Blad 36 Verslag van de raadsvergadering van 13 maart 2000 De hear J. de Jong: Ynhaldlik hawwe wy yn'e kommisje genöch ynformaasje han, dêr sil ik it net oer hawwe. Wol soene wy as fraksje nochris stilstean wolle by de kredyt-mandaat systematyk en dan yn relaasje mei de nota Grote projecten, dit nei oanlieding fan de opmerkings fan mefrou Inberg. De systematyk doocht yn üs eagen wol, it is in systematyk dy't wy hieltyd tapasse. Der wurdt in saneamd raamkredyt fêst- steld en de ferskillende projekten komme allegear yn'e kom misje foar advys, kompleet mei kostenplaatsje en dekking. De kommisje kin dan sizze wol of net of it moat oars. De wethalder hat tasein it advys fan de kommisje oer te nim- men, de kommisje is in öfspegeling fan de ried en it advys fan de kommisje wurdt net neist harren dellein. Om no alles ek noch formeel nei de ried te heljen, liket üs dan ek oer- stallich Wêr't wy de D66-fraksje wol gelyk yn jouwe is dat de be- slütfoarming yn de Kommisje Stedsüntwikkeling net altyd even fraai west hat. Foar in diel leit dit ek by üs as kom- misjeleden, mar it is ek sa dat de projektünderdielen goed tared, sawol ynhaldlik as finansjeel en binnen it budzjet presentearre wurde moatte. Is dit net mooglik, dan moat der gau in seintsje nei de kommisje en moat it kolleezje mei oplossings dan wol alternativen oankomme. De projektfoar- stellen moatte finansjeel insichtlik wêze en düdlik oanjaan of alles binnen de kaders bliuwt. Komplekse grutskalige op drachten moatte as it heal kin turn-key oanbestege wurde, sadat de risiko's sa folie mooglik foar de oannimmer binne. Wy fine ek dat de taseine evaluaasje net allinne it fysike aspekt, mar ek it finansjele aspekt beljochtsje moatte. As it op dizze wize gean sil, hawwe wy gjin problemen mei de systematyk De heer Drewel: Ik zal niet alles herhalen wat in de com missie is gezegd. Wij zijn akkoord met het plan van aanpak Binnenstad 2000 en de evaluatie, maar ik wil nog even rea geren op de systematiek. Het komt mij en de fractie wat vreemd over dat wij alles weer terug zouden moeten hebben in de raad. Enerzijds vin den wij als raad dat het college slagvaardig moet opereren en anderzijds heeft de raad een controlerende taak. Het sleutelwoord is eigenlijk transparantheid, openheid. Dat zijn de kernwoorden waarvan je zegt, zo zou je als raad en college met elkaar moeten omgaan. De CDA-fractie heeft er toch wel problemen mee als alles weer terug zou komen naar de raad, ook zeker de uitvoeringszaken. Dat is het star vasthouden aan het monistische stelsel. Ik denk dat het tijd is om de richting in te gaan naar meer dualisering. De heer Feddema: De heer Sluiter heeft de woorden gekozen die wij ook hadden kunnen kiezen, want het is een middel om Verslag van de raadsvergadering van 13 maart 2000 op de juiste wijze de toon de zetten bij dit bijzondere project Binnenstad, een Binnenstad die van ons allemaal is. Voor wat betreft het financiële gedeelte wil mijn fractie er op wijzen, dat hebben wij in de commissie ook gezegd, dat wij zeker niet voor elk onderdeeltje terug willen naar de raad. Mijn fractie heeft wel het voorstel gedaan om mis schien nog eens te kijken, om de D66-fractie daar een klein beetje in tegemoet te komen, het geheel via een soort ver- deelbesluit te brengen. Het komt in grote lijnen op het zelfde neer, maar dat je dan heel duidelijk de 'hapklare brokken' vervolgens in de commissie aftikt, inclusief het financiële gedeelte. Voor wat betreft de notulen die wij vandaag hebben ontvan gen en de formuleringen daaruit en de toezeggingen die de wethouder heeft gedaan, zijn wij tevreden. Voor wat betreft het totale onderdeel gaat onze fractie ak koord De heer Kalsbeek: Wat het werken met deelbegrotingen be treft en zoals dat nu in de commissie behandeld wordt, moet ik de vorige sprekers gelijk geven, die zeggen dat de be sluitvorming soms wat rommelig was. Ik kan namens de SP- fractie wat dat betreft het idee van mevrouw Inberg wel steunen om dat soort grote projecten toch terug te laten komen in de raad. Wij denken zelfs dat dat sneller kan wer ken, omdat je dan als fractie ook weet dat het nog een keer wordt afgetikt. Dus veel extra tijd zal het niet hoeven te kosten. Inderdaad elk klein project hoeft dan niet terug te komen, maar grote deelprojecten als straten in de binnen stad, zien wij geen bezwaar in om die ook nog in de raad de revue te laten passeren. De heer Den Oudsten (weth.): Wij hebben in de commissie vrij uitgebreid over dit punt gediscussieerd en moeten die discussie niet overdoen. Maar ik verschil echt met mevrouw Inberg van mening als zij stelt dat de besluitvorming in de hele eerste fase tot irritatie heeft geleid. Ik wil wel zeggen dat ik ook na de commissievergadering nog eens heb nagedacht over hoe het kan zijn dat wij daar zulke ver schillende percepties over hebben. Die punten waarvan de besluitvorming via meerdere behandelingen tot stand is ge komen was niet zozeer een systematiekkwestie, maar meer een zaak waarbij politiek vrij fundamenteel over een aantal as pecten van mening werd verschild. Ik moet zeggen dat het ons juist toe lijkt dat de commissie ook bij uitstek ge schikt is om dit type diepgaande politieke discussies te voeren. Dan praten wij over de hekjes, over de keuze van de stenen, over de hele Beurspleinsituatie. Misschien heb ik het met mijn manier van behandelen wel wat verergert door wel eens te grijpen naar het instrument om nog eens een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 19