Blad 8
Verslag van de raadsvergadering van 10 april 2000
Benoemd wordt de voorgedragene met 33 tegen 2 stemmen.
Tegen stemden twee leden van de PvdA-fractie
Punt 8 (bijlage nr. 55)
De Voorzitter: Aan de orde is Benoeming lid algemeen
bestuur GGD-Fryslan.
Aanbeveling burgemeester en wethouders
mevrouw drsH. Hafkamp.
Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen.
De heren De Vries en Zwart vormden met de voorzitter de
leden van het stembureau.
Punt 9 (bijlage nr. 52)
De Voorzitter: Aan de orde is wijziging van de Algemene
plaatselijke verordening Leeuwarden.
De heer BoorsmaHet betreft hier punt 20 waar we in de
commissie ook over hebben gesproken. Wij hebben daar
aangegeven tegen te zijn, omdat we vinden dat de genoemde
redenen, om deze maatregel door te voeren, niet echt in
verhouding staan tot de maatregelen die nu worden genomen.
Vandaar dat wij geacht willen worden tegen punt 20 van het
voorstel te hebben gestemd.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w., met aantekening van de SP-
fractie geacht wil worden tegen punt 20 van dit voorstel te
hebben gestemd.
Punt 10 (bijlage nr. 53).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders.
Punt 10a (bijlage nr. 67)
De Voorzitter: Aan de orde is Coffeeshopbeleid.
Blad 9
Verslag van de raadsvergadering van 10 april 2000
De heer Jacobse: Wij moeten vanavond niet praten over alle
criteria die er gesteld worden e.d. Dat is de bedoeling
niet. De enige vraag die wij hebben is dat in de uitspraak
van de rechter wordt verwezen naar het beleid van de raad.
U vraagt nu aan ons uw beleid voor kennisgeving aan te
nemen. Op zichzelf zijn wij het met dat beleid van harte
eens. Dat is het punt niet. Onze vraag is in hoeverre dat
bij de rechtelijke toetsing afdoende is, of dat de rechter
zegt, nee de raad heeft dit beleid vastgesteld, dat van u
heeft ze voor kennisgeving aangenomen. Zou het niet ver
standig zijn om als uitspraak hier vanavond te doen dat de
raad het met uw beleid eens is.
De heer Roekiman: Wij kunnen hier voorlopig mee instemmen,
dat wil zeggen dat wij de zaak hiermee niet dicht willen
spijkeren. In Commissie Bestuur en Middelen zullen we er op
terugkomen in de komende tijd, als de evaluatie in het
horecabeleid wordt behandeld. Dus voorlopig akkoord.
Een kleine technische vraag. In de besluitvorming is dat
als zodanig goed opgenomen, maar op blad 3 staat vermeld:
^besloten vanaf 10 februari 2000 geen nieuwe vergunningen
meer voor coffeeshops af te geven'Volgens mij zou het
veel beter zijn om daar de dag van vandaag te vermelden.
Misschien is het niet juist, maar dan hoor ik het graag.
De Voorzitter: Het antwoord op de vraag van de heer Jacob
se. Hij zegt: wij zijn het er wel mee eens wat u nu doet.
Iedereen heeft begrepen dat we het zo hebben geformuleerd
zoals we het geformuleerd hebben, dat wil zeggen, u neemt
kennis van mijn voornemen. Ik heb het u uitgelegd. Wij
hebben een advertentie laten uitgaan dat de aanvraag van
alle potentiële nieuwe coffeeshophouders niet in behande
ling genomen zal worden door mijDat komt omdat ik de
enige ben die de vergunning kan afgeven. Daarin ben ik
bevoegd en niet een raadslid of de raad. Dat is volstrekt
duidelijk. Die kennisname aan de raad, zegt u, zou niet
worden versterkt door daaroverheen als raad een uitspraak
te doen. Dan nog zal uw uitspraak niet geïnterpreteerd
worden als beleid, want dat is het niet. Ik zie het zelf
als morele ondersteuning. Maar ik schat in dat het niet het
beleid is waar de rechter over spreekt.
Maar nogmaals het kan geen kwaad, ik zeg niet dat u dat
niet moet doen, maar in mijn ogen is het overbodig.
De heer Roekiman zegt, laat nu die 10 februari weg, waar
hier over wordt gesproken, en voer de datum in van nu. Dan
zeg ik nee, alstublieft niet. Waarom heb ik er meteen
bovenop gezeten? Omdat tussen toen en nu inmiddels drie a
vier nieuwe aanvragen liggen. Op het moment dat ik die
datum van februari laat vallen en er maart van maak,