Blad 24
Verslag van de raadsvergadering van 19 en 28 juni 2000
Peter, hartelijk dank en het ga je goed verder.
De heer De Jong: Ja voorzitter, 10 jaar geleden, dat was
inderdaad op 1 mei, dat was een gedenkwaardige dag, kwam ik
als jonkie van 35 in het gemeentehuis van Leeuwarden. Daar
werd de raad geïnstalleerd. Ik legde daar de eed af en dat
heb ik later nog twee keer gedaan. Dat was op het moment
dat het politieke spectrum redelijk veranderd was. Het was
ook zo dat ruim eenderde van de toenmalige raad vernieuwd
werd, er kwamen allemaal nieuwe raadsleden.
Nu sta ik hier op, wat misschien later zal blijken, de
warmste dag van het jaar in 2000, achter dit spreekgestoel
te, omdat ik inderdaad, Jan de Beer heeft het gezegd, u
hebt het gezegd, gedwongen afscheid moet nemen vanwege mijn
gezondheid. Het is twee maanden geleden dat ik acute pro
blemen kreeg met m'n hart. De diagnose was, na een paar
spannende dagen, snel gemaakt, namelijk dat ik last heb,
zoals dat zo mooi heet, van chronisch hartfalen. Dat bete
kent dat ik een ander leven moet lijden, daar begon het
mee, dat was het eerste wat de specialist zei. Dat betekent
dus veel meer rust nemen en medicatie. Dat betekent, met
name als je de eerste nacht op de hartbewaking ligt en te
ruggeworpen bent op jezelf, dat je keuzes moet gaan maken.
De keuzes hoef je niet meer te maken, die worden gewoon
gemaakt, dat gebeurt met je. Dat betekent dat ik toen men
taal al een knop heb moeten omdraaien, hoe moeilijk dat ook
was
Ik ben daarna begonnen met heel veel te fietsen. Na twee
weken ben ik op de fiets gestapt. Ik kwam gelukkig de eer
ste paar dagen niemand tegen in de stad, want je krijgt een
soort achtervolgingswaanzin van: ik hoop dat ik niemand
tegenkom. Dat ging twee weken goed, totdat ik op een gege
ven ogenblik mijn goede collega Paul Brenninckmeijer tegen
kwam, toen fietste mij een journalist van de Leeuwarder
Courant achterop en toen fietste mij nog iemand achterop.
Toen was het hele scala weer begonnen en werd ik weer ge
confronteerd met dat wat ik in feite besloten had om achter
te laten.
Nou, veel fietsen nog steeds. Ik zit volop in het achter
stallig onderhoud wat betreft lezen en ik hoop dat ik half
september weer heel voorzichtig aan mijn werk kan beginnen.
Maakt u zich geen zorgen, de tijd gaat heel snel, ik krijg
de dagen wel om.
Bij de voorbereiding voor vanavond, overkwam me, wat me wel
eens vaker gebeurd is de afgelopen 10 jaar, collega's van
mij zullen datzelfde hebben bij het schrijven van de alge
mene beschouwingen, je bent weken bezig in je hoofd, het
maalt maar om, maar het moet op een gegeven ogenblik op
papier. Belangrijke reden of wat dan maar - nou zo belang
rijk is dit nou ook weer niet - maar je krijgt het maar
niet op papier en het wilde mij ook niet lukken. Dus gis
Blad 25
Verslag van de raadsvergadering van 19 en 28 juni 2000
teravond laat, ik denk: "Ik moet toch nog maar eventjes
kijken naar Villa BVD en naar het Huis van Oranje". Nou
werd ik daar ook niet vrolijker van en m'n aantekeningen
kwamen niet op papier. Dus ik ben vanmorgen maar weer wezen
fietsen en ik heb het er gewoon op aan laten komen, dat
werkte bij mij meestal het beste, want onder druk werken
kwam mij goed uit. Ik dacht, een mooie toespraak uitschrij-
veren, doe ik niet, ik maak een paar aantekeningen en daar
verzin ik het verhaal wel omheen.
Ja die algemene beschouwingen, dat was me wat. Als ik terug
kijk op de afgelopen 10 jaar, dan is denk ik het meest ge
denkwaardige moment, dat ik beleefd heb in deze gemeente
raad, bij de begrotingsbehandeling in het najaar van 1993.
Toen bij de raad in november of was het december, want toen
werden die begrotingsdatums nog wel eens uitgesteld, er
meer dan 100 moties op tafel lagen, ik geloof dat het er
108 of 109 waren. Ja, daar moest iets mee. Ik weet nog dat
op het Blanke Ruim iedereen naar de televisie zat te kij
ken, er was toen ook voetbal, en dat destijds de nieuwe
burgemeester, Haijo Apotheker was er net, bezorgd kwam vra
gen of dit allemaal wel lukte. Ik weet nog heel goed de
bijeenkomst in de Nieuwe Zaal, waar toen een soort combimo
tie gemaakt is. Dat woord dat kwam toen net, Peter den Oud
sten herinnert zich dat ook nog, in zwang, een combimotie,
en daar heeft uiteindelijk de raad zijn verantwoordelijk
heid genomen. Ik vond dat een heel gedenkwaardig moment,
dat schoot me te binnen toen ik nog even terugdacht aan die
afgelopen 10 jaar.
Er stond destijds in het reglement van orde: "De leden
spreken staande van hun plaatsen"We hadden in die oude
raadszaal zo'n microfoontje met zo'n eng touwtje en als je
voor de eerste keer moest spreken dan dacht je: "Krijg ik
dat touwtje wel vast"Nou dat lukte allemaal wel, maar
soms bij de interrupties hield iedereen dat microfoontje
even zo. Maar niemand ging meer staan, de klad kwam daar
in, dus iedereen bleef zitten. Nou zaten wij met de D66-
fractie op een wat lastig plaatsje, daar voor die publieke
tribune, dus ik ging over het algemeen nog wel staan. Er
kwam toen ook een geluidsinstallatie met microfoons, heel
goed. De ironie van alles is dat we 10 jaar later nu hier
staan met een heus spreekgestoelte, ik heb dat altijd ver
welkomd. En ere wie ere toekomt, collega Gijs Jacobse heeft
er in de raad bij de algemene beschouwingen en ook bij de
Perspectiefnota ook in de oude raadszaal vaak gebruik van
gemaakt. Ik vond dat dat zo hoorde en ik vind dat het nog
zo hoort, al is het alleen maar dat je in de gang naar dit
spreekgestoelte toe je realiseert, dat je wel degelijk iets
te zeggen moet hebben, je gaat hier niet zomaar staan. Het
laatste wat ik dacht ik hier achter dit spreekgestoelte nog
gememoreerd heb, was het grote debat over Cambuur. Cambuur
is gedegradeerd en ik stap uit de raad. Daar zit geen eau-