Blad 122 Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000 (De heer Stoker: Ik heb in eerste termijn geen reactie ge had op de motie over de Brandweer. Ten aanzien van de Brandweer moet ik opnieuw verwijzen naar de reorganisatievoorstellen, dat wil zeggen dat wij een brandweer hebben voor de volledige provincie. Dat betekent dat het sociaal plan, dat wij hier in de raad hebben vast gesteld, betaald moet worden. Een aantal zaken moeten be taald worden, op korte termijn levert dat geen efficiency maatregelen op, op de langere termijn moet dat wel, zo een voudig is het. Wat dat betekent als je het hebt over de duikers, werden die tot nu toe alleen door Leeuwarden be taald en krijgen wij dat in de toekomst terug van de regio, dus van de provincie, die tot nu toe geen duikersteam had. Dus het komt, alleen het blijft een gegeven dat wij een dun bevolkte provincie zijn en als je echt efficiencyvoordelen wilt, dan moet je toch wat betreft de bevolkingsdichtheid echt veel grootschaliger gaan denken. Als je over een meldkamer praat, denk ik, dat je in de toe komst over het hele noorden gaat praten. Die discussie komt er ongetwijfeld aan, die kan ons niet voorbij gaan, dan ga je echt over efficiency praten en praten wij toch over een nog grotere schaal. Ik zeg u toe de informatie over datgene dat nu in discussie is, het duikersteam, de informatie daarover te geven. Daar komen inkomsten voor terug, daar worden wij niet rijk van, maar ze komen wel terug. Mevrouw De Haan (weth.Nog een paar puntjes, ook een paar puntjes die ik in eerste instantie vergeten was. Het vrijwilligersbeleid, daarvan kan ik zeggen dat de argu menten over en weer uitvoerig uitgewisseld zijn tussen col lege en raad, zowel in de commissievergadering tijdens de discussie over het vrijwilligersbeleid als later in de Com missie Bestuur en Middelen. Het zou niet consequent zijn om nu aan het eind van de rit als college te zeggen dat het ons nu niks meer uitmaakt. Ik denk dat wij hierover de stemming moeten afwachten. Wij als college zullen daar niet in meestemmen. Hetzelfde geldt de voorziening, waar de CDA-fractie voor pleit, voor amateurverenigingen. Ook daar hebben wij uit voerig argumenten over gewisseld. Het college is van mening dat hoe belangrijk het werk van vrijwilligers voor de stad ook is, wij dit fonds niet een goed instrument vinden. Wij zoeken naar mogelijkheden om het vrijwilligersbeleid te versterken. Wat u doet vinden wij een verkeerd signaal. (De heer Krol: De wethouder zegt een verkeerd signaalhet fonds is niet goed, maar begrijp ik haar dan goed dat op het moment dat een club of een vereniging echt met een pro bleem komt, zij dan ook daadwerkelijk op de steun van het college kan rekenen, op basis van calamiteiten en dat soort Blad 123 Verslag van de raadsvergadering van 13 juni 2000 zaken?) Dat is denk ik het verkeerde signaal. Als op een gegeven moment een vereniging in de problemen komt, dan willen wij graag dat de vereniging ook die problemen op lost. Dan moet je niet een fonds achter de hand houden, want dan zorg je er voor dat die oplossingen er niet komen. (De heer Krol: Maar vergelijk het nu eens met Mercurius? Dat is toch ongeveer hetzelfde probleem?) Ik denk dat er uitzonderingen gemaakt worden, dat heeft intertijd voor Cambuur gegolden, de raad wil dat ook voor Mercurius. Ik denk dat het niet goed is om zo'n soort uitzondering tot regel te maken, dat vervolgens iedere club die met vrijwil ligers werkt bij de gemeente aan kan kloppen als er proble men zijn. Dat signaal zouden wij niet willen afgeven aan vrijwilligers, die in clubs en verenigingen bezig zijn. Overigens willen wij wel het vrijwilligerswerk stimuleren en daar hebben wij een aantal voorstellen voor gedaan. Wat ik in eerste instantie ook vergeten ben is de reactie op mevrouw Inberg, die het over het speelruimtebeleid heeft gehad. Wij zijn het eens, denk ik, als het gaat om de hoge prioriteit. Wij hebben in deze Perspectiefnota f 190.000,- structureel opgenomen voor nieuw beleid. Wat ik daarbij nog wilde opmerken is dat dat niet het investeringsbedrag is maar de kapitaallasten, dus het bedrag dat je jaarlijks kunt investeren is vele malen hoger. Ik denk dat wij daar mee een flinke slag kunnen slaan, alhoewel ik mij ook rea liseer dat in het kader van de investeringen, die je moet doen, die altijd heel erg duur zijn als het om speelruimte zaken gaat. Dan het standpunt van de CDA-fractie over kostendekkend heid, daar neem ik kennis van. Wat hier in de raad gebeurt is in feite een bewijs dat ook andere fracties daar kenne lijk zo tegenaan kijken. Tijdens Perspectief ook de resultaten van de jaarrekening kunnen benutten, daar zal ik mijn uiterste best voor doen. Dan de groep mensen in het buitengebied, waarvan de CDA- fractie zegt dat die extra worden gedupeerd. Dat heeft de raad niet kunnen voorzien op het moment dat het besluit werd genomen en zij wil nu vastleggen dat die worden gecom penseerd. Wat ik daarover wil zeggen is dat wij het via de aanslag van dit jaar niet meer kunnen terugdraaien. We kun nen naar mijn idee ook niet zeggen dat wij die groep dit jaar een bedrag ter compensatie zullen doen toekomen, zon der dat daar een goede rechtsgrond voor is. Dan zou je moe ten gaan definiëren wat onevenredig benadeeld is. U weet dat in de plannen ook een andere groep Leeuwarders zich on evenredig benadeeld voelt. Dus als je dat nu definieert, kom je ongelooflijk in de problemen. (De heer Krol: Er zij uitspraken van een rechter ten aanzien van een aantal aan-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 62