Blad 18
Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001
van het vertrouwen in dit college. De fout op zichzelf is,
hoe ernstig ook, voor ons niet van dien aard dat wij, onge
acht wat het college wel of niet gedaan heeft, het vertrou
wen opzeggen. Het college heeft er in deze kwestie alles
aan gedaan om de gemaakte fout te herstellen. Er is ade
quaat gereageerd richting de organisatie. Het college heeft
opdracht gegeven aan PriceWaterhouseCoopers om de situatie
te onderzoeken en heeft de aanbevelingen overgenomen met de
uitgesproken intentie van de geconstateerde fouten te leren
richting de toekomst. Zonder ook maar iets af te willen
doen aan de ernst van de situatie zijn wij van mening dat
het college ons vertrouwen nog steeds verdient. De acties,
die het college heeft ingezet tonen dit aan. Het naar huis
sturen van het college, mocht dat aan de orde komen van
avond, is daarom voor de PvdA-fractie in elk geval niet aan
de orde
Hier wilde ik het in eerste instantie bij laten.
De heer Krol: Het heeft even geduurd, maar het is dan toch
zo ver. De besluitvorming omtrent de OZB-problematiek vindt
vanavond plaats. Tenminste daar ga ik van uit. Daarbij is
het niet de bedoeling van de CDA-fractie om de discussie
van de afgelopen maanden dunnetjes over te doen. Ik zal
daarom vanavond twee onderwerpen omtrent de OZB-
problematiek aan de orde stellen, de revue laten passeren,
namelijk de politieke verantwoordelijkheid en de oplos
singsrichting
Het is al eerder naar voren gebracht door onsHet imago
van de gemeente Leeuwarden heeft door deze problematiek een
forse deuk opgelopen. Een misser van de eerste orde eigen
lijk, een misser die er niet om liegt. De reacties van bur
gers zijn dan ook navenant. Ongeloof, dat is toch niet mo
gelijk, geschokt, of heel laconiek in de trant van "dat zou
ik als ondernemer eens moeten doen". Begrijpelijke reacties
en je kunt er over het algemeen weinig tegen inbrengen.
Jammer, omdat we in de veronderstelling leefden van het
gaat zo veel beter en we hebben die financiën onder contro
le. Uit de verschillende reacties van het college, uitvoe
rig besproken in commissievergaderingen, is ons helder ge
worden hoe het zover heeft kunnen komen. Ik zeg daar nog
even een paar dingen van.
PriceWaterhouseCoopers heeft wat ons betreft een helder
verhaal op tafel gelegd. Jammer daarbij is echter dat het
rapport niet wordt ondersteund door een schriftelijk vast
gelegd hoor en wederhoor. We moeten het wat dat betreft
doen met een mondeling verslag van de wethouder. Slordig
van PWC, het rapport had nog meer aan waarde kunnen winnen.
Uit dat rapport blijkt wat ons betreft heel schrijnend dat
het woord 'controle' bij zo'n belangrijk onderwerp binnen
de ambtelijke organisatie niet met hoofdletters wordt ge
Blad 19
Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001
schreven. Een belangrijke inkomstenbron, zoals de OZB, het
gaat daar om f 60 miljoen, daaromtrent is uiterste zorgvul
digheid geboden, vinden wij en zijn meerdere controlemomen
ten een vereiste. Dienstcontrollerconcerncontroller, di
rectieleden en uiteindelijk de gemeentesecretaris hebben
wat ons betreft het proces van hertaxatie samen met de be
trokken ambtenaren onderschat, met alle gevolgen van dien.
Ik herinner mij in dit verband nog een CDA-motie omtrent
het certificeren van bedrijfsprocessen, beogend duidelijke
en heldere procedures, inclusief controlemomenten. Een mo
tie die aanvankelijk op veel tegenstand stuitte bij de amb
telijke top. De OZB-problematiek leert ons echter, en ik
hoop ook het college, dat de ambtelijke organisatie welis
waar in dikke boeken keurig staat beschreven, maar dat er
nog wel het een en ander valt te verbeteren. De politieke
eindverantwoordelijkheid ligt, en daar is geen discussie
over mogelijk, bij de eerstverantwoordelijke wethouder en
in dit geval dus ook bij het college als totaal.
Kernvraag is of de wethouder redelijkerwijs had kunnen we
ten, kunnen bevroeden, dat er iets niet goed ging. Uit het
PWC onderzoek is gebleken dat geen informatie de wethouder
heeft bereikt dat er iets mis was met de taxaties. Navraag
door de wethouder, vlak voor de commissievergadering waarin
de tarieven werden vastgesteld, bij de betrokken ambtenaren
leverde op dat er geen onoverkomelijke problemen waren te
verwachten. Dat blijkt achteraf niet geheel juist geweest.
Op grond van die informatie is het tijdvakpercentage vast
gesteld en de daarbij behorende tarieven. Een onjuist tijd
vakpercentage dus en onjuiste tarieven. De rol van de wet
houder treft op zich geen blaam, kijkend naar wat ik zonet
geschetst heb, maar is, zou je kunnen zeggen, ietwat pas
sief geweest. Want waarom geen maandelijkse briefing om
trent deze belangrijke zaak? Waarom geen meerdere acties om
het proces van hertaxatie kritisch te volgen, in ieder ge
val na de gebleken vertraging? Uiteraard achteraf gepraat,
maar zinnig voor de toekomst. Het lijkt, zeg ik met de na
druk op lijkt, alsof het college, wellicht onbewust, het
proces van deze hertaxaties ietwat heeft onderschat. Con
clusies waaruit lering moet worden getrokken. Gaarne een
reactie hieromtrent van het college.
Samenvattend: Ambtelijke blunders en een ietwat passief
college
Voorzitter, is hierdoor het vertrouwen in de wethouder en
dus in het college dermate geschaad dat er iemand zou moe
ten opstappen of zelfs een heel college?
Zelden vertrekken bestuurders alleen vanwege ambtelijke
blunders. Als zij wel vertrekken dan hebben ze zelf ook
fouten gemaakt, die hen zijn aan te rekenen, zoals bijvoor
beeld in Enschede. Zijn deze wethouder, is dit college,
verwijtbare handelingen aan te rekenen? Neen, vindt de CDA-
fractie. Hooguit, en ik betoogde dat reeds, zou een ietwat