Blad 12
Verslag van de raadsvergadering van 10 april 2000
De heer Roekiman: In de commissievergadering hebben wij
aangegeven dat wij kunnen instemmen met de bouw van een
parkeergarage op het OldehoofsterkerkhofMijn fractie
heeft aangegeven dat wij het Oldehoofsterkerkhof zodanig
ingericht willen hebben dat het beschikbaar blijft voor
grote evenementen. Dat in aansluiting op mevrouw Inberg.
Wij willen vanavond wel gebruik maken van de gelegenheid om
die stellingname in ieder geval hier helder aan te geven.
De Oldehoofsterkerkhof als garage prima, maar er zal wel
ruimte moeten blijven voor grote evenementen waaronder
Sirkus Ljouwert en Bevrijdingsfestival. Wat ons betreft zal
bij het ontwerp van de parkeergarage hier rekening mee
gehouden moeten worden. Natuurlijk zal mijn fractie hier
bij de verdere planontwikkeling op terugkomen.
Moeite heeft mijn fractie met het hoekpand Grote Kerk
straat/Kleine Kerkstraat. Het gaat min of meer om de
doorkijk van het pand. Het ziet er wat groot en log uit.
Wij zien graag dat de onderbouw verdwijnt, dat het in ieder
geval gelijk wordt getrokken met de bovenkant, waardoor het
optisch wat minder log en groot lijkt, waardoor het ook
beter past bij de omgeving. Hier zullen we in ieder geval
op terugkomen. Dit als voorschot op het voorliggend voor
stel
Wij gaan akkoord met het planontwerp zoals hier wordt
voorgelegd
De heer Ten Hoeve: Ik wil graag eerst iets ter verduidelij
king vragen. Wij hebben in de commissie een stuk gehad over
de herinrichting van het Oldehoofsterkerkhof en daarbij een
aanvraag en een advies van ons over een voorbereidingskre
diet om de plannen te gaan ontwikkelen. Wij vonden de
onderbouwing van het voorstel mager. Er werd alleen een
bedrag genoemd. Wij hebben daar een memo over gekregen,
waarin staat hoe dat voorbereidingskrediet is opgebouwd. Er
worden nu allemaal opmerkingen gemaakt over de herinrich
ting van het gebied, die heeft mijn fractie ook gemaakt,
maar ik ga ervan uit dat de planvorming als zodanig hier
nog bij ons terugkomt. Het gaat nu alleen om een bedrag, zo
hebben wij dat gelezen, want anders had ik een bijdrage
voorbereid over hoe mijn fractie denkt over een aantal
aspecten. Ik wil daar graag antwoord op. Mocht het anders
zijn, dan ga ik snel bedenken wat ik ook nog over het
Oldehoofsterkerkhof zou willen zeggen.
De heer Den Oudsten (weth.): Ik begin gelijk met de heer
Ten Hoeve. Het klopt wat hij zegt. Het is zo dat u nu het
voorbereidingskrediet geeft, zodat wij verder kunnen werken
aan de planuitwerking. Dat betekent dat de landschapsin
richting van het plein en de vormgeving van het gebouw
sowieso terugkomen.
Blad 13
Verslag van de raadsvergadering van 10 april 2000
Dan kom ik gelijk op het punt van mevrouw Inberg. Zij zegt,
je moet voorlopig het gebouw er even niet neerzetten zolang
we niet uit die functiebepaling van dat plein zijn. Dat is
wel iets waartoe de raad in principe besluit. De grote
lijnen van het geheel hebben we in de commissie aan de orde
gehad. Een afsluitend gebouw aan één zijde van het plein.
Een typologie van de inrichting, zonder daarover in details
te treden, de wijze waarop de Prinsentuin weer bij het
plein getrokken wordt, zijn allemaal wel zaken waar wij in
principe ook met de commissie zelf vorig jaar overeenstem
ming over hadden, dat we in die richting de verdere uitwer
king zouden zoeken. Dat betekent dus ook, als u vanavond
dit besluit neemt, dat u van het college mag verwachten dat
er zowel ten aanzien van het gebouw, als ten aanzien van de
landschapsinrichting, als ten aanzien van de oversteek, de
nadere gedetailleerde plannen in de commissie ter behande
ling worden aangeboden. Het niet zo dat het college zegt:
we zetten dat gebouw er maar even niet neer. Mevrouw Inberg
heeft in die zin wel een punt, als het nu zo mocht zijn dat
op grond van de behandeling van de notitie functie van
pleinen tot een oordeel wordt gekomen dat het plein een
functie moet hebben die niet past bij de huidige inzichten
waarop de planvorming is gebaseerd, dan zullen wij ook over
de aspecten die dan niet kunnen, waartoe u vanavond be
sluit, uiteraard weer bij u terugkomen. Ik denk dat ook in
de tijd het heel goed mogelijk is - morgenavond vindt de
eerste discussie plaats en er is een meningspeiling in de
commissie - om al heel vroegtijdig te weten of de raad in
meerderheid dit plan volgt met de bijbehorende functie van
het plein. Daarbij is ook aan de orde geweest in de commis
siebehandeling of je hier wel of niet een ontmoetingsplek
voor jongeren moet maken, maar dan in de vorm van een
voorziening, bijvoorbeeld een skatebaan. Ik heb toen gezegd
dat die skatebaan voor ons helemaal niet van de baan is en
dat we moeten zoeken naar een goede plek in de binnenstad.
Of dat dit plein moet zijn of een ander, daar hebben we ons
nog even niet over uitgelaten, net zoals we ons over een
aantal andere details ook niet hebben uitgelaten. Het is
wel zo dat een ontmoetingplek voor jongeren op zichzelf
heel goed op dit plein gerealiseerd zou kunnen worden. Het
is natuurlijk toch een aantrekkelijk plein. Het wordt nog
aantrekkelijker met gebouw, denken wij, om als ontmoetings
plaats te kunnen functioneren.
Zij noemt het gebouw een modieus appartementengebouw, dat
het plein voor tientallen jaren verknalt. Ik laat deze
woordkeuze geheel bij haar. U zult zich kunnen voorstellen
dat het college het daar volstrekt niet mee eens is.
De heer Roekiman heeft over het gebouw ook nog een opmer
king gemaakt. Hij zegt: ik zie graag de onderbouw van het
pand verdwijnen. Ik zou dat met geen enkel pand willen
aanraden, maar ik begrijp precies wat hij bedoelt. Het gaat