Blad 24
Verslag van de raadsvergadering van 17 januari 2000
keer opnieuw in de commissie aan de orde stellen. Dat zal
zeker moeten gebeuren, omdat daar een prioriteitsvolgorde
aan toegekend moet worden met bijbehorend budget, waarbij
men voor zichzelf als het ware kan aangeven op welke wijze
en hoe snel een aantal knelpunten opgelost kunnen worden.
We zullen daar in de tweede helft van dit jaar sowieso
uitgebreid over praten.
Mevrouw Inberg heeft in de commissie een opmerking gemaakt
over de ZuiderzeelijnHet is absoluut niet zo, hoewel dat
publicitair niet zo naar voren komt, dat wij achterover
leunen als het gaat om die ZuiderzeelijnHet ook niet zo
dat wij niks doen en wachten op het rapport. Zij vroeg naar
dat rapport. Ik heb aangegeven wanneer dat rapport komt.
Dat is belangrijk, niet alleen om het rapport ter kennis te
brengen van de commissie, maar ook om het daar te bespreken
en ook gezamenlijk verder in te gaan op de strategie die
vanuit Leeuwarden gevoerd moet worden. Ik zeg dat toe, maar
dat had ik ook al gedaan. Maar ik vind het ook belangrijk
dat dat leidt tot een strategie die door de commissie ge
dragen wordt.
Ten aanzien van de fietsrunner vind ik het mooi dat de
provincie er een pilotproject in ziet. Dit is nieuw voor
mij. Ik vind dit een interessante mededeling. Ik heb het
gekoppeld aan de proef openbaar vervoer, omdat het een
beetje in dezelfde sfeer ligt. Ik zeg toe dat ik kijk wan
neer die verschillende onderdelen in elkaar passen. Ik zal
bij de provincie informeren of de opmerking inderdaad
stoelt op bestaand beleid bij de provincie, of dat waar is.
Ik kom daar in de volgende vergadering op terug.
De heer De Vries: Even voor alle duidelijkheid over dit
onderwerp. Wat wij in de commissie hebben begrepen, is dat
wij hier vanavond uitsluitend instemmen met de zaken die in
de blauwe prospectus staan, dan ook alleen maar de krediet
aanvragen, dat alle stukken nadien terugkomen. We zeggen
vanavond geen ja tegen de invulling, dat is voor mij geen
infrastructuur, maar het zijn correcties op bestaande in
frastructuur. Dat we vanavond daar geen nee tegen zeggen.
Volgens mij was het een opsomming van de feiten die uit het
rapport zijn gekomen.
De heer Den Oudsten (weth.:) Het is in feite een raamkre-
diet wat u accordeert, waarbij de verschillende onderdelen
in hun uitwerking terugkomen. (De heer De Vries: Jawel,
maar ik bedoel dat het gaat over hetgeen in het voorstel
staat, maar niet de knelpunten die u heeft genoemd.Nee,
alleen het voorstel. Die knelpunten was een toegift. De
Blad 25
Verslag van de raadsvergadering van 17 januari 2000
knelpunten, die gedekt zijn uit het Programma Infrastruc
tuur, vindt u in het programma terug.
Punt 12 (bijlage nr. 8).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders.
Punt 13. (bijlage 4)
De Voorzitter: Aan de orde is voorbereidingsbesluit ex
artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor een
perceel aan het Lenteklokje.
De heer Boorsma: Mijn fractiegenoot, de heer Kalsbeek,
heeft zich in de commissie wat negatief uitgelaten over de
reden waarom die garageboxen er moesten komen. Niet zozeer
over het feit of de bewoners wel of niet garageboxen zouden
moeten hebben, maar meer om de reden die daarachter ligt.
We hebben dit als fractie een beetje op ons in laten wer
ken. We hebben aan de andere kant geen redenen kunnen vin
den waarom de boxen er niet zouden moeten komen. De motie
ven die vanavond zijn ingebracht door de heer Van der Mo
len, hebben ons versterkt in dat idee. Ik vind die motieven
een beetje gezocht en een beetje ongenuanceerd.
De hear J. de Jong: Ik sil myn bydrage, hoe lyts dy hjoed
ek is, yn it Frysk dwaan. Ik haw it in tiidsje yn it Hol-
lansk dien, mar ik haw fan jo fernaam dat jo dizze taal
aardich machtich binne en goed ferstean kinne, om dan yn
Den Oudsten syn wurden te bliuwen: de kursus docht fertu-
ten. Mei yn it ljocht fan it kultuerbelied fan wethalder
Brok, dy't derfoar ek al in fear yn it gat stutsen krigen
hat, sil ik op'e aide fuot fierder gien, yn dit moaie hüs
fan'e provinsje.
Ik hie yn'e kommisje in foarbehald makke foar dit punt,
om't ik it nochris yn'e fraksje besjen woe. We binne fan
betinken dat wy üs dochs goed ynlibje kinne yn in diel
fan'e beswieren fan guon omwenjenden. Dêr wurdt dochs in
bytsje te maklik oan foarby gien. It iene beswier is yn üs
eagen wat minder swier as it oare, mar benammen it punt fan
de lüdsoerlêst is foar üs dochs wol fan belang, wêr't dizze
minsken al net te min lést fan hawwe. Wy hawwe in öfweaging
makke en wy litte jimme witte dat wy tsjin stimme sille.