Blad 66
Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001
den en misschien kunnen we daar toch nog eens naar gaan
kijken, of via het net of misschien met een excursie. Want
het is wel belangrijk dat we weten wat we doen.
Ook mijn fractie is benieuwd wat er gebeurt met de bestaan
de wijkcentra.
Als laatste pleiten we er nogmaals voor dat er ook een wel
zij nsmedewerker, die hand missen we zeker, bij de stedelij
ke vernieuwing, bij het projectbureau, aan kan sluiten.
De heer Jacobse: U schrijft: "Wij vinden de kwaliteit van
sociale relaties in wijken en buurt de belangrijkste factor
voor de leefbaarheid in stadswijken en voor de veiligheids
beleving van haar inwonersWij willen het ontstaan bevor
deren van relevante contacten en relaties tussen buurtbewo
ners in het kader van de aanpak stedelijke vernieuwing, dan
in het bijzonder." Dat laatste laat ik er maar even uit,
want ik vind dat het stedelijke vernieuwingsverhaal er een
beetje bij wordt gezocht. Het heeft uiteraard wel een aan
tal raakvlakken, maar ik vind dat dit inderdaad meer een
kadernota voor de toekomst aangeeft. Ik moet zeggen in dat
uitgangspunt, het bevorderen van de sociale relaties in
wijken en buurten, kunnen wij ons vinden. Eigenlijk zou dat
ook in LEVI 2015 opgenomen moeten worden. Binnenkort gaan
we aan de evaluatie en bijwerking daarvan werken, althans
als we volgens schema werken. Dit lijkt me een goede om
daar alvast voor te noteren.
Wij verwachten ook dat de komende nota's, zoals bijvoor
beeld sportnota, al een doorkijk daarvan geven, want als er
ergens sociale relaties mee bevorderd kunnen worden, dan is
dat de sport
Het is algemeen bekend dat in lange termijnvisies er reke
ning mee wordt gehouden dat door de schaalvergroting dorpen
en wijken van minder dan 3.000 inwoners van iedere voorzie
ning in de toekomst verstoken zullen blijven. U moet zich
eens voorstellen wat dat voor een plattelandsprovincie als
Fryslan betekent, als dorpen beneden de 3.000 inwoners niet
meer in staat zijn voorzieningen in stand te houden. Wat
voor de dorpen geldt, geldt ook voor de wijken. In principe
zie je ook daar dat er steeds meer draagvlak nodig is voor
het instandhouden van voorzieningen. De enige oplossing,
die door beleidsmakers toch wordt aanbevolen, is het zoveel
mogelijk samenwerken van voorzieningen om die voorzieningen
zo lang mogelijk in stand te houden. Een ziekenhuiswinkel
tje moet ook een buurtfunctie krijgen en zo kun je andere
combinaties maken, waarbij je toch voor een bepaald gebied
een bepaalde voorziening in stand kunt houden.
Daarnaast zien we dat ook door het ICT-gebeuren en andere
faciliterende kosten, verzekeringen en noem het maar op,
Blad 67
Verslag van de raadsvergadering van 28 en 30 mei 2001
gebouwen steeds beter benut moeten worden. Er is ook geen
enkele reden om een school s avonds leeg te laten staan en
een wijkgebouw overdag leeg te laten staan. Je kunt die ge
bouwen beter benutten. Het is ook een taak van ons als
overheid om ervoor te zorgen dat de kosten zo veel mogelijk
gedrukt worden, door de voorzieningen zo optimaal mogelijk
te gebruiken. Dan kun je ook die gebouwen, wijkgebouwen,
scholen e.d., goed outilleren voor allerlei activiteiten.
Dan kun je inderdaad het geld stoppen in de activiteiten en
in de voorzieningen in die gebouwen en niet in de stenen.
Maar ik zeg er dan direct bij, dat is dus wel een lange
termijn verhaal. Dat is iets wat je op termijn moet reali
seren, want je zit nu met een bepaalde situatie en dat is
natuurlijk niet zo maar zeggen: dan breken we al die gebou
wen af en gaan daar nieuwe voorzieningen neerzetten. De
heer Van der Brug heeft in de commissie ook gezegd, je moet
er op korte termijn niet al te veel van verwachten en het
zal ook nog allerlei problemen met zich meebrengen, want
het staat leuk op papier, maar in de praktijk zal de mate
rie veel weerbarstiger zijn. Denk alleen maar eens aan bij
voorbeeld de goede gedachte, die we hadden, met het gezond
heidscentrum CamminghaburenDat is toch niet exact gewor
den wat mensen daarvan indertijd gedacht hadden.
Het is een lange termijnvisie en dus is het goed dat je de
uitbreidingsgebieden en die gebieden die op de schop worden
genomen, of je het daar nu mee eens bent of niet, dat daar
bij betrekt, want daar heb je ook de mogelijkheid om wel
licht dingen te herstructureren, zonder dat je daar al te
veel kosten maakt. Je kunt dat dus beter nu maar gelijk
goed voor de toekomst regelen, dan dat je daar weer op de
oude manier begint.
Wij zien dit als een goede aanzet met goede uitgangspunten,
maar we zien het ook op de langere termijn pas gerealiseerd
worden. We zullen dus ook per project iedere keer moeten
kijken of dit voor die wijk de goede oplossing is. Maar met
de gedachte stemmen we in.
De heer Van Olffen: Ik wil mij aansluiten bij de uitgangs
punten van de notitie, maar ik wil toch nog even ingaan op
de positie van die multifunctionele centra. We hebben daar
ook in de commissie uitgebreid over gesproken. Wij onder
steunen dat uitgangspunt, dat hebben we vorige week in de
Commissie Welzijn uitvoerig met elkaar besproken, omdat je
nu ziet dat er in de Vrijheidswijk toch een grote versnip
pering ontstaat van een aantal activiteiten. Ik noem even
het digitale trapveldje in een pand, de peuteropvang in een
ander pand, dat is een stuk versnippering en dat kan op
termijn nooit efficiënt zijn. Wij willen er dan ook graag
voor pleiten dat we komen tot die grotere multifunctionele
centra, waarin een aantal voorzieningen zijn ondergebracht.