Blad 40
Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001
dat we niet zouden teruggrijpen op lastenverhoging. Want
dat was een vaste afspraak die we met elkaar hadden, daar
heeft het college zich ook aan gehouden. Dus we gaan het
niet op de gemakkelijke weg zoeken door maar naar lasten
verhoging te grijpen.
Dat is denk ik de kern van de aanpak van het college op het
moment dat we de fout constateerden. Waar we ook geschokt
op gereageerd hebben en waarvan wij vanavond verantwoording
afleggen. Ik hoop dat dat ook leidt tot een besluit uitein
delijk vanavond in de raad, want ik zal u zeggen dat ik
blij ben als deze affaire ook uiteindelijk tot besluitvor
ming geleid heeft. Dat is één. Ik kom straks op de beoorde
ling nog even apart terug.
Eén van de dingen, die wij in ieder geval en ik hoor ook
een aantal fracties dat zeggen naar aanleiding van het PWC
rapport, is dat in ieder geval, als het gaat om de contro
le, PWC helder gemaakt heeft dat je op dat punt als gemeen
te nog eens extra alert moet zijn. Wij hebben de aanbeve
lingen van PWC overgenomen, wij vinden dat ook. Ik heb ook
in de commissie gezegd dat het feit dat je in het LIS-
verhaal van alles en nog wat hebt beschreven, nog niet per
definitie zegt dat alles ook volgens die patronen gaat. Het
is zelfs reden om, als de inventarisatie er is, te kijken
of ons LIS-verhaal op dit punt verdere maatregelen vraagt,
of dat wij dus wellicht nog meer in termen van controle
moeten gaan aansturen. In de loop der tijd zijn op een aan
tal punten extra controle-achtige maatregelen genomen.
Denkt u bijvoorbeeld aan projecten Leeuwarden-Zuid, grote
projecten, waar extra controlling op gezet is. In die lijn
past dit ook. Ik wil opmerkingen, die daarover gemaakt zijn
vanavond naar aanleiding van het PWC-rapport, dan ook graag
meegeven als aandachtspunt in de opdracht aan de gemeente
secretaris, die natuurlijk hier terugkomt om met name naar
dat punt van die controle extra te kijken.
Dan ga ik eerst naar het herstelverhaal
Als het gaat om het voorstel zoals het college dat gedaan
heeft om te herstellen, dan constateer ik dat de raad daar
nogal verdeeld over is. In ieder geval hoor ik standpunten
van fracties vanavond, die verschillen en daar nog weer va
rianten in.
Ik begin dan maar met het verhaal van de VVD-fractie, omdat
dat het meest vergaand is.
De VVD-fractie zegt, er is een lastenverzwaring opgetreden
vooral voor de niet-woningen en wij vinden dat niet een te
rechte lastenverzwaring, wij zouden dat op een andere ma
nier willen herstellen. De VVD zegt - en de heer Stoker
sloot zich daarbij aan - dat is a. niet eerlijk en b. dat
is niet goed voor het vestigingsklimaat.
Ik wil daar twee dingen op zeggen. In de eerste plaats is
het zo dat er voor de niet-woningen geen lastenverzwaring
Blad 41
Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001
is opgetreden, in die zin de niet-woningen betalen in deze
periode in zijn totaliteit niet meer dan in de periode
daarvoor. Wat er wel gebeurd is, is dat er binnen de groep
grote verschuivingen zijn opgetreden. Dat is waar. Datzelf
de fenomeen, daar wees de heer Jacobse op, doet zich ook
bij de woningen voor en je kunt je afvragen of dat allemaal
even eerlijk verdeeld is. In feite zijn er een aantal ex
terne factoren die die verschuivingen veroorzaken, waar wij
helemaal geen invloed op hebben, noch op de waardestijgin
gen bij de niet-woningen, noch op de waardestijgingen van
de woningen. De gemeente heeft daar niet echt invloed op en
toch gebeurt het, binnen die groep zijn enorme verschuivin
gen opgetreden.
Dan kom ik op het verhaal van de heer Jacobse, als je daar
van af wilt, want dat geeft een enorme hoop commotie, waar
je je als gemeente ook niet echt tegen verdedigen kan, dan
moet je eigenlijk de discussie willen voeren, die de heer
Hoogeveen aangekaart heeft: is die waarderingsgrondslag van
de waarde van het onroerend goed wel een goede waarderings
grondslag voor je algemene belastingen? Die discussie zou
ik graag aan willen gaan. Ik ben het met hem eens dat je
daar eigenlijk vanaf zou moeten. Dan hebben we het over een
landelijke discussie, wij veranderen dat hier in de gemeen
teraad niet. Maar in ieder geval wou ik het beeld, dat ons
belastingverhaal ertoe geleid zou hebben dat niet-woningen
een zware lastenverzwaring hebben gehad ten opzichte van de
periode daarvoor, graag ontkennen. Ik denk dat dat niet ge
val is.
Misschien nog even naar aanleiding daarvan. Wat het lastige
in dit verhaal voortdurend is - en dat is wat de heer Van
Mourik ook probeert - is de effectmeting. Hij zegt: berede
neer het nu eens vanuit de mensen die belasting moeten be
talen. Het lastige daarbij is dat je als je vergelijkingen
maakt, je eigenlijk alleen maar goed kunt vergelijken, als
je alle elementen daarin mee laat spelen. Met andere woor
den, kijk je alleen naar de tarieven, dan heeft dat niet
een goede vergelijkingsgrond, want je moet ook de waarde
stijging erbij pakken. Als je de waardestijging erbij pakt,
moet je ook het gewenste volume erbij pakken. Zo moet je
ook kijken of het een gemeente is die al tariefdifferentia
tie had of niet had, of het een gemeente is waar het riool
in zat of niet. Ook het tijdvakpercentage en de tarieven
bij elkaar is onvolledig.
Met andere woorden, als je op individueel vlak gaat verge
lijken, waar hij een poging toe gedaan heeft, dan loopt de
vergelijking praktisch altijd mank, omdat je er elementen
uittrekt en nooit het volledige beeld krijgt. Ik denk dat
we ons moeten realiseren dat je dus moet oppassen met op
dat individuele niveau te gaan vergelijken, maar dat je je
vast moet houden aan het feit dat er verschuivingen optre
den, die soms heel erg vervelend zijn voor individuelen, of