Blad 56
Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001
Wanneer wij nu kijken naar het herstelverhaal, dan moet ik
toch zeggen dat scenario vijf onze voorkeur blijft hebben.
Die richting willen wij ook uit, het mag dan financieel
minder lucratief lijken, ik beschouw dat scenario voor al
les minder risicovol. Dat is mijn voornaamste argument
daarbij. Als een weg die meer zekerheid geeft.
(De heer Jacobse: Voorzittermisschien dat ik toch even
een nuancering mag aanbrengen in het betoog van de spreker
Hij zegt: we zullen zien wie het beleid van het college af
keurt en goedkeurtEr zijn daar allerlei nuanceringen in,
je kunt iets als gebeurd accepterendat wil niet zeggen
dat je het goedkeurt.)
Met alle nuanceringen natuurlijk, dat heb ik erbij gezegd.
Die nuanceringen hebben we allemaal kunnen horen, maar het
gaat mij ook even om het eindresultaat en dat zullen we
zien als die motie in stemming wordt gebracht, want die
houden wij overeind.
Als je kiest voor scenario vijf, dan mag het wat anders ko
men te liggen, gezien de verhoudingen particuliere wonin
gen-bedrijfsleven. Het is niet onze keuze geweest, om voor
dit dilemma geplaatst te worden, maar het is wel een feit
waar ik niet voor wegloop. Ik heb al eerder gezegd, ik houd
niet van gokken, ik kies de weg die naar mijn mening, gege
ven deze nieuwe situatie, de meeste zekerheid en dus resul
taat biedt en dat is scenario vijf.
Wij hebben in het verleden de motie, om het verschijnsel
OZB ter discussie te stelen, medeondertekend, maar dat is
een discussie die landelijk gevoerd zal moeten worden (het
is te hopen dat het gebeurt) en dus geen directe oplossing
voor het probleem hier en nu.
De motie van de PvdA- en CDA-fractie zullen wij niet steu
nen. Toen er net geschorst werd en die motie uit de mouw
kwam, had ik het idee dat de PvdA-fractie de Joker inzette.
Ik denk dat dat ook juridisch gezien niet de beste oplos
sing is. Daarom ga ik nog steeds voor scenario vijf. Ik
vind het overigens wel jammer dat de VVD-fractie niet met
een motie daaromtrent is gekomen, dat had ik consequent ge
vonden
Mevrouw De Haan (weth.): Ik wou eerst ingaan op de kritiek
van de D66-fractie en de SP-fractie vanwege het feit dat ik
niet ingegaan zou zijn op de politieke verantwoording. Dat
kan je vinden, ik ben van mening dat ik uitvoerig ben inge
gaan op de politieke verantwoordelijkheid, zoals wij die
als gezamenlijke college willen nemen, voor de volle hon
derd procent. Daar is absoluut geen twijfel over. Wat u
wilt, is om iets te zeggen over mijn persoonlijke aanstu
ring, als individueel wethouder. Door het collectief te ne
Blad 57
Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001
men hebben wij daarvan afgezien. Ik ga daar dan ook niet
meer op in. Ik constateer dat fracties daar verschillend
over denken, genuanceerd over denken. Het loopt nogal uit
een, de een zegt dat het overkomen is, de ander zegt dat de
wethouder het had moeten voorkomen. Daar zit het tussen in,
dhe hele scala dat hier wordt genoemd. Ik denk dat wij be
wust de lijn hebben gekozen: als wij praten over politieke
verantwoordelijkheid, dan staan wij daar gezamenlijk voor
en daar houd ik mij ook aan. Dat maakt dat wij dus niet een
theoretische discussie voeren over een fictie, mijnheer
Hoogeveen, maar gewoon de concrete praktijk nemen, waar
overigens iedereen, dat ben ik het met de heer Stoker roe
rend over eens, zijn consequenties uit mag trekken. Dat
staat hem en wie dan ook vrij en dat gebeurt hier ook, dat
heeft de raad heel helder gedaan. Ik denk dat ik daar niet
meer over moet zeggen.
Dan het verhaal van de 64 cent, naar aanleiding van de heer
Boorsma. Ik heb uiteengezet wat ons hoofdargument is om aan
die 64 cent niet tegemoet te komen. Wij herstellen dit jaar
niet, wij willen geen lastenverzwaring, wij willen ook geen
lastenverlichting en door de fout die is ontstaan gebeurt
beide. Wij kunnen dat dit jaar niet herstellen, volgend
jaar wel. Volgend jaar willen wij optimaal herstellen, dat
is het collegevoorstel. Los daarvan zijn er een aantal
technisch uitermate moeilijke punten, daar heb ik u voor
gewaarschuwd, die niet nieuw zijn, die heb ik in de commis
sie ook uitentreuren verteld. Het hele verhaal van de con
versie en de oude en de nieuwe apparatuur is in de commis
sie aan de orde geweest, dat is niks nieuws. Ik heb daar
nog een keer, omdat ik weet dat er zo'n zware wens ligt,
naar gekeken en ik heb nog een keer verzekerd gekregen,
niet alleen van de afdeling Belastingen maar van de ieder
een die hiermee te maken heeft, zeg tegen de raad dat als
zij daarvoor kiest dat zij ook grote risico's neemt in ter
men van uitvoering. Dat is het enige wat ik tegen de raad
zeg. Dan maak ik het niet zwaarder dan het is, maar houd er
dan rekening mee dat het ook fout kan gaan. Als dit persé
wordt doorgezet, dan moet de raad dit in ieder geval, vind
ik, weten. Onze afdeling krijgt het daar dan erg zwaar mee
en dan lopen wij risico's. (De heer Boorsma: Daar kan ik
mij iets bij voorstellenmaar hoe komt de wethouder dan
bij die uitvoeringskosten van f 385.000,-), Wij hebben, om
dat de commissie daar ook naar gevraagd heeft, het scenario
ingebracht en gezegd: dan kost het dit en houd dan rekening
met zware perceptiekosten. Want juridisch kan het, daar
ligt het probleem niet. Dat heb ik inzichtelijke gemaakt,
dat heb je er voor over of dat heb je er niet voor over. De
SP-fractie heeft het er graag voor over, maar ik zeg dat er
daarmee dus ook nog een aantal andere problemen zijn. De
SP-fractie mag dat zwaar opnemen of niet zwaar, maar weet
in ieder geval dit ik hen daarvoor gewaarschuwd heb.