Blad 24
Verslag van de raadsvergadering van 13 maart 2000
binne wy foar wat de haadlijnen oanbelanget akkoard. De ta-
komst sil leare hoe't it allegear komt.
Ik wol noch wol wat sizze oer de saneamde 'planvoorberei-
dingskosten'dêr hie ik in foarbehald foar makke. Benammen
kosten as kommunikaasje, leafst f 180.000,- foar ien jier
en de kosten foar it projektburo, mear as f 2 miljoen foar
allinnich dit jier, fleagen üs oan. It is üs düdlik wurden
dat in flink diel opgiet oan deskundigen fan buten de ge
meente. As je seis gjin minsken hawwe as frij meitsje kin-
ne, dan moat je se binnen helje en dat giet hjoeddedei net
mear om'e nochtWy sille üs hjir spitigernóch by dellizze
moatte
In twadde punt is dat der sa gau mooglik boustreamen yn'e
polder op gong komme moatte, om de makke kosten yn te
ferstjinjen, mar ek yn it ramt fan OKL-2. De konjunktuer is
noch heech en dêrmei is der noch in grutte fraach nei wen-
ten. De omlizzende gemeenten binne harren taks oan it op-
meitsjen, mar binne noch hieltyd konkurearjendDêr moatte
wy foar waldzje. In heechweardich stedsklimaat sil op him-
sels net genöch wêze om minsken te lüken, ek de fjouwerkan-
te meterpriis sil flink bepalend wêze. It is noch hielendal
net düdlik hokker maatregels it kolleezje nimme sil of kin
as in te hege priisstelling, mei troch de projektüntwikke-
lers en ek troch it mei finansieren fan de Heak bygelyks,
in stagnearjende faktor wêze sil.
As léste noch in opmerking oer de risiko's. De takomst is
ünwis en bepaalde risiko's moatte je nimme, dochs moatte je
je yndekke foar saneamde 'worst-case-scenario's'. De stik
ken neame in tal maatregels. Saak is foaral om alert te we
zen op nije üntjouwingen en dêr in passend antwurd op te
jaan en mei kontraktpartijen öfspraken te meitsjen oer be
paalde senario's. Sjoen it jild en de kwaliteit dy't yn it
projektburo stutsen binne, moatte wy oannimme dat it hjir
goed mei komt.
De Voorzitter: Ik stel de raad voor te pauzeren.
In de pauze biedt de heer Van der Brug de NLP-nota 'Het
goede leven' aan.
De Voorzitter schorst om 20.45 uur de vergadering.
De Voorzitter heropent om 21.15 uur de vergadering.
De heer Den Oudsten (weth.): Wij hebben in de Commissie
Stadsontwikkeling vrij uitgebreid gediscussieerd over al
lerlei aspecten die te maken hebben met de plannen die wij
Blad 25
Verslag van de raadsvergadering van 13 maart 2000
nu hebben om de uitbreiding van Leeuwarden aan de zuidkant
ook echt gestalte te geven. Op zichzelf is de basis van de
plannen natuurlijk niet nieuw, want de basis kunt u vinden
in het structuurplan dat in 1995 is vastgesteld. Maar het
feit dat wij nu daadwerkelijk ook met de uitvoering in de
breedte - want Zuiderburen is natuurlijk al in uitvoering -
beginnen is aanleiding voor het college om nu een krediet
aan te vragen. Wij hebben gemeend nu ook in een zodanige
positie te zijn dat wij dat nu kunnen, door het feit dat
wij in de afgelopen periode ook in zakelijk opzicht een po
sitie hebben kunnen verwerven in dat gebied Leeuwarden-
Zuid. Ik kom daar zometeen op terug.
Hoofdmoot van uw opmerkingen toen en ook nu eigenlijk heeft
te maken met als daar woningbouw wordt toegestaan, wat voor
type wijk het dan moet worden en hoe vindt de stedenbouw
kundige planvorming plaats. In de commissievergadering is
van verschillende kanten gezegd dat voordat het college
toestemming krijgt om daar een flink aantal woningen te
bouwen, zij allereerst zal moeten komen met een stedenbouw
kundige visie. Daar zijn wij het volstrekt mee eens en wij
zullen ook in de komende maanden verder werken aan het op
zetten van een dergelijke visie en ook aan een aantal ste
denbouwkundige uitgangspunten voor die verschillende woon
gebieden. Dat betekent ook dat wij met de commissie nog
eens wat meer de diepte in zullen gaan in de discussie over
op welke wijze je die gebieden vorm moet geven. Daarbij is
het denk ik niet terecht als je voorbeelden gebruikt van
huidige woonwijken. Er werd het voorbeeld gebruikt van Gou-
tum-Noord. Dat gaat in feite om een volstrekt andere ge
bied. Hetzelfde geldt voor de Bullepolder, dat is ook een
volstrekt ander gebied. Je zult dit gebied naar eigenheid
moeten beoordelen en daar ook van toepassing moeten verkla
ren de woningbouwopgave die de gemeente Leeuwarden in de
komende jaren moet vervullen en waarvan het college vast
besloten is om die ook overeenkomstig de afspraken, gemaakt
in het Ontwikkelingskader Leeuwarden, tot uitvoering te
brengen. Dat betekent ook, zoals mevrouw De Jong zegt, dat
wij in een kader zitten met de omliggende gemeenten, als
wij ons met elkaar aan afspraken houden en als de regie van
de provincie ook in volle omvang en in alle scherpte wordt
gevoerd, dat Leeuwarden in de komende jaren ook ruimte
krijgt om dat woningbouwprogramma neer te zetten. Daar zit
ten nog wel wat haken en ogen aan. Het ene is bijvoorbeeld
dat de afspraken zoals die gemaakt zijn met de omliggende
gemeenten, pas in volle omvang over anderhalf jaar in wer
king zullen treden, omdat wij dan de grote nasleep van de
projecten in de omliggende gemeenten, die op dit moment in
uitvoering zijn, min of meer gehad hebben. Daarnaast blijft
er wel een zekere mate van concurrentiepositie over. Maar
dan krijgt de gemeente Leeuwarden veel meer ruimte om het
programma vol te bouwen dan de omliggende gemeenten. Dat