Blad 106 Verslag van de raadsvergadering van 2 juli 2001 spreken. Meer hoeft dat ook niet te zijn. Meer wordt er ook niet gevraagd. Ik ga niet alle moties langslopen. U ziet dat vanzelf. De vraag die wij vandaag moeten beantwoorden is of deze no ta basis kan zijn voor de meerjarenbegroting van 2002 tot 2005. In de eerste schriftelijke bijdrage hebben wij al ge zegd dat wij daar grote moeite mee hebben. Ik heb niet de indruk dat daar vandaag echt grote wijzigingen in aange bracht worden. Wij hebben voorgesteld om nog eens goed te kijken of er bezuinigingen te vinden zijn die wel hard zijn. Er worden vandaag ook weer een aantal gaten gescho ten, ik neem aan dat daar toch op een bepaalde manier nog eens naar gekeken zal moeten worden. Wethouder De Haan heeft al gevraagd waar we dat geld vandaan willen halen. Ik denk dat het goed is dat wij richtinggevende uitspraken doen van wat wij willen, dat wij keuzes willen, dat wij van tevoren betrokken willen worden bij die bezuinigingen en dat het geen lastenverhogingen moeten zijn. Dat laatste geldt dan met name voor ons. Ik denk dat het verstandig is zo'n boodschap mee te geven aan het college. Als u daar geen behoefte aan heeft, zien we dat te zijner tijd vanzelf en dan hebben we weer dezelfde discussie, dat wij hier al leen bepaalde dingen kunnen afschieten en dat wij het ver wijt krijgen met elkaar dat wij onbetrouwbaar financieel aan het ramen zijn. Maar de keus is uiteraard geheel aan u. De heer Boorsma: In eerste termijn had ik iets te weinig tijd om een aantal punten langs te lopen. Het ging dan om de ombuigingen in nieuw beleid. Daar heb ik even heel kort bij stil gestaan. Wat de woontussenvoorzieningen betreft steunen we de motie van de D66-fractie. We hebben een opmerking gemaakt over de DSW, ook in de com missies al en ook in de commissie voorafgaande aan de Per spectief nota heb ik dat gedaan. U zult begrijpen dat de opmerkingen en ook de financiële vertaling, die nu in de Perspectiefnota zijn beslag krijgt, niet op onze steun kan rekenen, in de lijn van de opmerkingen die we eerder hebben gemaakt over het hele fusieproces. Wat nieuw beleid betreft zijn er aantal dingen, die wij op basis van het anders leggen van de prioriteiten toch eerst naast ons neer willen leggen en daar dus ook geen steun aan willen geven. Dat betreft de telefonische bereikbaarheidsmonitor en de f 150.000,- voor de wielerronde. Voor de goede orde: voor al die andere zaken, zoals de Windmillcup en het NK scha ken, heb ik in de eerste termijn al aangegeven dat dat niet zozeer een probleem is, maar zo'n wielerronde heeft wat ons betreft te weinig impact. Ik moet de heer Krol inderdaad de Blad 107 Verslag van de raadsvergadering van 2 juli 2001 complimenten geven, wat hij schetst is terecht. Alleen het gaat er natuurlijk wel om hoeveel geld heb je voor topsport over. Die f 150.000,- in ieder geval niet. Een ander punt wat voor ons nu ook nog even geen prioriteit heeft en waar wij ook niet mee in zullen stemmen, is N303 en N304 wat betreft de begraafplaatsen. Ik denk, gezien al le andere zaken die wij graag willen, dat wij dat eerst niet willen. Ten slotte over de positionering van Leeuwarden, f 1 mil joen is ons toch echt veel te veel. Bovendien, we zouden ervoor willen pleiten - maar dat moeten we later nog even bekijken - om dat op z'n minst te halveren. Bovendien kan het wat ons betreft gezien de criteria die aan het SIOF zitten, ook gerust door het SIOF betaald worden. Dat lijkt ons niet zozeer een probleem. Dat is een discussie voor la ter. Vooralsnog steunen wij de motie van de D66-fractie en we zien later wel hoe het zijn beslag krijgt. De OZB. Ik kan mij voor een groot deel aansluiten bij de zorg die de VVD-fractie hierover aan de dag heeft gelegd. We hebben destijds van alle kanten te horen gekregen dat er ernst in de zaak is. Dat hebben alle partijen ook uitge sproken en dat is ook terecht. Ook van de kant van het col lege is het steeds zo gepresenteerd. Het college heeft de hersteloperatie voortvarend opgepakt. Vervolgens is een be sluit genomen en ik heb het idee dat toen misschien gedacht is van, 'hè hè, dat zit erop' en is de scherpte er wat af gegaan, met als gevolg dat we nu weer met een aantal zaken zitten. Voorbeeld daarvan, wat de heer Van Mourik aangeeft, het raadsbesluit dat na een aantal weken nog niet gepubli ceerd is en dat nu dan nog wel moet. Daar heb ik mijn vraagtekens bij en denk ik bij mijzelf, is dat nu de weg die je zou moeten bewandelen. Ik constateer wat dat betreft een toch verminderde scherpte, wat de aanpak van dit pro bleem betreft. Het studentenbeleid heeft de wethouder een aantal zaken over gezegd. Het is ook niet zo dat er niks gebeurt. Dat hebt u ons niet horen zeggen. Dat in de kenniscampus een aantal dingen worden meegenomen is op zich prima, alleen waar wij bang voor zijn is dat als het bij de kenniscampus allemaal wordt meegenomen, dan het risico erin zit dat de voorzieningen worden opgesomd. Wat wij graag zouden willen is dat er van de kant van het college een visie komt over hoe het college denkt om te moeten gaan met het hele stu dentenbeleid in de stad. Kenniscampus is ook een onderwijskundige insteek, die daar bij om de hoek komt kijken, natuurlijk is dat op een of an dere manier met elkaar verweven. Wij zouden toch een klein beetje de knip erin willen maken en zeggen na een aantal jaren, wat is nu de toekomst van Leeuwarden. Daar wordt hoog op ingezet, dat is ook terecht, dat moet ook. Ik denk

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 54