Blad 22
Verslag van de raadsvergadering van 19 en 28 juni 2000
steeds zwaarder te worden. Maar laat het geen misverstand
zijn, de discussies, de vragen van de burgers, de discussie
over het monisme/dualisme, het bij dag en ontij gebeld wor
den, het hoort er allemaal bijEr wordt veel, veel van u
allen gevraagd en de heer De Jong doet dit toch al jaren.
De waardering van de samenleving blijft vaak wat achter en
dan is het niet eenvoudig om het werk toch door te zetten.
U herkent dat beeld, het is een beeld immers van deze tijd,
van de tijd waarin verzakelijking en individualisme, behal
ve hun goede punten ook duidelijk de scherpe kanten tonen.
Tegelijkertijd schenkt het raadlidmaatschap de grote vol
doening en zelfs de eer om na ieders beste vermogen mee
richting te kunnen geven aan de ontwikkelingen, die het
welzijn en de welvaart van de inwoners verhogen. Dat wordt
niet altijd begrepen door de inwoners.
Op grond van mijn gesprekken met u, Peter de Jong, meen ik
te kunnen zeggen dat u deze voldoening als kracht en inspi
ratiebron zag.
U bent raadslid van de gemeente Leeuwarden sinds 1 mei
1990. Een spannende tijd was het, in veel gemeenten, maar
zeker ook in Leeuwarden. Jaar in jaar uit waren er immers
de omvangrijke bezuinigingsmaatregelen.
Op 12 april 1994 nam u als wethouder plaats in het College
van Burgemeester en Wethouders. Het was dan ook de wethou
der Peter de Jong die, bijvoorbeeld in zijn beleidsveld
Welzijn, de volle omvang van besturen met de smalle beurs
en smalle marges kon ondervinden op dat moment. Niettemin
is in die tijd het fundament gelegd dat het beleid van van
daag de dag mee mogelijk maakt. Het zijn investeringen in
de toekomst geweest die met moed en enthousiasme zijn on
dernomen, ook door jou Peter.
Datzelfde enthousiasme is in de afgelopen periode, maar dan
als raadslid, gebleven, al zullen de accenten wat anders
zijn geweest. Het is altijd weer ander werk dan het wethou
derschap. Het vergt op zich al heel veel invoelingsvermogen
en ook veel relativeringsvermogen om vanuit de bestuurder-
bank, van achter deze tafel, weer terug te gaan naar de
bankjes van het raadslidmaatschap. Ik heb daar groot res
pect voor, überhaupt dat je het doet, er zijn ook mensen
die dan opstappen. Uw werk als directeur van het asielzoe
kerscentrum zie ik graag als een logische voortzetting van
de oorspronkelijke motivatie om, zoals dat heet, de poli
tiek in te gaan. Twee zulke zware functies naast elkaar
uitoefenen dat kan, ja dat kan, totdat dat niet meer kan en
dat moment Peter, heb je moeten meemaken.
U heeft uw keuze gemaakt en het is menselijkerwijs de enige
juiste, maar wat is die moeilijk geweest.
Peter namens de gehele raad, zeg ik jou en natuurlijk ook
je vrouw in haar bijstaan iedere keer weer opnieuw, heel
hartelijk dank voor jouw goede werk voor deze stad, voor
deze dorpen, voor deze inwoners van Ljouwert. Daartoe zal
ik jou nu (je kent het) het bijbehorende traditionele bord
Blad 23
Verslag van de raadsvergadering van 19 en 28 juni 2000
van Makkumer aardewerk overhandigen. Ik heb vorige keer
even in het doosje gekeken, maar wat is het mooi.
Ik wil dat graag overhandigen, maar bovenal wens ik jou en
allen die je lief zijn het allerbeste en een gelukkig leven
toe
Ik dank je heel hartelijk.
(De burgemeester overhandigt Peter de Jong het bordje van
Makkumer aardewerk)
De heer De Beer: Beste Peter, als nestor van de raad, mag
je spreken tijdens plechtige, vrolijke en soms wat minder
vrolijke momenten. Dit moment van vanavond heeft al deze
drie aspecten in zich. Vanavond nemen we afscheid van jou
Peter en dat is zeker een plechtig moment. Het is ook een
minder vrolijke gebeurtenis omdat Peter, en de burgemeester
heeft het al genoemd, te ernstige gezondheidsklachten heeft
om door te kunnen gaan met het raadlidmaatschap naast zijn
drukke baan. Dat vind ik jammer, dat vindt de raad jammer.
Want Peter, jij staat bekend als iemand die zijn taak in de
raad ambitieus oppakt en daarbij loyaal is ten opzichte van
andere fracties.
Wij hebben een tijdje samen opgetrokken als wethouder en
samen afscheid genomen in theater Romein. Tijdens die wet
houdersperiode heb ik dagelijks jouw collegiale opstelling
zeer gewaardeerd. Zulke karaktereigenschappen zijn belang
rijk en blijven belangrijk. Ik dank je daarvoor heel harte
lijk.
Toen je weer (gewoon) raadslid werd, was die verandering
voor jou erg groot, zeker in het begin. Jij had overigens
een geheel eigen stijl om een collega raadslid even op zijn
of haar plaats te zetten. Zo zei je vaak, ietwat bestraf
fend, als er volgens jou iets mis ging: "Zo gaan we in dit
huis niet met elkaar om"
Wij zullen ons Peter ook blijven herinneren van de vele
vrolijke momenten. Ik kwam jou niet alleen tegen bij verga
deringen, maar ook anderszins en gelukkig ook bij Cambuur,
want jij bent en blijft een fervent aanhanger van onze club
en daar hoop ik je nog vaak te ontmoeten.
Voor alle raadsleden geldt dat we hopen jou nog eens tegen
te komen in het Oranje Bierhuis. Je weet dat alle politieke
tegenstellingen even opzij gezet kunnen worden, zodra jij
je traditionele bestelling plaatst. Breeduit gesticulerend
hoor ik je nog zeggen: "Zo, nu een bakje pinda's en een
bolleke De Koninck"Kijk dat is het kenmerk van het ware
leven
Peter, namens de raad bedank ik je oprecht en hartelijk
voor al die plechtige, vrolijke maar ook minder vrolijke
momenten. Voor al die aspecten en voor jou grote betrokken
heid bij het raadswerk hebben we veel waardering.
Ik sluit dit korte woordje namens de raad af met jou vaste
afsluiting: "Ik wil dit toch gezegd hebben".