Blad 38 Verslag van de raadsvergadering van 11 juni 2001 wijk. De verhouding, vind ik ook belangrijk om even te noe men, raakt nu enigszins zoek. Want het Sytzamablok, 19 wo ningen, handhaven betekent dat de afstand van de woningen van de Van Sytzamastraat, of het is eigenlijk de Ypeij- straat, waar ik het dan nu over heb, tot de appartementen- bouw 22,5 meter is. Je krijgt dus dat die woningen tegen over een 17 meter hoog appartementcomplex komen te staan. Normaal is dat er tussen twee gebouwen van 5,5 bouwlaag sprake is van minimaal 25 meter afstand. Hier gaat het ook nog eens om een ongelijke hoogte, zeg maar maximaal 6 me ter, tegenover 17 meter. Die schaalsprong is dan erg groot en door de geringe ruimte niet echt goed mogelijk. Handha ving van deze flats is bij blijven staan van het Van Sytza mablok dan ook niet meer echt goed te realiseren. Daar komt nog iets anders bij. De Ypeijstraat wordt verbreed in de voorstellen. Die krijgt er 2,2 meter bij, als totaal. Niet die weg op zichzelf, maar de hele indeling. De route moet echter bij handhaving van het Van Sytzamablok nu doorge trokken worden. In het oorspronkelijke voorstel was een an dere routering, maar die moet nu worden doorgetrokken, om dat er, waar het eerst geprojecteerd was, nu geen ruimte meer is. Dus tussen flat en Van Sytzamablok moet de verbre de Ypeijstraat ook nog doorlopen. Kortom, een schier onmo gelijke opgave zo allemaal. Dat brengt mij op het volgende, de stedenbouwkundige gevol gen. U hebt gezien dat in de nadere studie over de model len, die is toegezonden vorig weekend, dat als er sprake is van deze variant, dus handhaving Van Sytzamacomplex en bou wen van twee flats, dat daarbij vermeld staat dat het een onmogelijke combinatie is. Model 40B is dat. Die kun je dus als zodanig niet toepassen. Je komt eerder uit, zo kan de logische conclusie luiden, op model 50B. De conclusie van het college is, gezien ook het amendement wat er ligt: 1. het westelijk deel van aanpak van Vegelin conform het plan kunnen wij uitvoeren en nu ook vrij direct als het besluit is gevallen; 2. het oostelijk deel, en dan heb ik het over ten oosten van de 3e Vegelindwarsstraat, moet nader uitgewerkt wor den, zoals in het amendement is verwerkt. Maar dan moe ten we kijken naar de stedenbouwkundige samenhang en dan moeten we ook kijken, dat heb ik nog niet genoemd maar ongetwijfeld bent u het daarover met mij eens, naar de financiële gevolgen. Want u ziet dat als het 50B zou worden, we dan spreken over een extra tekort van f 1,4 miljoen. Wij hebben er wel behoefte aan om daar toch even naar te kijken. Kan het zijn dat we het kunnen oplossen. Kortom, mevrouw de voorzitter, het collegevoorstel gaat uit van samenhang, differentiatie en open naar de buurt. Daar gaat natuurlijk, daar twijfel ik ook niet aan, het amende ment ook vanuit, maar dat heeft net een andere benadering. Het amendement vraagt dan ook om aanpassing, dat wil zeg Blad 39 Verslag van de raadsvergadering van 11 juni 2001 gen, met name voor het oostelijk deel van het plan Vegelin. Wat dat betreft komt dat natuurlijk zo snel mogelijk, het kost even enige weken, daar zit de zomervakantie ook weer tussen, terug in de commissie. Het college, dat spreekt vanzelf, handelt dan overeenkom stig de uitspraak van de raad. Er is gesproken door mevrouw De Jong, maar ook eigenlijk wel door de heer Ten Hoeve, over de meerderheid van de com missie, dat er uitspraken zijn neergelegd waar misschien niet, of kennelijk helemaal niet, naar geluisterd is. U hebt van mij kunnen horen nu dat er een stuk spanning zat in de uitgangspunten van licht, lucht, ruimte. Differentia tie van woningen is ook toen heel duidelijk gesteld en hoe je dat dan stedenbouwkundig vertaalt op een manier waarvan je zegt, dit is een goed plan. Een 10, zegt de heer Feddema, nou een tien is wel erg hoog, maar negen zou ook goed zijn. Subliem is het nooit. Kortom, daar moet even naar gekeken worden, dat zult u be grijpen. Het lijkt alsof het college niet naar de meerderheid van de commissie heeft geluisterd, maar uit mijn betoog mag blij ken dat we met die spanning hebben moeten worstelen en met dit plan zijn gekomen. Ik kom nu bij het volgende element dat zijn de losse ele menten uit de diverse bijdragen. Mevrouw De Jong, de rol van de corporaties en dan gaat het met name om de dubbele transportkosten, die er wellicht in zouden zitten als je woningen koopt en weer doorverkoopt. We hebben gezegd dat wordt een uitvoeringsorganisatie die bestaat uit de gemeente, die aankoopt en een corporatie, die beheert. We denken nu niet dat ook de corporatie dan aankoopt, want dat zou onverstandig zijn. De constructie zal zodanig zijn dat er in ieder geval geen sprake is van extra onkosten, omdat de corporaties ook, daar waar het gaat om sloop, nieuw bouwen. Maar bij renovatie-aankoop is het natuurlijk zo dat dan de gemeente eigenaar blijft, de corporatie zorgt ervoor dat er wordt gerenoveerd, wordt aangepast, als mensen tenminste niet hoeven te verhuizen. In sommige gevallen moeten ze dat wel, dan is er geen spra ke van doorverkoop via de corporatie. Mevrouw De Jong heeft het gehad over huisjesmelkers, ook anderen hebben over een bepaalde straat gesproken, waar dat dan toch weer opduikt. Er worden bepaalde regels van toe passing verklaard, dat is de handhaving, dat is de kamer- verhuurregeling en dat zijn de corporaties die elders aan kopen, waardoor wij toch proberen met elkaar een systeem van ruilen op gang te brengen. Daar zijn besprekingen over. Mevrouw De Jong, PvdA-fractie, pleit voor snelle aankoop van woningen. Dat gebeurt, er zijn op dit moment al meer dan 70 aangeboden, vrijwillig zou ik haast kunnen zeggen. Dat betekent ook dat er helemaal geen sprake is van ontei-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 20