Blad 30 Verslag van de raadsvergadering van 20 november 2000 extra beperkingen op te leggen aan het toestaan van GSM- antennes in woongebieden en op woongebouwen'Dêr üntstiet dus wat ferwarring. It like üs as fraksje goed om de moasje fan de SP-fraksje te stypjen om sadwaande dit punt wat ek- stra gewicht te jaan. De heer Feddema: In grote lijnen heeft mijn fractie, ook na heel kritisch te hebben gesproken over dezelfde woongebou wen in de commissie, gezegd dat het op deze wijze moet kun nen, maar wij zouden liever gezien hebben dat vooral voor wat betreft de mogelijke vergunningen voor woongebouwen een tijdelijke vergunning zou worden afgegeven. Een tijdelijke vergunning niet alleen om als het wel fout zou gaan, die gemakkelijk te kunnen intrekken, maar ook omdat het een he le snelle markt is, de ontwikkeling gaat ontzettend snel, om druk uit te oefenen om nieuwe technieken uit te gaan voeren en te proberen. Wij weten inmiddels dat die nieuwe technieken nu al worden aangekondigd, ze zijn wel veel duurder. Men zal dus vervolgens, in de visie van de VVD- fractie, langer gebruik maken van de ^ouderwetse' antennes. De motie gaat ons wat te ver. Wij kunnen leven met zoals het hier staat, maar liever hadden wij gezien - misschien wil de wethouder daar nog even op ingaan - dat vooral voor de kritische gevallen bij woongebouwen tijdelijke vergun ningen worden afgegeven. Dat is veilig en ik denk dat het ook zorgvuldig is. Mevrouw Inberg: De CDA-fractie noemt allerlei risico's, als een soort argumentatie om te zeggen dan moeten wij ook maar dit risico er nog bij nemen. Wij vinden dat wat merkwaar dig. Het is toch juist zo bedoeld dat als je al allerlei risico's kent en je kunt een volgend risico vermijden en je bent daartoe in staat als politiek, dat je dat dan ook na laat. Dat noemen ze dan het voorzorgbeginsel, als je inder daad dat risico kunt vermijden. De meningen zijn nog steeds verdeeld over de gezondheidsas pecten. Men moet ook meewegen dat een heleboel burgers ver ontrust zijn, dat moet je ook in het voorzorgsbeginsel mee nemen. Als wij het kunnen vermijden, moeten wij dat altijd doen en die antennes niet op woongebouwen zetten. De PvdA-fractie herhaalt dat dit zorgvuldig per geval moet worden bekeken, dan zou het volgens haar wel kunnen dat je ze op woongebouwen neerzet. Wij pleiten er voor dat je juist duidelijkheid schept. Wij zijn blij dat er nu beleid op komt. Wij vinden dat je in dit geval ook heel duidelijk moet zijn en de woongebouwen moet uitsluiten, want er is genoeg andere plek om de antennes neer te zetten. Wij stemmen dan ook in met de motie van de SP-fractie, met de verduidelijking die daarbij is aangebracht. Blad 31 Verslag van de raadsvergadering van 20 november 2000 De heer Den Oudsten (weth.): Dit is eigenlijk een voortzet ting van de commissievergadering, wat ook niet zo gek is, omdat wij er in de commissievergadering niet goed uit kwa men. Wij hebben er twee keer over gesproken en twee keer ontstond er een vorm van een padstelling, waar de standpun ten, zoals ze er lagen, ook nu weer verwoord zijn. Het be langrijkste aspect is het gezondheidsaspect. Het college heeft eerst overleg gevoerd met de commissie en wil vervol gens advies van de Gezondheidsraad afwachten en accepteren als een advies, waar wij ook verder mee zouden kunnen. Dat wordt door een aantal van u bestreden. Wij denken dat wij daarmee voldoende zorgvuldigheid hebben betracht in het be leid, zoals wij dat aan de raad voorstellen. U zal zich ook nog wel kunnen herinneren dat wij hebben gezegd eens te kijken of wij restricties in het beleid op woongebouwen kunnen toestaan. Waarom hebben wij dat toen op die manier geformuleerd? Omdat, in tegenstelling tot wat mevrouw In- berg zegt, als je kijkt naar alleen de zakelijke gebouwen, er dan onvoldoende dekking mogelijk is voor de circuits die nodig zijn. Dat betekent dat wil je een volledige GSM- dekking hebben, dan zul je ook gebruik moeten maken van ho ge woongebouwen, want er zijn te weinig hoge gebouwen die voor zakelijk gebruik in gebruik zijn om die dekking te re aliseren. Dat is één van de redenen om te zeggen dat wij dat op die manier moeten doen. Vervolgens hebben wij onder zocht of het een juridisch titel is om een hiërarchie aan te brengen in bedrijfsgebouwen en woongebouwen. Een juridi sche titel is er niet. Dan kom ik dus uit op een beleids- principe zoals we dat hier bij u neerleggen. Wil je een helder beleid neerleggen - ik ben met mevrouw Inberg eens dat dat eigenlijk eens moet gebeuren - dan moet je dus ook proberen dat zo eenduidig mogelijk te verwoorden. Dat is hier gebeurd. Daarbij is de gemeente niet helemaal machte loos. Wij kunnen in de processen als het ware beïnvloedend werken van waar zet je die antennes neer, is er voldoende aandacht geweest voor het onderzoeken van mogelijkheden voor antenne-sharing enz. Daar kan je in het onderling ver keer heel wat aan doen als gemeente. Uiteindelijk val je terug op de juridisch titel van een bouwvergunning. Daarnaast is er ook nog het welstandstoezicht, die toetst het gezondheidsrisico natuurlijk niet, dat doen wij hier als het ware, door het advies van de Gezondheidsraad als leidraad te nemen, maar welstand is er natuurlijk wel dege lijk bij betrokken. In die zin is het volgens mij duidelijk en moeten wij maar gewoon stemmen, dan komt er een beleid uit of niet. De heer Feddema heeft nog gezegd of wij niet met tijdelijke vergunningen moeten werken. Ook dat is een ontzettend wan kele juridische basis. Je kunt een tijdelijke vergunning afgeven, maar de tijdelijkheid zal in juridische zin als het gaat om procedures altijd onderuit gehaald worden, dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2000 | | pagina 16