Blad 90
Verslag van de raadsvergadering van 2 juli 2001
Buitenschool. Een toezegging van de wethouder waar ik blij
mee ben en waar ik om gevraagd heb. Vandaar dat we de motie
van de ChristenUnie-fractie niet zullen steunen.
Wat de woontussenvoorzieningen betreft, ben ik niet tevre
den met het antwoord. Ik heb gevraagd om een vangnetcon
structie voor die mensen die het moeilijk zouden kunnen
krijgen op basis van dit beleid. De wethouder verwijst die
mensen naar het minimabeleid, dat lijkt mij niet de juiste
plek. Wel een plek waar je aan kunt kloppen voor geld als
je niet zoveel meer hebt maar ik denk niet dat je deze men
sen daar naar toe moet sturen. Vandaar dat ik dan kies voor
de motie van de D66-fractie over woontussenvoorzieningen.
Met betrekking tot het OZB-verhaal, waar de VVD-fractie
nogal uitvoerig op is ingegaan en waar natuurlijk een ant
woord op is gekomen van het college, bespeur ik toch ver
schil tussen de opstelling van het college en van de VVD-
fractie. De inbreng van de VVD-fractie is weloverwogen en
goed voorbereid, evenals het antwoord van de wethouder ui
teraard. Vandaar dat het verschil van inzicht met betrek
king tot risico's opvalt. Misschien is het verstandig voor
mensen, die daar niet zo goed in zitten om nog eens heel
erg duidelijk te maken hoe dat nu precies in elkaar zit.
Enerzijds de VVD-fractie die waarschuwt voor al te grote
risico's met betrekking tot het publiceren van bepaalde
dingen en anderzijds een verhaal van de wethouder, dat ei
genlijk zegt dat er niet zoveel mis kan gaan en we er na de
vakantie nog eens over zullen praten. Het lijkt mij dat
daar in ieder geval vanavond wat meer duidelijkheid over
zou moeten komen.
Dan kom ik bij wethouder Brok. Wat er met het grondbedrijf
aan de hand is en waar we het over willen hebben is het mo
gelijke risico wat zich zou kunnen voordoen. Daar willen we
op wijzen. Wij hebben in onze bijdrage gezegd dat indien
bijvoorbeeld de verkoop van woningbouwkavels tegenvalt en
die verwachting is er een klein beetje, want als je kijkt
naar wat er de laatste jaren gebouwd is en wat we zouden
moeten bouwen om de opbrengsten, die we verwachten uit het
grondbedrijf, te realiseren, dan is er wat ons betreft
sprake van toch wel wat een risico en is er sprake dat we
een wissel op de toekomst trekken. Natuurlijk heb ik dat
wat overdreven met die ongedekte cheque, om in ieder geval
te laten merken hoe groot onze ongerustheid is. Nochtans
laten wij ons natuurlijk graag overtuigen, maar wij willen
hebben gezegd dat op dit moment dat risico toch wel erg
groot is en dat wij jaarlijks op moeten passen wat er ge
beurt, wat wij doen en wat wij uit dat grondbedrijf halen.
Wij zijn dus niet tegen, ik vind ook niet dat we daarom mo-
Blad 91
Verslag van de raadsvergadering van 2 juli 2001
ties moeten indienen, maar het is goed dat we het nog even
tegen elkaar zeggen.
Dan kom ik bij de wethouder Bilker. Wij hebben een motie
ingediend rondom achterstallig onderhoud. Hij geeft aan dat
het college het met de inhoud, de strekking op zich, eens
is. Met betrekking tot de dekking stelt hij voor om nog
even te wachten om de motie in stemming te brengen, omdat
er eerst wat meer duidelijkheid moet zijn rondom die dek
king. Ik ben het daarmee eens, we houden de motie aan en
brengen hem op dit moment niet in stemming. Wij komen daar
bij de begroting op terug en dan natuurlijk met inachtne
ming van wat er op dit moment door het college is gezegd.
Wethouder Hafkamp. We komen bij het minimabeleid. Ik moet u
zeggen dat wij enige sympathie hebben voor de motie van de
SP-fractie om f 5 ton extra ter beschikking te stellen op
dit moment voor de minima. Als je ziet wat er landelijke
gebeurd is met de minima en dat na zoveel jaar paars er nog
niet zoveel gebeurd is om de verschillen tussen mensen die
nog steeds in armoede leven en mensen die het heel goed
hebben, in te lopen en dat er nauwelijks iets aan is ge
beurd, dan moet je tot de conclusie komen dat je eigenlijk
gemeentelijk zou moeten repareren wat je kan. Dan is het
een beetje schrijnend dat we toch jaarlijks geld overhouden
vanuit het minimabeleid.
(De heer Van MourikDe heer Krol zou er misschien ook bij
kunnen vertellen hoe die inkomensverschillen ontstaan zijn.
Ik denk niet dat dat de laatste vijfzes jaar is gebeurd.)
Maar paars heeft acht jaar de tijd gehad om te repareren,
meneer Van Mourik, dat is ook niet gebeurd.
(De heer Van Mourik: Het CDA heeft ongeveer 100 jaar de
tijd gehad om die verschillen te veroorzakenmeneer Krol.)
Kunt u nagaan. Wat ik wil zeggen, en daar vind ik natuur
lijk de VVD-fractie aan mijn zijde, is dat je eigenlijk ge
meentelijk zou moeten repareren wat je kunt. Als je dan
geld hebt en als je geld over hebt en er is sprake van een
onderbesteding, dan zouden natuurlijk de partijen in de rij
moeten staan om voorstellen in te dienen om daar wat mee te
doen. Ik wijs op onze voorstellen rondom de armoedeval en
wij huppelen van evaluatie tot evaluatie. Dat zou eigenlijk
niet moeten, vandaar dat wij overwegen het voorstel van de
SP-fractie te steunen.
Kom ik bij de sport. Er is iedere keer volgens mij een
schijntegenstelling tussen topsport en amateursport. Mijn
stelling is dat er geen bloeiende amateursport zou zijn
wanneer er geen topsport zou zijn. Voorbeeld: als je ziet
dat twee zwemmers van Nederland bij de Olympische Spelen
gouden medailles halen, dan zie je ogenblikkelijk dat de
zwemsport opbloeit, dat de amateurverenigingen weer nieuwe
leden krijgen. Zo heeft die topsport en ook de wielersport,