Blad 24
Verslag van de raadsvergadering van 18 december 2000
doocht of yn in bepaald gebiet, dan kin der op tiid op
ynspile wurde. Ek al liket my ien kear yn't jier, wat yn it
stik neamd wurdt, wol in bytsje. Der stiet net as in
beslüt, mar as in foarbyld hoe faak de klankbordgroep
byelkoar komme kin. Ien kear yn it jier wurdt neamd. En
foaral, tink ik, yn'e earste jierren soe it faker moatte yn
it nije systeem, want dan kin je op^ tiid de saken bystel-
le. Ek ha wy lézen dat foar de Wvg-gerjochtigden, sa as it
no liket, der gjin sprake wêze sil fan it minder wurden fan
har situaasje, sawol kwa service as finansjeel besjoen. En
dér wienen wy wat benaud foar. Ek as we nei it TraXX-
systeem sjogge, soe it allegearre goed komme moatte.
Foarsitter, mei dizze bystellingen, sa't it kolleezje dien
hat yn it memo dat üs tastjoerd is, kinne wy dochs akkoart
gean mei de oanbesteging
De heer Stoker: Het nu voorgestelde heeft onze instemming.
Vooral omdat ik dit nu nog als één van de weinige mogelijk
heden zie om de kostendekkingsgraad van het stadsvervoer op
een aanvaardbaar niveau te krijgen. Met aanvaardbaar bedoel
ik dan voldoende om andere overheden, die er op uit zijn de
zeggenschap van ons stadsvervoer te verwerven, van ons af
te houden. Het spijt mij zeer dat er daarbij vanavond geen
voorstel omtrent de zogenaamde piekbus te vinden is en ook
dat het voorstel van wethouder De Oudsten betreffende een
proef met gratis openbaar vervoer, in verkiezingstijd met
verve gebracht, hierin niet terug te vinden is. Ter commis
sievergadering begreep ik dat dit soort experimenten door
het ministerie niet wordt toegestaan, ten minste geen
nieuwe experimenten. Ik wil vragen hoe lang dat al bekend
is. Want ik heb de indruk dat het college deze voorstellen
te lang in de la heeft laten liggen. Net zo lang tot het
niet meer kon. Nu zijn we waarschijnlijk voor zoiets
aangewezen op het moment waarop mevrouw Netelenbos een
gulle bui krijgt, dat ligt niet gelijk voor de hand. Een
andere mogelijkheid is dat een volgend kabinet andere
prioriteiten stelt. Het college heeft deze voorstellen
nooit ter bespreking voorgelegd. We weten helemaal niet hoe
de raad over de wenselijkheid van genoemde experimenten op
dit gebied denkt. Ik denk dat het wel goed is dat te weten,
voor het geval er zich toch nog mogelijkheden ter realise
ring zouden voordoen.
De heer DrewelToen in Limburg een aantal jaren geleden
een Amerikaanse maatschappij via een aanbestedingsprocedure
de concessie verkreeg om buslijnen voor het streekvervoer
te exploiteren, bracht dat bij de dagelijkse reizigers de
eerste dagen een schokeffect teweeg. Velen kwamen de eerste
dag te laat op hun werk. Niet omdat de bus te laat was,
maar omdat hij op tijd was. De verbazing werd nog groter
Blad 25
Verslag van de raadsvergadering van 18 december 2000
toen de passagiers merkten dat de chauffeur goed gekleed
was in uniform, vriendelijk bleek te zijn en bovendien erg
behulpzaam was bij het in- en uitladen van de kinderwagens
en andere bagage. Een prachtig beeld, zo zou het hier ook
moeten worden.
Dit was een berichtje in de krant, dat ik altijd heb
onthouden, omdat het zo in schril contrast stond en staat
tot hetgeen wij over het algemeen gewend zijn, als het over
het openbaar vervoer gaat. Dan denken wij natuurlijk
allemaal aan die andere tak van het openbaar vervoer de NS,
een bedrijf dat al jaren voorthobbelt van probleem tot
probleem, van biels tot biels. Later bleek dat er ook in
Limburg een heel andere kant van de medaille was. Het was
bepaald niet allemaal rozengeur en maneschijn. De zegenin
gen van de marktwerking vielen tegen. Er moest nog veel
ervaring worden opgedaan in de aanbestedingsprocedure voor
het openbaar vervoer.
Niet ontkend kan worden dat het openbaar vervoer in den
lande tegenwoordig met een imagoprobleem kampt. Wie er niet
persé op is aangewezen, maakt er vaak geen gebruik van. Dat
slechte imago van het openbaar vervoer heeft helaas ook een
negatieve uitstraling op het openbaar vervoer in Leeuwarden
en andere stadsdiensten. Dat ter inleiding.
We willen uiteraard allemaal een goed draaiende stads
dienst. Dan gaat het over de routes, de frequentie, de
beschikbaarheid op de dagen, de kwaliteit van het materieel
inclusief de toegankelijkheid van de bussen, alertheid en
vriendelijkheid van de chauffeurs. Dat laatste kost niets.
Het openbaar vervoer staat niet op zich. Het openbaar
vervoersconcept moet passen in het stedelijke verkeersbe
leid. Met zoveel woorden staat dat ook in de stukken. Wij
zijn het daarmee eens. Maar er moet nog wel veel gebeuren.
Als wij een sternet introduceren, met als doel korte lijnen
en snelle verbindingen, dan moet het niet zo zijn dat de
bussen hun snelheid moeten aanpassen vanwege de files. Als
wij de vervoerder door premiëring willen stimuleren dat er
meer passagiers gebruik moeten maken van het openbaar
vervoer om de stad te ontlasten van het autoverkeer en de
kostendekkingsgraad op te krikken, dan kan het niet anders
dan dat de gemeente het ingezette verkeers- en vervoersbe
leid krachtig zal moeten voortzetten. Dit betekent concreet
een autoluwe binnenstad aanleggen van busbanen en mogelijk
andere maatregelen. De CDA-fractie gaat er vanuit dat
binnenkort in het te verschijnen Gemeentelijk Verkeers- en
VervoersPlan de relatie tussen auto en openbaar vervoer
duidelijk wordt gemarkeerd.
Nu de kwaliteitseisen. Als wij het gehele pakket zien,
afgezet tegen de huidige dienstverlening, dan denken wij
dat er over het algemeen sprake kan zijn van een verbete
ring. Ik herhaal kan zijn, want die vraag kunnen wij echt