Blad 4 Verslag van de raadsvergadering van 9 april 2001 De heer Feddema: Breeduit is de afgelopen week in het nieuws geweest een initiatief van een aantal ondernemers uit deze stad, die plannen hebben om het zeer markante ge bouw, het voormalige postkantoor aan de Tweebaksmarktte kopen en dan vervolgens deze te restaureren en te verbouwen tot een posthotel, dus een horecafunctie. Allerhande inte ressante functies zitten in dit plan, waarop mijn fractie op dit moment, niet inhoudelijk wil ingaan. Het gaat ons op dit moment om de procedure. Wij hebben begrepen dat het college vooralsnog geen medewerking wil verlenen aan dit plan. Twee redenen worden in de openbaarheid genoemd om geen medewerking te verlenen, namelijk parkeerproblematiek en deconcentratie horeca in dat gebiedje. Dit forse bouw- initiatief overstijgt het niveau van een simpel bouwplanne tje. Voor de genoemde locatie zijn ook niet zoveel andere geschikte mogelijkheden voor hergebruik te bedenken. Mijn fractie verzoekt het college derhalve om op korte termijn dit plan, met alle ins en outs, in de Commissie Stadsont wikkeling aan de orde te stellen, in die commissie hoort het thuis en dan kan de commissie er ook een oordeel over vormen Ik wacht met belangstelling het antwoord af. De heer Den Oudsten (weth.Ook ik zal mij niet uitspreken in detail over de inhoud van het plan. Maar het is wel zo, dat wat de heer Feddema ons vraagt, waar natuurlijk als de raad dat wil, ook geen bezwaar tegen is, omdat wij alles moeten kunnen toelichten van wat wij als college aan be sluiten nemen of aan richtingen bepalen. Dat is hier in ie der geval wat ons betreft heel eenduidig. De raad heeft het horecabeleid vastgesteld, heeft tegelijkertijd aangegeven dat het horecabeleid scherp in de gaten moet worden gehou den. Dat betekent dus ook, en dat vinden wij logisch, dat je dat gedurende langere jaren volhoudt, wil dat vruchten afwerpen. Dat betekent dus ook dat forse afwijkingen van dat horecabeleid, waar hier sprake van is, en waar nog een aantal bijkomende situaties bijkomen, wij ook de ruimte niet eens hebben om die afwijkingen te honoreren. Dat bete kende dat wij op grond van het plan, zoals het er lag, een afwijzend verhaal hebben laten horen. Bovendien gaat het hier om een ondernemer, die heel goed op de noogre is van dat horecabeleid. Hij heeft dus blijkbaar het risico geno men, zonder overleg met de gemeente, in afwijking van net beleid, waarvan hij wist dat het beleid er was, een derge lijk plan te maken. Dat is zijn goed recht natuurlijk, dat is geen enkel probleem. Maar in dit geval dwong de onderne mer ons zelf dus ook in de positie, dat wij niet anders konden dan dit plan als zodanig afwijzen, op grond van een raadsbesluit De heer Feddema vraagt om daar nog een keer opening van za ken over te geven in de commissie. Ik denk dat wij de moti Blad 5 Verslag van de raadsvergadering van 9 april 2001 vering van waarom wij een dergelijk standpunt hebben inge nomen, in ieder geval in de commissie aan de orde moeten hebben. We zullen het toesturen, zodat de commissie kennis kan nemen van onze motivering. Dan kan de commissie zelf besluiten of men daarin aanleiding ziet om het ook te agen deren. Dat gaat volgens een normale procedure en ik denk dat hij dan even moeten kijken of er een meerderheid is om het nog een keer aan de orde te stellen. De heer Krol: Een aantal boeren uit het buitengebied, omge ving Wirdum - Wytgaard, heeft de CDA-fractie benaderd met het volgende. Na de BSE-crisis en nog tijdens de huidige mond- en klauw zeercrisis wordt men geconfronteerd met mededelingen van de afdeling Publieksvoorlichting van het ministerie van Minis ter Pronk omtrent nieuwe regelgeving aangaande geluidsnor men voor land- en tuinbouw en loonbedrijven. Die nieuwe ge luidsnormen zullen leiden tot onwerkbare toestanden, zo re deneert men, terwijl de handhaving in handen wordt gelegd van gemeenten, zo is althans de bedoeling. Tot zover een aantal verontruste boeren. De CDA-fractie heeft zich vervolgens enigszins proberen te verdiepen in deze materie en komt tot de volgende voorlopi ge conclusie. De nieuwe normen van het Ministerie van VROM, zoals voorgesteld, zullen nauwelijks worden aangescherpt. Zo blijkt uit een landbouwblad. Wel krijgen gemeenten en dus ook Leeuwarden, een belangrijke vinger in de pap om in de eerste plaats de geluidsnormen zelf bij te stellen en vervolgens te handhaven. Twee vragen: Deelt het college onze zienswijze en de zorgen van de agrarische sector? Is het college bereid de totstandkoming van de nieuwe re gelgeving kritisch te volgen en daar waar nodig zo spoedig mogelijk gemeentelijk beleid te ontwikkelen met als doel stelling een leefbaar buitengebied? Mevrouw Hafkamp (weth.): We hebben vandaag contact gehad met net Ministerie van VROM om na te gaan hoe dit precies in eikaar steekt. De voorlichter bij VROM gaf aar. dat er sprake is van een misvatting, die in de pers is ontstaan. Bij VROM is men bezig om algemene maatregelen van bestuur aan te passen, te veranderen. In die AMVB's staan altijd ai geluidsvoorschriften. Als het gaat om aanpassingen, die er aan zitten te komen, dan gaat het om kleine aanpassingen. Overigens gelden de richtlijnen voor geluid, die in die AMVB's staan, alleen voor binnen, dus niet voor buiten. Hoe het verhaal ontstaan is, is voor mij een vraagteken. Maar nogmaals het gaat alleen om het geluid binnen, daar zijn regels voor en daarbuiten schijnt de minister helemaal niets over gezegd te hebben. Ik zou u willen voorstellen om

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 3