Blad 20
Verslag van de raadsvergadering van 12 februari 2001
- allerlei officiële instanties coffeeshophouders als
ondernemer zien;
- de coffeeshops dienen te voldoen aan de voor hen
geldende normen en eisen en op grond daarvan de
meest noodzakelijke bedrijfsinvestering moeten doen;
- ondernemers gefaciliteerd worden als er sprake is
van een verplichte bedrijfsverplaatsing op grond van
een aanwijzing van de gemeente;
besluit
- het college op te dragen een regeling te treffen
voor de ondernemers van de coffeeshops aan de Breed-
straat e.o. in de vorm van een financiële tegemoet
koming voor de verplaatsings- en inrichtingskosten;
- daarbij de voorwaarden aan verbinden dat de ver
plaatsing van het bedrijf binnen 3 jaar na datum van
de inwerkingtreding van het nieuwe coffeeshopbeleid
dient te geschieden en dat het bedrijf in de gemeen
te Leeuwarden gevestigd blijft;
- de hieraan verbonden kosten dekken uit het SIOF,
project 'verbeteren kwaliteit binnenstad';
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is ondertekend door de heer Roekiman en mijzelf.
De Voorzitter: Dit onderwerp is niet nieuw. Als de Chris
tenunie als slogan gebruikt 'alles moet kunnen en alles
kan', dan is dat nu juist de reden waarom wij deze discus
sie voeren, omdat niet alles moet kunnen en niet alles kan.
Dat geldt voor alles op deze wereld. Dat geldt ook voor het
coffeeshopbeieid
(De heer Stoker: Dat alles moet kunnen en alles kan,
weersprak ik juist.) Dan zijn we het helemaal eens met
elkaar. Wij zijn het met elkaar eens om die reden, alleen
de heer Stoker komt anders uit met zijn conclusie dan ik.
Waarom deze discussie? Deze discussie voeren wij met elkaar
omdat wij een jaar geleden in de situatie waren dat er
jurisprudentie ontstond naar aanleiding van een uitspraak
over een illegale coffeeshop, dat we die niet konden
sluiten, omdat ons beleid daar niet aan ten grondslag lag.
We hadden wel planologische beslissingen genomen. We hadden
planologisch coffeeshops ingepast. Maar de jurisprudentie
gaf aan dat dat niet voldoende was, vandaar deze discussie.
We hebben een jaar geleden de zaak gefixeerd, dat wil
zeggen, als dit niet was gebeurd een jaar geleden, dan
hadden we op dit moment 22 coffeeshops in Leeuwarden gehad.
Omdat coffeeshops nu eenmaal zaken zijn die volgens de
Opiumwet niet mogen, maar in ons democratisch land gedoogd
worden, hetgeen naar mijn persoonlijke mening en ook die
van het college een groot goed is, proberen wij de zaak zo
goed mogelijk te regelen, het maximale aantal te stellen om
Blad 21
Verslag van de raadsvergadering van 12 februari 2001
het beleid tot uitvoering te brengen. Dat is nieuw in deze,
maar wel noodzakelijk. Dat aantal is zeer arbitrair, daar
heeft iedereen op voorhand gelijk in. Dat komt omdat wij
niet in een nulsituatie zitten, niet een nuloptie als
beleid hadden of geen beleid hadden, maar in de situatie
waren dat we een groot aantal coffeeshops hadden. Ik denk
niet dat de markt en de mensen, als het gaat om welzijn van
mensen wat ook gezegd was, er bij gebaat waren als we dat
hadden gezet van 22 of nu het maximum aantal 12 naar 5 of
nog minder naar 2. Ik kijk dan even de NLP-fractie en de
CDA-fractie aan.
U heeft gelijk, als u het steunpunt of het meldpunt van de
VNG belt en het heeft over ons aantal inwoners, dan laten
zij daar berekeningen op los. Dan zullen ze met deze
aantallen komen. Dat doen ze in situaties dat meestal nog
geen sprake is van een regulier en beheerst coffeeshopsbe-
leid. Wij hadden wel coffeeshops en hadden er veel. Ik denk
dat het een geweldige onrust teweeg zou brengen als we veel
minder dan dit aantal zouden hebben. Dat zou grote risico's
met zich meebrengen, we zouden onrust krijgen, we zouden
runners krijgen, we zouden weer sofdrugsdealers en wellicht
ook harddrugsdealers in woonwijken krijgen. Het is goed dat
dat beeld voorbij is, dat we daar tegen opgetreden zijn. We
willen voorkomen om tot dit beleid te komen.
Nogmaals of het er 12, 14, of 11 zijn, dat is arbitrair.
Het betekent een enorme onrust op de markt als ik terug was
gegaan tot veel en veel minder. Dat is de reden dat ik u
dat niet voorstel en absoluut onraad.
Als we het hebben over de aantallen en de ondernemers van
de coffeeshops, dan moet ik u toch zeggen dat er in dit
land geen ondernemer is - dat was gisteren nog op de
televisie - die zo in de gaten wordt gehouden als de
coffeeshopondernemer. Laten we niet de indruk wekken dat
het niet zo is. Er is allerlei regelgeving, er is een
handhavingarrangement, de tijd dat we wel coffeeshops
gedoogden maar niet handhaafden is absoluut voorbij
Waar willen we deze coffeeshops dan brengen, zeker als er
bewegingen zijn? Wij stellen voor om in de Breedstraat
e.o., dat is Sacramentsstraat en Nieuweburen, geen coffee
shops in de toekomst, anders dan de komende drie jaar
binnen de overgangsregeling, te hebben. Ook dat is een
discussie, omdat je vanuit een bestaande situatie praat. Ik
kijk de coffeeshopondernemers niet aan, maar ik kijk de
raadsleden aan, die zelf overtuigend hebben gezegd dat dit
zo'n historisch gebied is, dat dit niet alleen een woonge
bied is, maar ook een hele specifieke aard van een woonge
bied is en dat willen we koesteren. Dan heb je niet alleen
met coffeeshops te maken, dan heb je ook met horeca te
maken. Dat is een zaak die wel tegenstrijdig is. Alleen wij
stellen nu het coffeeshopbeleid vast, in overleg met de
portefeuillehouder. U weet dat er een evaluatie horecabe-