluut niet, zoals
BWL probeert te vertellen, vrijblijvend is. Er staan duide
lijke afspraken in die nagekomen moeter. worden, wil deze
hele stedelijke vernieuwingsoperatie slagen.
Het tweede punt dat de wethouder heeft genoemd in de tweede
commissievergadering, waarin de definitieve nota aan de or
de was, was de regierol van de gemeente. Wij hebben duide
lijk, toen de concept-nota besproken werd, onze teleurstel
ling geuit over het gebrek aan het hebben van een regierol
vanuit de gemeente. De wethouder heeft gezegd, toen hij
uitlegde hoe het zat met de corporaties, dat de regierol
strakker aangehaald wordt en dat hij er nu voor wil gaan.
Wij hebben toen gezegd dat wij het prima vinden dat dit nu
gebeurt, maar we hadden het veel beter gevonden als dat
vanaf het begin af aan duidelijk was geweest.
De bewonersparticipatie. Wij hebben daar de nodige kritiek
op gehad, op grond waarvan wij een politiek café hebben ge
houden om te kijken hoe het met de bewonersparticipatie ge
regeld is, zowel volgens de beginselen uit de Kadernota als
hoe het uitpakt wanneer je een concrete wijk aanpakt. Wij
hebben wel moeten constateren, na het politiek café dat wij
hebben gehouden, dat vanuit de projectorganisatie de zaak
absoluut beter is opgepakt. Er worden veelvuldig gesprekken
gevoerd met de wijk. De wethouder heeft toegegeven dat als
hij een nieuwe wijk aanpakt, te denken valt aan de noord
rand, of dat nu Camminghaburen-Noord is, of Bilgaard en de
Vrijheidswijk, hij opnieuw zal kijken hoe de communicatie
lijnen gaan lopen, met name waar inspraakbevoegdheden van
de bewoners zijn. Wij geloven, in tegenstelling tot dat wat
de D66-fractie in de commissie heeft gezegd, er absoluut in
dat het niet vertragend hoeft te werken, als je maar aan
geeft waar bewoners inspraakbevoegdheden hebben met betrek
king tot het aanpakken van hun wijk. Wij denken zoals het
nu gegaan is, het een enorme vertraging heeft opgeleverd en