Blad 10
Verslag van de raadsvergadering van 13 maart 2000
het blijkt dan toch dat er extern minder goed zaken worden
gedaan dan het jaar er voor. Wij willen voorstellen dat bij
voorstellen zoals deze, maar ook bij de concrete behande
ling van de punten die ik zo-even noemde, duidelijk wordt
aangegeven op welke wijze is geprobeerd om aanvullende fi
nanciering te krijgen. Of dit nu succesvol is geweest of
niet. Daarnaast zou de vers aangestelde subsidioloog eens
per jaar een kort overzichtje kunnen geven van de verschil
lende activiteiten die zijn ontplooid. Kan het college zich
in deze suggesties vinden? Het voorgaande wordt niet zonder
reden ingebracht, het SIOF kent een eenmalige voeding en de
druk om uit dit fonds te putten is groot. Toch moet er te
rughoudend worden omgegaan met de bestedingen uit dit
fonds, omdat er anders een situatie kan ontstaan dat het
geld op is voordat misschien toch een bedrag beschikbaar
moet worden gesteld voor bijvoorbeeld de aanleg van de Haak
om Leeuwarden of een ander majeur project.
Het Verdeelbesluit ISV heeft in principe ook onze instem
ming. In de commissie heb ik mijn zorg uitgesproken over de
voorbereidingskosten van de stedelijke vernieuwing die te
fors oplopen. Bij de behandeling van de Begroting heb ik
vragen gesteld over het projectbureau dat met deze taak is
belast. Ik heb toen onder andere gevraagd of het de bedoe
ling was dat het projectbureau nog enkele jaren zou door
gaan met zijn werk. Ik zou het college willen vragen om bij
de behandeling van de plannen voor de Noordrand en Achter
de Hoven aan te geven of de taken van het projectbureau, nu
de fase van uitvoering wordt ingegaan, ook aan verandering
onderhevig zullen zijn en welke externe opdrachten er dit
jaar zullen worden verstrekt. Het is namelijk op dit moment
erg moeilijk om het totale financiële overzicht op de Ste
delijke Vernieuwing helder te krijgen.
De VVD-fractie gaat verder akkoord.
Mevrouw De Haan (weth.): In de eerste plaats het antwoord
op de heer De Jong.
Wij hebben het in de commissie gehad over het vaststellen
van kredieten, zodat deze pas worden uitgegeven op het mo
ment dat de concrete plannen door de raad zijn goedgekeurd.
Dat is de lijn en naar mijn idee houden wij ons daar ook
steeds aan. Dat zal zo blijven.
Verder heeft de heer De Jong gezegd dat het aanjaaggeld is
(ik koppel dit aan de vraag die de heer Van Mourik stelt)
Aanjaaggeld in die zin dat wij met dit fonds proberen ande
re externe partners, die overigens ook heel goed overheden
kunnen zijn, uit te nodigen om mee te investeren in onze
plannen, op basis van een gemeenschappelijk belang in de
stad. Daarom is de stadsvisie ook zo van belang. Ik ben er
van overtuigd dat het fonds ook als zodanig werkt, met an
Blad 11
Verslag van de raadsvergadering van 13 maart 2000
dere woorden, op het moment dat je zo'n fonds hebt als ge
meente andere partners geïnteresseerder in je zijn en mak
kelijker naar je toe komen om gezamenlijk dingen te doen.
Ik denk niet dat het bedrijfsleven graag voor het karretje
gespannen wordt om alleen maar te betalen, maar wel geïnte
resseerd is om plannen, waar zij zelf belang bij hebben,
gezamenlijk aan te pakken. In die zin werkt het fonds naar
mijn idee echt. Wij hebben meer en meer projecten waar ook
heel nadrukkelijk in aangegeven staat wat wij zelf doen,
wat bijvoorbeeld van externe partners komt, wat van Lang-
mangelden en provincie en externe partners komt. Dat is
naar mijn idee het merendeel van de plannen die in het SIOF
zitten. Ik denk dat wij in toenemende mate ook zichtbaar
maken dat het zo werkt. Ik denk dat dat in de laatste tijd
toegenomen is en daar zit wel degelijk de vorming van zo'n
fonds ook onder.
De heer Den Oudsten kan misschien nog wat over de binnen
stad zeggen. Maar ik ben het niet eens dat het fonds als
zodanig niet zou werken.
Dan zijn er vragen gesteld die wat meer op de projecten in
gaan, Stedelijk Vernieuwing en de Binnenstad. Ik zie de
heer Bilker al schrijven, hij zal dit ongetwijfeld meene
men
De heer Van Mourik zegt dat het het liefst gecombineerd
moet worden met Perspectief. Wij zijn op weg om een meer-
jareninvesteringsprogramma voor elkaar te krijgen. Bij Per
spectief komen wij daarop terug. De reden dat wij daarop
vooruitlopen is omdat wij vooral van de kant van Stadsver
nieuwing een aantal projecten hebben lopen die nu ook al
vragen om helderheid, dat heeft ons er toe gebracht om nu
al met die verdeling van het SIOF naar de raad te gaan.
Maar het is de bedoeling om steeds bij Perspectief en de
Begroting, dat zijn onze momenten, ook over zo'n meerjarig
investeringsprogramma te praten. In die zin is het een
groeimodel, zoals de heer De Jong zegt. Daar willen wij
naar toe groeien, dus het zal richting Perspectief en Be
groting gaan.
Rapportage van de subsidioloog. Ik denk dat daar geen be
zwaar tegen is, maar ik denk dat haar inspanningen zich ook
zullen moeten vertalen uiteindelijk in het voor elkaar
krijgen van subsidies. Dus wij zullen het ook aan de com
plete projecten moeten zien.
Terughoudend omgaan met het fonds, hebben wij het in de
commissie ook over gehad, daar ben ik het mee eens. Aan de
ene kant zorgen dat je niet nu al je geld opmaakt, zodat de
raden na ons bij wijze van spreken het nakijken hebben en
de stad daarbijOm die reden hebben wij ook het besluit
genomen om in ieder geval eenderde met Perspectief te re-